Degene wiens rijbewijs kan worden ingenomen door Onze Minister, is verplicht op eerste vordering van Onze Minister het rijbewijs in te leveren op een door Onze Minister te bepalen tijdstip en aan te wijzen plaats.
De termijn, bedoeld in artikel 28a, vangt aan op het tijdstip waarop de inlevering van het rijbewijs heeft plaatsgevonden.
Indien aan de verplichting tot inlevering van het rijbewijs niet wordt voldaan, is Onze Minister bevoegd dat rijbewijs op kosten van de in het eerste lid bedoelde persoon te doen inleveren. Afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
Onze Minister doet van het tijdstip, bedoeld in het eerste en in het tweede lid, onverwijld mededeling aan de beheerder van het rijbewijzenregister in de zin van de Wegenverkeerswet 1994. Onze Minister doet op gelijke wijze mededeling van het tijdstip waarop het rijbewijs is teruggegeven.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(02-07-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
22-02-2017 |
13-12-2017 |
||||||
wijziging |
12-07-2012 |
12-07-2012 |
||||||
wijziging |
06-11-1997 |
11-12-1997 |
||||||
wijziging |
15-05-1997 |
06-06-1997 |
||||||
wijziging |
17-11-1994 |
Stb. 1994, 858 |
15-12-1994 |
Stb. 1994, 919 |
||||
nieuwe-regeling |
03-07-1989 |
Stb. 1989, 300 |
17-08-1992 |
Stb. 1992, 432 |
||||
wijziging |
29-08-1990 |
Stb. 1990, 434 |
29-08-1990 |
Stb. 1990, 434 |