Geschillen die in verband met een executie rijzen, worden gebracht voor de rechtbank die naar de gewone regels bevoegd zou zijn, of in welker rechtsgebied de inbeslagneming plaatsvindt, zich een of meer van de betrokken zaken bevinden of de executie zal geschieden. In afwijking van de vorige zin worden geschillen die rijzen in verband met de executie van een door de kantonrechter afgegeven executoriale titel voor de kantonrechter gebracht die de executoriale titel heeft afgegeven.
Tot het verkrijgen van een voorziening bij voorraad kan het geschil ook worden gebracht in kort geding voor de voorzieningenrechter van de volgens het eerste lid bevoegde rechtbank. In zaken die ten gronde door de kantonrechter worden behandeld en beslist, is ook de kantonrechter bevoegd tot het geven van deze voorziening. Daarbij is op de kantonrechter van toepassing hetgeen over de voorzieningenrechter is bepaald.
Onverminderd zijn overige bevoegdheden kan de voorzieningenrechter desgevorderd de tenuitvoerlegging schorsen voor een bepaalde tijd of totdat op het geschil zal zijn beslist, dan wel bepalen dat de tenuitvoerlegging slechts tegen zekerheidstelling mag plaatsvinden of worden voortgezet. Hij kan beslagen, al of niet tegen zekerheidsstelling, opheffen. Hij kan gedurende de tenuitvoerlegging herstel bevelen van verzuimde formaliteiten met bepaling van welke op het verzuim gevolgde formaliteiten opnieuw moeten worden verricht en te wiens laste de kosten daarvan zullen komen. Hij kan bepalen dat een in het geding geroepen derde de voortzetting van de tenuitvoerlegging moet gedogen dan wel zijn medewerking daaraan moet verlenen, al of niet tegen zekerheidsstelling door de executant.
Voor zover de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding, kan de voorzieningenrechter in plaats van de vordering af te wijzen de zaak op verlangen van de eiser verwijzen naar de rechtbank met bepaling van de dag waarop zij op de rol moet komen. Tegen een gedaagde die op voormeld tijdstip niet verschijnt en ook voor de voorzieningenrechter niet bij advocaat is verschenen, wordt slechts verstek verleend, zo hij tegen dit tijdstip bij exploit is opgeroepen met inachtneming van de voor dagvaarding voorgeschreven termijn, dan wel van de termijn die op verlangen van de eiser door de voorzieningenrechter bepaald is.
De deurwaarder die met de executie is belast en daarbij op een bezwaar stuit dat een onverwijlde voorziening nodig maakt, kan zich met een daarvan door hem opgemaakt proces-verbaal bij de voorzieningenrechter vervoegen ten einde deze in kort geding tussen de betrokken partijen te doen beslissen. De voorzieningenrechter zal de behandeling aanhouden tot de partijen zijn opgeroepen, tenzij hij, gelet op de aard van het bezwaar, een onmiddellijke beslissing geboden acht. De deurwaarder die zijn voormelde bevoegdheid zonder instemming van de executant uitoefent, kan persoonlijk in de kosten worden veroordeeld, indien deze uitoefening nodeloos was.
Verzet tegen de executie door een derde geschiedt door dagvaarding van zowel de executant als de geëxecuteerde.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
artikel: 4:123
Gerechtsdeurwaarderswet
artikel: 3a
Inwerkingtreding EG-Verordening rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke- en handelszaken
tekst: tekst
Meststoffenwet
artikel: 97
Uitvoeringswet EU-executieverordening en Verdrag van Lugano
artikel: 10, 12
Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure
artikel: 10
Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel
artikel: 11
Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen
artikel: 8
Waterschapswet
artikel: 68
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
artikel: 463a, 479d, 562b, 497, 705, 736
(18-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
13-07-2016 |
|||||||
wijziging |
03-06-2020 |
15-07-2020 |
||||||
wijziging |
20-03-2008 |
03-07-2008 |
||||||
wijziging |
08-09-2005 |
29-09-2005 |
||||||
wijziging |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
wijziging |
06-12-2001 |
10-12-2001 |
||||||
wijziging |
07-05-1986 |
Stb. 1986, 295 |
14-11-1991 |
Stb. 1991, 630 |
||||
vervallen |
07-05-1986 |
Stb. 1986, 295 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
nieuw |
07-05-1986 |
Stb. 1986, 295 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
wijziging |
07-07-1896 |
Stb. 1896, 103 |
31-07-1896 |
Stb. 1896, 146 |
||||
nieuwe-regeling |
29-03-1828 |
Stb. 1828, 29 |
10-04-1838 |
Stb. 1838, 12 |
Opmerkingen
1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
2) Artikel V van Stb. 2020/177 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
3) Abusievelijk geeft het Staatsblad een wijzigingsopdracht voor de derde volzin in plaats van de tweede volzin.
4) Artikel XIII van Stb. 2005/455 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.