Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 254

  • 1

    In alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, is de voorzieningenrechter bevoegd deze te geven.

  • 2

    Op aanvraag van de belanghebbende partij kan de voorzieningenrechter de dagvaarding bevelen tegen de dag en het uur, de zondag daarbij inbegrepen, voor elk geval te bepalen. Hij kan daarbij tevens bevelen dat de terechtzitting op een andere plaats dan in het gerechtsgebouw wordt gehouden. De voorzieningenrechter kan aan de dagbepaling voorwaarden verbinden, die door de eiser in acht moeten worden genomen. Deze voorwaarden moeten uit de dagvaarding blijken.

  • 3

    De zaak kan ook worden aangebracht op een terechtzitting, door de voorzieningenrechter te houden op de daartoe door hem te bepalen werkdagen.

  • 4

    De artikelen 127a en 128, tweede lid en zesde lid, zijn niet van toepassing.

  • 5

    In zaken die ten gronde door de kantonrechter worden behandeld en beslist is ook de kantonrechter bevoegd tot het geven van een voorziening als in deze afdeling bedoeld. Daarbij is op de kantonrechter van toepassing hetgeen omtrent de voorzieningenrechter is bepaald.

  • 6

    Indien de gevorderde voorziening betrekking heeft op een zaak betreffende het personen- en familierecht als bedoeld in de zesde titel van het derde boek is artikel 803 van overeenkomstige toepassing.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Intrekkingswet BB
    artikel: 30

  2. Wet griffierechten burgerlijke zaken
    artikel: 3

  3. Wet instelling gemeente Lelystad
    artikel: 8

  4. Wet instelling provincie Flevoland
    artikel: 24

  5. Wet opheffing agglomeratie Eindhoven
    artikel: 9

  6. Wet opheffing openbaar lichaam Rijnmond
    artikel: 12

  7. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 1022a, 1043b, 1074a, 1018b, 625

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

Alg. 1

01-01-2015

wijziging

26-11-2014

Stb. 2014, 540

33771

15-12-2014

Stb. 2014, 541

01-04-2013

wijziging

07-03-2013

Stb. 2013, 92

33108

27-03-2013

Stb. 2013, 119

Alg. 2

01-01-2013

wijziging

26-04-2012

Stb. 2012, 200

32856

21-06-2012

Stb. 2012, 290

15-10-2005

wijziging

08-09-2005

Stb. 2005, 455

28863

29-09-2005

Stb. 2005, 484

Alg. 3

01-01-2002

nieuw

06-12-2001

Stb. 2001, 580

26855

10-12-2001

Stb. 2001, 621

wijziging

06-12-2001

Stb. 2001, 581

27824

10-12-2001

Stb. 2001, 621

Alg. 4

vernummerd-wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 623

10-12-2001

Stb. 2001, 621

Inwtr. 5

01-01-1989

wijziging

26-10-1988

Stb. 1988, 521

20370

01-12-1988

Stb. 1988, 550

01-10-1838

nieuwe-regeling

29-03-1828

Stb. 1828, 19

10-04-1838

Stb. 1838, 12

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk geeft het Staatsblad een wijzigingsopdracht voor het tweede lid, derde volzin, in plaats van het tweede lid, vierde volzin.Abusievelijk is voor het vierde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Abusievelijk voegt het Staatsblad een tweede lid 5 toe.

  • 3) Artikel XIII van Stb. 2005/455 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.De wijzigingen op het tweede en derde lid kunnen niet worden doorgevoerd.

  • 4) De wijzigingsopdracht is niet geheel juist.

  • 5) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.