Het bewijs van luchtwaardigheid voor burgerluchtvaartuigen wordt afgegeven voor onbepaalde tijd dan wel voor een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen termijn, welke voor de verschillende bewijzen van luchtwaardigheid verschillend kan zijn.
Op aanvraag van de houder verlengt Onze Minister van Infrastructuur en Milieu het bewijs van luchtwaardigheid voor een burgerluchtvaartuig, indien wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 3.13 gestelde eisen.
Het bewijs van luchtwaardigheid voor militaire luchtvaartuigen wordt afgegeven voor onbepaalde tijd.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(11-07-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
23-09-2015 |
10-12-2015 |
||||||
wijziging |
05-07-2006 |
05-07-2006 |
||||||
nieuw |
29-04-1999 |
09-10-2001 |
Opmerkingen
1) Datum inwerkingtreding ligt voor datum uitgifte.