Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 5.16

  • 1

    Bestuursorganen maken bij de uitoefening van een in het tweede lid bedoelde bevoegdheid of toepassing van een daar bedoeld wettelijk voorschrift, welke uitoefening of toepassing gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, gebruik van een of meer van de volgende gronden en maken daarbij aannemelijk:

    • a.

      dat een uitoefening of toepassing, rekening houdend met de effecten op de luchtkwaliteit van onlosmakelijk met die uitoefening of toepassing samenhangende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, niet leidt tot het overschrijden, of tot het op of na het tijdstip van ingang waarschijnlijk overschrijden, van een in bijlage 2 opgenomen grenswaarde;

    • b.

      dat, met inachtneming van het vijfde lid en de krachtens dat lid gestelde regels:

      • 1°.

        de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van die uitoefening of toepassing per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft, of

      • 2°.

        bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met die uitoefening of toepassing samenhangende maatregel of een door die uitoefening of toepassing optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert;

    • c.

      dat een uitoefening of toepassing, rekening houdend met de effecten op de luchtkwaliteit van onlosmakelijk met die uitoefening of toepassing samenhangende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit, niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen;

    • d.

      dat een uitoefening dan wel toepassing is genoemd of beschreven in, dan wel betrekking heeft op, een ontwikkeling of voorgenomen besluit welke is genoemd of beschreven in, dan wel past binnen of in elk geval niet in strijd is met een op grond van artikel 5.12, eerste lid, of artikel 5.13, eerste lid, vastgesteld programma.

  • 2

    De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden of wettelijke voorschriften zijn de bevoegdheden en wettelijke voorschriften, bedoeld in:

  • 3

    Bij de uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c of d, gedurende de periode waar een programma als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, of 5.13, eerste lid, betrekking op heeft, vindt met betrekking tot de effecten van de desbetreffende ontwikkeling of het desbetreffende besluit op de luchtkwaliteit geen afzonderlijke beoordeling van de luchtkwaliteit plaats voor een in bijlage 2 opgenomen grenswaarde voor die periode, noch voor enig jaar daarna.

  • 4

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent het in betekenende mate bijdragen als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, waaronder begrepen het aanwijzen van categorieën van gevallen die in ieder geval al dan niet in betekenende mate bijdragen in de daar bedoelde zin.

  • 5

    Voor de toepassing van het eerste lid, aanhef en onder b, aanhef en sub 2, of onder c, voor zover het betreft de onlosmakelijk met een uitoefening of toepassing samenhangende maatregelen:

    • a.

      worden voor iedere stof afzonderlijk de positieve of negatieve effecten voor de luchtkwaliteit in beschouwing genomen;

    • b.

      is er een functionele of geografische samenhang tussen enerzijds het gebied of de gebieden waarop de uitoefening van bevoegdheden of de toepassing van wettelijke voorschriften, bedoeld in dat lid, betrekking heeft, en anderzijds de maatregel of maatregelen die in verband met die uitoefening of toepassing wordt of worden genomen;

    • c.

      worden maatregelen ter vermindering van de concentratie van een stof niet later dan gelijktijdig met de te compenseren activiteiten uitgevoerd, tenzij een gelijktijdige uitvoering een vermindering van de concentratie van die stof op de langere termijn in de weg staat of anderszins niet doelmatig is, en

    • d.

      worden waarborgen getroffen opdat de maatregelen ter vermindering van de concentratie van een stof daadwerkelijk worden uitgevoerd.

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld.

  • 6

    Buiten een periode als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, of een in een programma als bedoeld in artikel 5.13, eerste lid, opgenomen periode, blijft het eerste lid, aanhef en onder d, buiten toepassing, met dien verstande dat de uitoefening van een bevoegdheid of de toepassing van een wettelijk voorschrift met betrekking tot een ontwikkeling of voorgenomen besluit dat eerder was genoemd of beschreven in een programma als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, of 5.13, eerste lid, ook na het verstrijken van de desbetreffende periode mogelijk blijft.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-07-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

31731

wijziging

18-03-2010
samen met
22-12-2011
samen met
28-03-2013

Stb. 2010, 135
samen met
Stb. 2011, 675
samen met
Stb. 2013, 144

32127
samen met
32588
samen met
33135

Alg. 1

01-11-2014

wijziging

28-03-2013

Stb. 2013, 144

33135

03-10-2014

Stb. 2014, 358

23-03-2012

wijziging

22-02-2012

Stb. 2012, 114

32844

22-02-2012

Stb. 2012, 114

01-01-2012

wijziging

01-12-2011

Stb. 2011, 595

32377

14-12-2011

Stb. 2011, 649

31-12-2011

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 675

32588

22-12-2011

Stb. 2011, 675

01-10-2010

wijziging

25-03-2010

Stb. 2010, 142

31953

10-06-2010

Stb. 2010, 231

Alg. 2

23-06-2010

wijziging

29-04-2010

Stb. 2010, 187

32277

09-06-2010

Stb. 2010, 230

31-03-2010

wijziging

18-03-2010

Stb. 2010, 135

32127

18-03-2010
samen met
18-03-2010
samen met
24-03-2010

Stb. 2010, 135
samen met
Stb. 2010, 136
samen met
Stb. 2010, 137

Inwtr. 3

01-08-2009

wijziging

12-03-2009

Stb. 2009, 158

31589

26-06-2009

Stb. 2009, 291

24-04-2009

t/m 01-01-2009

wijziging

02-04-2009

Stb. 2009, 189

31721

02-04-2009

Stb. 2009, 189

01-07-2008

wijziging

22-05-2008

Stb. 2008, 180

30938

16-06-2008

Stb. 2008, 227

01-01-2008

wijziging

22-11-2006

Stb. 2006, 606

30483

26-11-2007

Stb. 2007, 472

15-11-2007

nieuw

11-10-2007

Stb. 2007, 414

30489

30-10-2007

Stb. 2007, 434

Alg. 4

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2013/144. In Stb. 2010/135 was de inwerkingtreding voorzien voor 1 januari 2014.

  • 2) Abusievelijk voegt het Staatsblad een tweede onderdeel f toe.

  • 3) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2010/135 gesteld op 1 januari 2010.

  • 4) Artikel V van Stb. 2007/414 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.