Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3:111

  • 1

    Bij ministeriële regeling kan een groep banken die blijvend is aangesloten bij een centrale kredietinstelling die controle uitoefent op de bedrijfsvoering, uitbesteding, solvabiliteit en liquiditeit van die banken, worden vrijgesteld van het toezicht door de Nederlandsche Bank op de naleving van het ingevolge hoofdstuk 1.7 en de artikelen 3:10, 3:17, 3:17b, 3:17c, 3:18, 3:18a, 3:57, 3:62a, 3:62b en 3:63 van deze wet bepaalde, alsmede, op grond van artikel 10 van de verordening kapitaalvereisten, van het bepaalde ingevolge de delen 2 tot en met 8 van die verordening en hoofdstuk 2 van de securitisatieverordening, indien:

    • a.

      de centrale kredietinstelling en de aangesloten banken hoofdelijk instaan voor elkaars verplichtingen dan wel de verplichtingen van de aangesloten banken door de centrale kredietinstelling worden gegarandeerd;

    • b.

      de centrale kredietinstelling in voldoende mate bevoegd is voor de naleving van deze wet noodzakelijke instructies te geven aan de aangesloten banken; en

    • c.

      het ingevolge de artikelen 3:57 en 3:63 uitgeoefende toezicht op de centrale kredietinstelling en de aangesloten banken op geconsolideerde basis wordt uitgeoefend.

  • 2

    De Nederlandsche Bank kan ten aanzien van een bank die behoort tot een groep die is vrijgesteld ingevolge het eerste lid bepalen dat de artikelen 1:75, 1:104, 1:125, tweede lid, 2:12, eerste lid, 2:13, eerste en tweede lid, 3:8, 3:9, 3:15, 3:16, 3:19, 3:29 , 3:33c, 3:53, 3:71, 3:72, 3:88, 4:14, 4:87 en 4:91a geheel of gedeeltelijk buiten toepassing blijven.

  • 3

    De centrale kredietinstelling oefent controle uit op de aangesloten banken krachtens haar statuten en de statuten van de aangesloten banken of krachtens een overeenkomst met de bij haar aangesloten banken. Deze controle behelst:

    • a.

      het geven van instructies die naar inhoud en strekking overeenkomen met de regels die ingevolge hoofdstuk 1.7 en de artikelen 3:10, 3:17, 3:17b, 3:17c, 3:18, 3:18a, 3:57, 3:62a, 3:62b en 3:63 van deze wet, alsmede ingevolge de delen 2 tot en met 8 van die verordening en hoofdstuk 2 van de securitisatieverordening kapitaalvereisten, zijn gesteld aan de aangesloten banken;

    • b.

      het toetsen of de aangesloten banken voldoen aan de instructies, bedoeld in onderdeel a;

    • c.

      het bepalen voor de aangesloten banken van de vorm, waarin de staten, bedoeld in artikel 3:72 worden opgemaakt, de benaming en omschrijving van de posten die deze staten bevatten, de achtereenvolgende tijdstippen waarop deze staten betrekking hebben, de termijnen waarbinnen deze staten worden ingediend en de te hanteren grondslagen van de waardering van de posten;

    • d.

      het indienen door de aangesloten banken van de staten, bedoeld in artikel 3:72, bij de centrale kredietinstelling; en

    • e.

      het inwinnen van inlichtingen bij de aangesloten banken ten behoeve van de controle op de naleving van de op grond van dit artikel door de centrale kredietinstelling gegeven instructies.

Informatie geldend op 10-09-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Vrijstellingsregeling Wft

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregel toepassing Europese toezichthoudende autoriteiten Wft 2019
    artikel: 2

  2. Besluit bestuurlijke boetes financiële sector
    artikel: 10

  3. Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft
    artikel: 29.18

  4. Besluit instelling auditcommissie
    artikel: 3

  5. Burgerlijk Wetboek Boek 2
    artikel: 53a, 425

  6. Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht
    artikel: 76

  7. Vrijstellingsregeling Wft
    artikel: 32

  8. Wet op het financieel toezicht
    bijlage: bij artikel 1:80 Wet op het financieel toezicht

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-09-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

29-12-2020

wijziging

02-12-2020

Stb. 2020, 509

35559

04-12-2020

Stb. 2020, 510

Alg. 1

01-01-2019

wijziging

28-11-2018

Stb. 2018, 489

34842

11-12-2018

Stb. 2018, 491

01-04-2016

wijziging

29-10-2015

Stb. 2015, 428

34198

02-12-2015

Stb. 2015, 504

01-04-2015

wijziging

19-11-2014

Stb. 2014, 472

33918

11-12-2014

Stb. 2014, 534

07-02-2015

wijziging

28-01-2015

Stb. 2015, 45

33964

28-01-2015

Stb. 2015, 46

01-01-2015

wijziging

19-11-2014

Stb. 2014, 472

33918

11-12-2014

Stb. 2014, 534

01-08-2014

wijziging

25-06-2014

Stb. 2014, 253

33849

15-07-2014

Stb. 2014, 304

Alg. 2

01-01-2014

wijziging

25-11-2013

Stb. 2013, 487

33632

11-12-2013

Stb. 2013, 552

30-12-2011

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 669

32787

22-12-2011

Stb. 2011, 669

07-05-2011

wijziging

21-04-2011

Stb. 2011, 206

32292

21-04-2011

Stb. 2011, 206

01-01-2007

nieuwe-regeling

28-09-2006

Stb. 2006, 475

29708

11-12-2006

Stb. 2006, 664

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is voor het derde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 2) Abusievelijk is voor het derde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.