Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 39b

  • 1

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van uniforme saneringen bestaande uit eenvoudige, gelijksoortige saneringen van korte duur. De sanering kan betrekking hebben op slechts een gedeelte van het geval van verontreiniging.

  • 2

    Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval regels omtrent:

    • a.

      het onderzoek dat aan de sanering vooraf gaat;

    • b.

      de gegevens die bij de melding, bedoeld in het derde lid, moeten worden verstrekt, alsmede de wijze waarop die gegevens worden verstrekt;

    • c.

      de gegevens die degene die saneert tijdens de sanering aan gedeputeerde staten moet verstrekken en de wijze en het tijdstip waarop dat gebeurt;

    • d.

      de aanpak en wijze van sanering waaronder begrepen aanvang, duur en afronding van de sanering.

  • 3

    Degene die voornemens is te saneren dan wel handelingen te verrichten ten gevolge waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst overeenkomstig de regels gesteld krachtens het eerste lid, doet van dat voornemen melding bij gedeputeerde staten van de betrokken provincie. Artikel 28, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze en het tijdstip waarop de kennisgeving van de melding plaatsvindt en kan worden bepaald in welke gevallen een dergelijke kennisgeving achterwege kan worden gelaten.

  • 4

    Met de sanering kan met inachtneming van de regels gesteld krachtens het eerste lid worden begonnen nadat vijf weken zijn verstreken vanaf de datum van ontvangst van de melding, bedoeld in het derde lid, door gedeputeerde staten. In bij algemene maatregel van bestuur aangegeven omstandigheden kan bij die maatregel een kortere termijn dan vijf weken worden gesteld. De melding vervalt indien niet met de sanering wordt begonnen binnen een bij algemene maatregel van bestuur gestelde termijn.

  • 5

    De artikelen 28, 29, 37, 39, 39a, 39c, 39d en 40 zijn niet van toepassing indien de sanering wordt gemeld en vervolgens wordt uitgevoerd overeenkomstig de regels gesteld bij of krachtens het eerste, derde en vierde lid.

  • 6

    Na de uitvoering van de sanering doet degene die de bodem heeft gesaneerd daarvan schriftelijk verslag aan gedeputeerde staten. Het verslag behoeft de instemming van gedeputeerde staten die slechts met het verslag instemmen indien is gesaneerd overeenkomstig de regels gesteld bij of krachtens het eerste, derde en vierde lid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de gegevens die bij het verslag moeten worden verstrekt, de wijze waarop die gegevens worden verstrekt, en het tijdstip waarop dat gebeurt en de termijn waarbinnen de instemming met het verslag plaatsvindt.

  • 7

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van saneringen worden aangewezen waarvoor het verslag, bedoeld in het zesde lid, geen instemming van gedeputeerde staten behoeft.

  • 8

    Dit artikel is niet van toepassing in gevallen als bedoeld in de artikelen 27, 30, eerste lid, en 43.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(06-01-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-02-2013

wijziging

22-11-2012

Stb. 2012, 621

33150

08-01-2013

Stb. 2013, 19

22-12-2009

wijziging

09-11-2009

Stb. 2009, 489

31858

10-12-2009

Stb. 2009, 549

Alg. 1

15-07-2009

wijziging

25-06-2009

Stb. 2009, 297

31750

25-06-2009

Stb. 2009, 297

01-01-2006

nieuw

15-12-2005

Stb. 2005, 680

29462

15-12-2005

Stb. 2005, 681

Opmerkingen

  • 1) Artikel 2.17, eerste lid van Stb. 2009/489 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.