Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 19

  • 1

    De opsporingsambtenaren zijn in het belang van de opsporing bevoegd inzage te vorderen van gegevens en bescheiden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

  • 2

    Zij zijn bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.

  • 3

    Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, zijn zij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs.

Informatie geldend op 26-09-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Pensioenwet
    artikel: 207

  2. Richtlijn voor Strafvordering Binnenvaart
    tekst: tekst

  3. Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven
    artikel: 6

  4. Wet op de economische delicten
    artikel: 23a

  5. Wet op het financieel toezicht
    artikel: 1:92

  6. Wet toezicht accountantsorganisaties
    artikel: 63c

  7. Wet verplichte beroepspensioenregeling
    artikel: 201

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(26-09-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-1998

wijziging

04-12-1997

Stb. 1997, 580

25464

11-12-1997

Stb. 1997, 581

01-05-1951

nieuwe-regeling

22-06-1950

Stb. 1950, K 258

603

03-04-1951

Stb. 1951, 91