Document: SPB-DA: 2012, versie 01
Onder beheer van:
CCvD-DASecretariaat CCvD-DA
Vrieseweg 145
3311 NV Dordrecht
DEEL I |
|
1. |
INLEIDING |
1.1. |
Toelichting |
1.2. |
Nieuwbouwfase |
1.3. |
Ingebruiknemingsfase |
1.4. |
Gebruiksfase |
2. |
DEFINITIES |
3. |
SPECIFIEKE KENMERKEN VAN HET WERKVELD |
3.1. |
Beschrijving schema |
3.2. |
Actieve partijen |
3.3. |
Risicoanalyse en afbreukcriteria |
4. |
BEOORDELINGSREGELEMENT |
4.1. |
Doelstelling |
4.2. |
Beoordelingsprocedure |
4.3. |
Procedures algemeen |
4.4. |
Indelingsprocedures |
4.5. |
Behandelingsprocedure module A1 |
4.6. |
Behandelingsprocedure module B |
4.7. |
Behandelingsprocedure module B1 |
4.8. |
Behandelingsprocedure module C1 |
4.9. |
Behandelingsprocedure module F |
4.10. |
Behandelingsprocedure module G |
4.11. |
Behandelingsprocedure module H1 |
4.12. |
Behandelingsprocedure samenstellen |
4.13. |
Behandelingsprocedure druksystemen |
4.14. |
Behandelingsprocedure keuring voor ingebruikneming |
4.15. |
Behandelingsprocedure herkeuring gebruiksfase |
4.16. |
Behandelingsprocedure intredekeuring |
4.17. |
Behandelingsprocedure beoordeling van wijzigingen |
4.18. |
Behandelingsprocedure beoordeling van reparaties |
4.19. |
Beslissing inzake de verklaring |
4.20 |
Geldigheidsduur verklaring |
4.21. |
Geldigheidscondities |
4.22. |
Klachten over de CKI |
4.23. |
Bezwaarprocedure |
4.24. |
Normen en technische maatstaven |
5. |
TOEZICHT |
5.1 |
Inleiding |
5.2 |
Toegang |
5.3 |
De frequentie en wijze van uitvoering van het toezicht |
5.4 |
Verslag van bevindingen |
5.5 |
Maatregelen |
DEEL II: |
|
6. |
ONDERWERP VAN VERKLARING |
7. |
EISEN |
8. |
TOETSMETHODIEK |
9. |
DE VERKLARINGEN |
Bijlage 1: |
Overzicht – minimum inhoud ‘certificate of conformity’ |
Bijlage 2: |
Overzicht – minimum inhoud ‘(EG-)verklaring van type-/ontwerponderzoek’ |
Bijlage 3: |
Toetsingslijst – ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur – nieuwbouw – gebruiksfase’ |
Bijlage 4: |
Overzicht – minimum inhoud (inspectie) rapportages |
Bijlage 5: |
Inhoudsopgave technische documentatie – nieuwbouw |
Bijlage 6: |
Toetsingslijst ‘Inhoudsopgave technische documentatie – gebruiksfase’ |
Bijlage 7: |
Toetsingslijst – ‘ontwerpbeoordeling’ – nieuwbouw – gebruiksfase |
Bijlage 8: |
(Voorlopige) Verklaring van ingebruikneming |
Bijlage 9: |
Verklaring van herkeuring |
Bijlage 10: |
Verklaring van intredekeuring en ingebruikneming |
Bijlage 11: |
Nadere uitwerking taakverdeling bij herkeuring |
Deel 1 van dit certificatieschema bevat algemene uitgangspunten en bepalingen voor certificatie door CKI’s en voorwaarden waar onder de afgifte van certificaten dient te gebeuren. Beschreven wordt achtereenvolgens:
het werkveld waarop dit certificatieschema betrekking heeft (1);
definities (2);
een beschrijving van de specifieke kenmerken van het werkveld waaronder een risicoanalyse (3);
het certificatiereglement (4);
bepalingen met betrekking tot toezicht (5).
Dit werkveldspecifieke certificatieschema voor producten is door Stichting CCvD-DA opgesteld. Het betreft de inspectie van drukapparatuur op het gebied van het ontwerp, de fabricage, de samenbouw, de eindcontrole en het gebruik van drukapparatuur. Door de Minister van SZW is het schema op vastgesteld.
De te keuren producten betreffen apparatuur met een overdruk van meer dan 0,5 bar. Dit schema betreft de nieuwbouw van drukapparatuur alsmede de ingebruikneming en het gebruik van drukapparatuur. Voor nieuwbouw van drukapparatuur zijn diverse mogelijkheden vastgesteld ter borging van de veiligheid van de drukapparatuur. In para zijn deelgebieden te onderkennen, welke in paragrafen 1.3 en 1.4 zijn beschreven.
In dit document zijn de eisen vastgelegd waaraan de beoordeling van drukapparatuur door CKI’s moeten voldoen.
Bij nieuwbouw van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen van de risicocategorie II, II en IV moeten modules van bijlage III van de Richtlijn en artikel 11, 12 en 12a van het Warenwetbesluit drukapparatuur worden toegepast. In onderstaande tabel zijn de modules voor de borging van de veiligheid alsmede de gehanteerde aanduiding voor deze modules gegeven.
Omschrijving module |
Aanduiding module |
Interne fabricagecontrole met toezicht op de eindcontrole |
A1 |
EG-typeonderzoek |
B |
EG-ontwerponderzoek |
B1 |
Overeenstemming met het type |
C1 |
Productkeuring |
F |
EG-eenheidskeuring |
G |
Het onderdeel controle van het ontwerp en bijzonder toezicht op de eindcontrole |
H1 |
Naast de modules inzake de overeenstemmingsbeoordelingen gelden voor samenstellen artikel 10 lid 2 van de PED en voor druksystemen artikel 12a van het Warenwetbesluit drukapparatuur.
Tevens wordt in het kort het doel en toepassingsgebied van de modules beschreven.
Het doel van deze module is het vaststellen, door middel van een gedefinieerd toezicht en een of meerdere controle(s) van een monster, of de eindcontrole door de fabrikant van drukapparatuur voldoet aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn (PED bijlage I, punt 3.2).
Het doel van deze module is het vaststellen door middel van een onderzoek of een voor de productie representatief exemplaar (= ‘type’) van drukapparatuur voldoet aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn. En het afgeven van een verklaring van EG-typeonderzoek door de CKI.
Het doel van deze module is het vaststellen door middel van een onderzoek of het ontwerp van een drukapparaat voldoet aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur. En het afgeven van een verklaring van EG-ontwerponderzoek door de CKI.
Het doel van deze module is het vaststellen, door middel van een gedefinieerd toezicht en een of meerdere controle(s) van een monster, of de eindcontrole door de fabrikant van drukapparatuur (d.w.z. is in overeenstemming met een verklaring van EG-typeonderzoek) voldoet aan het type en de desbetreffende eisen van de Richtlijn (PED bijlage I, punt 3.2.)
Het doel van deze module is het vaststellen, door middel van een productkeuring (‘product verification’) of de fabricage van drukapparatuur (in overeenstemming met een verklaring van EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek) voldoet aan het type of het ontwerp en de desbetreffende eisen van de Richtlijn. En het afgeven van een EG-verklaring van overeenstemming (‘certificate of conformity’) door een CKI over de verrichte proeven (= beoordelings-, onderzoek of beproevingsactiviteiten).
Het doel van deze module is het vaststellen, door middel van een EG-eenheidskeuring (‘EC-unit verification’), of het ontwerp en de fabricage van drukapparatuur voldoet aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur. En het afgeven van een verklaring van overeenstemming (‘certificate of conformity’) door een CKI over de verrichte proeven (= beoordelings- onderzoek of beproevingsactiviteiten).
Het doel van het betreffende deel van deze module is vaststellen of het ontwerp en bij-behorende documentatie voldoet aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn, bijlage III, module H1, punt. 1 en het toezicht houden op het blijvend voldoen door de fabrikant aan de verplichtingen voortvloeiend uit dat kwaliteitseissysteem.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of ‘drukapparatuur’ voldoet aan de PED bijlage I en het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van type-/ontwerponderzoek’ voor drukapparatuur en het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van overeenstemming ten aanzien van de verrichte proeven’ voor drukapparatuur.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of ‘samenstellen’ voldoen aan de Richtlijn, en het door de CKI afgeven van een ‘Verklaring van Overeenstemming t.a.v. de verrichte proeven’.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of een ‘druksysteem’ voldoet aan de Richtlijn, en het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van ontwerponderzoek’ voor een druksysteem en het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van overeenstemming ten aanzien van de verrichte proeven’ voor een druksysteem.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of de drukapparatuur na installatie, of na installatie op een nieuwe plaats van opstelling of na een wijziging voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het Besluit en de Regeling. En het door de CKI afgeven van een ‘(voorlopige) verklaring van ingebruikneming’ voor de drukapparatuur. Doordat er meerdere drukapparaten op één Verklaring van ingebruikneming vermeld mogen worden, kan deze Verklaring betrekking hebben op een samenstel of een druksysteem, dat als zodanig aangeduid is in de nieuwbouwfase.
Voor de gebruiksfase zijn de volgende keuringen en/of beoordelingen te onderscheiden:
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of de drukapparatuur nog voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het Besluit en de Regeling. En het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van herkeuring’, met bijbehorend rapport van herkeuring voor de drukapparatuur.
Het doel van de beoordeling is of een termijnverlenging verantwoord is en vaststellen of de drukapparatuur nog voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het Besluit en de Regeling. En het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van herkeuring’, met bijbehorend rapport van herkeuring voor de drukapparatuur.
Het doel van de beoordeling is of een termijnflexibilisering verantwoord is en vaststellen of de drukapparatuur nog voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het Besluit en de Regeling. En het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van herkeuring’, met bijbehorend rapport van herkeuring voor de drukapparatuur.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of de drukapparatuur voldoet aan het veiligheidsniveau als bedoeld in het Besluit ten aanzien van het beoogde gebruiksdoel. En het door de CKI afgeven van een ‘verklaring van intredekeuring en ingebruikneming’ voor de drukapparatuur met bijbehorend aantekeningblad.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of in geval van wijziging van een drukapparaat in de gebruiksfase het ontwerp en/of de fabricage van de wijziging voldoet aan de desbetreffende eisen van het Besluit en de actuele versie van de oorspronkelijk toegepaste norm(en) of ontwerp- / constructieregels. Toepassing van andere normen of codes dient gemotiveerd te worden onderbouwd. En het door de CKI opstellen en afgeven aan de gebruiker van de rapportage betreffende de wijziging. En het door de CKI vermelden van de wijziging in het aantekenblad, met waar van toepassing een verwijzing naar de onderliggende rapportage en indien van toepassing het afgeven van een Verklaring van Ingebruikneming.
Het doel van de beoordeling is het vaststellen of de reparatie van een drukapparaat in de gebruiksfase voldoet aan de desbetreffende eisen (zie toelichting op art. 14a eerste lid) van het Besluit en de actuele versie van de oorspronkelijk toegepaste norm(en) of ontwerp- / constructieregels. Toepassing van andere normen of codes dient gemotiveerd te worden onderbouwd. En het door de CKI opstellen en afgeven aan de gebruiker van rapportage betreffende de reparatie. En het door de CKI vermelden van de reparatie in het aantekenblad, met waar van toepassing een verwijzing naar onderliggende rapportage.
Begrip of afkorting |
: |
Betekenis |
Aanvrager van een verklaring |
: |
De rechtspersoon die bij de CKI een aanvraag doet voor het afgeven van een ‘’ verklaring’. |
Aanmelding |
: |
Aanmelding bij de EC van een CKI bij of krachtens wettelijk voorschrift door de minister van SZW. |
Aantekenbladen |
: |
Document die samen met de Verklaring van Ingebruikneming wordt afgegeven waarop gedurende de gebruiksfase aantekeningen inzake reparaties, wijzigingen of keuringswerkzaamheden worden ingevuld. |
Aanwijzing |
: |
Aanwijzing van een CKI bij of krachtens wettelijk voorschrift door de minister van SZW. |
AAKI |
: |
Aangemelde Aangewezen Keuringinstelling is een door de overheid aangewezen en bij de EC aangemelde CKI met toezichthoudende taken bij het ontwerp, de fabricage, en de eindcontrole van drukapparatuur. |
AKI |
: |
Aangewezen Keuringinstelling is een door de overheid aangewezen CKI met toezichthoudende taken bij de samenbouw, de ingebruikneming en het gebruik van drukapparatuur. |
AKVG |
: |
Aangemelde Aangewezen Keuringsdienst van de Gebruiker Instelling is een door de overheid aangewezen en bij de EC aangemelde CKI met toezichthoudende taken bij het ontwerp, de fabricage, en de eindcontrole van drukapparatuur ten behoeve van de eigen organisatie. |
Besluit |
: |
|
Centraal College van Deskundigen Drukapparatuur (CCvD-DA) |
: |
Het college, onderdeel van en gefaciliteerd door de Stichting CCvD-DA, dat belanghebbende partijen in een bepaalde sector of branche de mogelijkheid biedt tot deelname bij het opstellen en onderhouden van werkveldspecifieke documenten op zodanige wijze dat sprake is van een evenwichtige en representatieve vertegenwoordiging van deze partijen. |
Certificerings en Keurings-instelling (CKI) |
: |
Kalibratie- of conformiteitsbeoordelingsinstellingen zoals certificatie-instellingen, keuringsdiensten van gebruikers, laboratoria, inspectie-instellingen en testinstituten. Conform het Warenwetbesluit Drukapparatuur worden de volgende CKI’s onderscheiden: AAKI; AKI; AKVG; KVG; erkende onafhankelijke instelling. |
EG-Verklaring van overeenstemming (VvO) |
: |
De EG-verklaring van typeonderzoek of EG-verklaring van overeenstemming als bedoeld in de Richtlijn drukapparatuur dan wel een verklaring van typeonderzoek of verklaring van overeenstemming als bedoeld in het Warenwetbesluit drukapparatuur. |
EER-landen |
: |
Landen die behoren bij de Europese Economische Ruimte |
Inspectie |
: |
Een inspectie is een controle van de documenten en de fysieke conditie van een apparaat, teneinde te kunnen beoordelen of voldaan wordt aan de van toepassing zijnde normen. |
IVG |
: |
Inspectiedienst van de Gebruiker |
KVG |
: |
Aangewezen Keuringsdienst van de Gebruiker is een door de overheid aangewezen CKI met toezichthoudende taken bij de samenbouw, de ingebruikneming en het gebruik van drukapparatuur ten behoeve van de eigen organisatie. |
Keuring |
: |
Keuring is een in het werkveld drukapparatuur niet gangbare term. In plaats daarvan wordt veelal de term inspectie gebruikt. Verder zie inspectie. |
KvI |
: |
Keuring voor Ingebruikneming |
LMB |
: |
Las Methode Beschrijving |
LMK |
: |
Las Methode Kwalificatie |
NEN-EN-ISO 9001:2008 |
: |
Kwaliteitsmanagementsystemen – Eisen |
PED |
: |
Pressure Equipment Directive (97/23/EG) |
PRD’s |
Praktijkregels voor Drukapparatuur. Deze praktijkregels worden opgesteld door de Technische Commissie van Drukapparatuur van NEN en uitgegeven door de SDU-uitgevers. |
|
Regeling |
: |
Warenwetregeling drukapparatuur |
Richtlijn |
: |
Richtlijn drukapparatuur, PED (97/23/EG) |
RvA |
: |
Raad voor Accreditatie |
SBP-DA |
: |
Schema voor Beoordeling Producten (drukapparatuur) |
Stichting CCvD-DA |
: |
Stichting die de schema’s voor drukapparatuur beheert en het CCvD-DA faciliteert. |
SZW |
: |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Verklaring van ingebruikneming (VvI) |
: |
Een door de CKI aan de gebruiker van drukapparatuur afgegeven verklaring dat de apparatuur in gebruik kan worden genomen. |
Verklaring van herkeuring (VvH) |
: |
Een door de CKI aan de gebruiker van drukapparatuur afgegeven verklaring dat de apparatuur op basis van de uitgevoerde herkeuring weer in gebruik kan worden genomen. |
Om het maatschappelijke belang – veiligheid van het product – te waarborgen, is door de overheid gekozen voor een wettelijk verplichte beoordelingregeling voor de borging van de veiligheid van drukapparatuur.
Het schema voor de beoordeling van producten (drukapparatuur) is door de Stichting CCvD-DA voorgesteld en door het ministerie van SZW – inclusief eventuele aanpassingen – vastgesteld.
Op- en of aanmerkingen over dit document kunnen worden ingediend bij het CCvD-DA. Correspondentieadres van het CCvD-DA is te vinden in het handelsregister van de Kamer van Koophandel in Rotterdam onder het nummer: 24386674.
Binnen het kader van dit schema voor beoordeling van Producten (drukapparatuur) zijn bij de opstelling betrokken geweest:
CKI’s;
Stichting CCvD-DA
Drukapparatuur wordt onder overdruk bedreven. Dit houdt het risico in dat onder bepaalde omstandigheden de in de apparatuur aanwezige stoffen kunnen vrijkomen. Afhankelijk van de brandbaarheid, fysische explosiviteit en giftigheid brengt dit risico’s voor de veiligheid en gezondheid van medewerkers en omwonenden en risico’s voor het milieu met zich mee. Om deze risico’s te beheersen is waarborging van de integriteit van de apparatuur van groot belang. Hiertoe worden eisen gesteld aan het ontwerp, de fabricage, de samenbouw, de eindcontrole, de ingebruikneming en het gebruik van drukapparatuur. Deze eisen welke gesteld worden aan fabrikanten en gebruikers van drukapparatuur betreffen, de gehanteerde methoden en kwaliteitssystemen, de benodigde deskundigheid en het toezicht door een CKI. Uit een door het ministerie van SZW uitgevoerde risicoanalyse blijkt dat de apparatuur met het grootste risico voornamelijk bij grote bedrijven in gebruik is. Deze risicoanalyse geeft echter ook aan dat bij deze bedrijven veel deskundigheid aanwezig is in veelal goed gestructureerde inspectieafdelingen met een goede kwaliteitsborging. Dit maakt het mogelijk om bij die bedrijven, ondanks het relatief hoge risico, maatwerk bij de periodieke herbeoordelingen (verlenging van termijnen of flexibilisering van termijnen) toe te passen. Dit uiteraard mits toetsbaar aan voorgeschreven deskundigheidseisen en organisatorische eisen wordt voldaan. Apparatuur welke in gebruik is bij veel relatief kleine bedrijven heeft veelal een lager risico. Echter, bij deze bedrijven is ook het deskundigheidsniveau veel lager. Daarom zal voor de bij deze bedrijven in gebruik zijnde apparatuur uitgegaan moeten worden van voorgeschreven vaste herbeoordelingstermijnen.
Dit reglement omschrijft de procedures die relevant zijn voor het juist toepassen van het schema. Hierbij moet gedacht worden aan onder meer procedure van aanvraag, de condities met betrekking tot de certificatie, de afgifte van verklaringen, procedures bij het uitvoeren van keuringen, klachtenafhandeling en het indienen van bezwaarschriften.
De aanvrager dient bij een CKI,een aanvraag in tot het uitvoeren van een beoordeling. Vervolgens verstrekt de CKI informatie over de gang van zaken bij de afhandeling van de aanvraag.
In het kader van het proces van het beoordelen van drukapparatuur komen verschillende procedures aan bod. De CKI dient:
aangewezen te zijn door de minister van SZW voor het uitvoeren van de betreffende keuringen;
een samenwerkingsovereenkomst te hebben gesloten met Stichting CCvD-DA.
Daarnaast is de CKI verplicht:
de aanvrager schriftelijk te informeren over de regels, voor¬waar¬den en procedures die verband houden met het afgeven, intrekken, etc. van het certificaat of de verklaring.
In dit hoofdstuk zijn deze procedures voor het beoordelen opgenomen door het CCvD-DA.
De volgende procedures waarover een CKI dient te beschikken, zijn gebaseerd op de laatst geldende versie van het Warenwetbesluit drukapparatuur en de Warenwetregeling drukapparatuur.
De indelingsprocedure is in principe geschikt voor toepassing op twee manieren, t.w.:
ter verificatie of een -door de aanvrager- gewenste behandelingsprocedure voldoet aan de desbetreffende eisen volgens het Besluit;
in overleg met de aanvrager vaststellen van de juiste behandelingsprocedure(s) in het geval dat geen gespecificeerde behandelingsprocedure(s) is(zijn) vermeld in de aanvraag.
De indelingsprocedure dient op een toetsbare wijze te resulteren in de vaststelling van de respectievelijke behandelingsgrondslag c.q. procedure(s).
De CKI dient te beschikken over een procedure voor het vaststellen van de juiste indeling resp. overeenstemmingsbeoordelingsprocedure(s) c.q. module(s) voor de aangeboden drukapparatuur.
De onderstaande parameters met betrekking tot de vaststelling van de indeling en de passende overeenstemmingsbeoordelingsprocedure(s) voor de desbetreffende drukapparatuur dienen op basis van deze indelingsprocedure te worden vastgesteld, t.w.:
de vaststelling of de aangeboden drukapparatuur c.q. de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling onder het toepassingsgebied van de Richtlijn valt (PED art. 1)
de vaststelling van de indeling van de stof c.q. groep (PED art. 9)
de vaststelling van de indeling van de desbetreffende drukapparatuur, ergo de tabel en de categorie (PED art. 3 en bijlage II).
de vaststelling van de (combinatie van) module(s) (PED art. 10 en bijlage II).
Het eindresultaat van de afwikkeling van deze indelingsprocedure is de vaststelling van de vereiste basisinformatie voor de definitie van de behandelingsgrondslag c.q. procedure(s) voor de uitvoering van de overeenstemmingsbeoordeling.
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure voor het vaststellen van de juiste indeling resp. overeenstemmingsbeoordelingsprocedure(s) c.q. module(s) voor een aangeboden druksysteem.
De onderstaande parameters met betrekking tot de vaststelling van de indeling en de passende overeenstemmingsbeoordelingsprocedure(s) voor de samenbouw van een druksysteem dient op basis van deze indelingsprocedure te worden vastgesteld, t.w.:
de vaststelling van de categorie van de desbetreffende drukapparatuur en/of samenstellen;
PS en TS (rekening houdend met de waarde hiervan in installatieverband); V of DN;
de vaststelling van de categorie van het druksysteem;
de vaststelling van de module voor de beoordeling van de integratie van de ver schillende onderdelen van het druksysteem (PED art. 10, lid 2b);
de vaststelling van de module voor de beveiliging van het druksysteem tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen (PED art. 10, lid 2c).
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure voor het vaststellen van de juiste indeling voor de aangeboden drukapparatuur.
De onderstaande parameters met betrekking tot de vaststelling van de indeling voor de desbetreffende drukapparatuur dienen op basis van deze indelingsprocedure te worden vastgesteld, t.w.:
PS en TS (rekening houdend met de waarde hiervan in installatieverband); V of DN;
de vaststelling van de stof en zijn kenmerk;
de vaststelling van de indeling van de desbetreffende drukapparatuur, op basis van artikel 2 van de regeling;
de vaststelling of een keuring vóór ingebruikneming voor de drukapparatuur is vereist.
De indelingsprocedure is ook van toepassing op drukapparatuur na montage op een nieuwe plaats van opstelling (besluit art. 12b, lid 2 en art. 39a, lid 1) en kan ook van toepassing zijn na een wijziging.
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure voor het vaststellen van de juiste indeling voor de aangeboden drukapparatuur.
De onderstaande parameters met betrekking tot de vaststelling van de indeling voor de desbetreffende drukapparatuur dienen op basis van deze indelingsprocedure te worden vastgesteld, t.w.:
PS en TS (rekening houdend met de waarde hiervan in installatieverband); V of DN;
de vaststelling van de stof en zijn kenmerk;
de vaststelling van de indeling van de desbetreffende drukapparatuur, op basis van artikel 3 van de regeling;
de vaststelling of een herkeuring voor drukapparatuur is vereist.
De indelingsprocedure kan ook worden toegepast op in gebruik zijnde apparatuur die volgens het oude herkeuringsregime aan een herkeuring zouden moeten worden onderworpen (besluit art. 39b, lid 1).
De indelingsprocedure is niet van toepassing op in gebruik zijnde apparatuur waarvoor volgens het oude herkeuringsregime geen herkeuring is vereist (besluit art. 39b, lid 2) tenzij bij regeling nadere regels zijn gesteld.
Voor zover van toepassing dient een CKI tevens over een procedure te beschikken voor het uitoefenen van het toezicht op de inspectieafdeling van de gebruiker, die de herkeuringen uitvoert van de in artikel 3, eerste lid, van de regeling aangeduide drukapparatuur, alsmede de onderzoeken in het kader van termijnverlenging en termijnflexibilisering.
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure voor het vaststellen of de aangeboden drukapparatuur in aanmerking komt voor een intredekeuring (besluit art. 12d).
Door middel van deze procedure dienen de volgende punten te worden vastgesteld:
de drukapparatuur is vervaardigd voor 29 mei 2002;
de drukapparatuur is vervaardigd volgens wettelijke voorschriften van één der EER-landen, niet zijnde Nederland;
de drukapparatuur behoort tot de groep apparatuur bedoeld in art. 12c, eerste lid van het besluit.
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure om vast te stellen of een beoordeling van een voorgenomen wijziging aan drukapparatuur in de gebruiksfase door de CKI vereist is. Daartoe dient de procedure te leiden tot het vaststellen van de juiste indeling voor de aangeboden drukapparatuur ten aanzien van de meldingsplicht (besluit art. 14a).
De onderstaande parameters met betrekking tot de vaststelling van de indeling voor de desbetreffende drukapparatuur dienen op basis van deze indelingsprocedure te worden vastgesteld, t.w.:
PS en TS (rekening houdend met de waarde hiervan in installatieverband); V of DN;
de vaststelling van stof en zijn kenmerk;
de vaststelling van de indeling van de desbetreffende apparatuur op basis van artikel 3 van de regeling;
de vaststelling of een EG-verklaring van overeenstemming of verklaring van overeenstemming nog geldig is (hierbij rekening te houden met het overgangsrecht, artikel 39 a van het Warenwetbesluit Drukapparatuur);
de vaststelling of een keuring vóór ingebruikneming was vereist of vereist wordt na realisatie van de wijziging.
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure om vast te stellen of een beoordeling van een voorgenomen reparatie aan drukapparatuur in de gebruiksfase door de CKI vereist is. Daartoe dient de procedure te leiden tot het vaststellen van de juiste indeling voor de aangeboden drukapparatuur ten aanzien van de meldingsplicht. (besluit art. 14a).
De onderstaande parameters met betrekking tot de vaststelling van de indeling voor de desbetreffende drukapparatuur dienen op basis van deze indelingsprocedure te worden vastgesteld, t.w.:
PS en TS (rekening houdend met de waarde hiervan in installatieverband); V of DN;
de vaststelling van stof en zijn kenmerk;
de vaststelling van de indeling van de desbetreffende apparatuur op basis van artikel 3 van de regeling;
de vaststelling of een EG-verklaring van overeenstemming of verklaring van overeenstemming nog geldig (hierbij rekening te houden met het overgangsrecht, artikel 39 a van het Warenwetbesluit Drukapparatuur);
De uitvoering van het toezicht op de eindcontrole door een CKI omvat de volgende activiteiten. In hoofdstuk 5 wordt het toezicht nader uitgewerkt.
De CKI dient voor de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole te beschikken over de onderstaande basisinformatie.
De benodigde basisinformatie is:
de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling;
de desbetreffende technische documentatie voor de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole;
het beoogde productieschema (m.n. planning, productiefrequentie en partij-grootte);
de gedocumenteerde methode van eindcontrole van de fabrikant.
De CKI draagt zorg voor het aanbrengen van het -aan haar toegekende- identificatienummer op ieder afzonderlijk drukapparaat.
Een CKI neemt passende maatregelen indien, in het kader van de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole, een of meerdere drukapparaten niet in overeenstemming zijn met de desbetreffende eisen van de Richtlijn.
De aard en omvang van de passende maatregelen zijn afhankelijk van de ernst en het karakter van de geconstateerde afwijkingen.
Eventuele passende maatregelen zijn o.a.:
het intrekken van de toestemming tot het aanbrengen van het identificatienummer.
het aansporen van de fabrikant tot:
het in het quarantaine plaatsen van de desbetreffende drukapparatuur.
het uitvoeren van corrigerende bewerkingen/handelingen.
het uit de handel nemen van de desbetreffende drukapparatuur.
het uitvoeren van een oorzaakanalyse (incidenteel/structureel) en het formuleren en implementeren van maatregelen ter verbetering.
het wijzigen van het monsternameplan (o.a. de intensiteit, ref.: ISO 2859 deel 1).
een kennisgeving aan de bevoegde autoriteit, t.w. de lidstaat van aanwijzing (voor Nederland: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van het toezicht op de eindcontrole worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie-)rapportages’ (bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, het productieschema, het monsternameplan, de (inspectie-)rapportages en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
De uitvoering van een typeonderzoek door een CKI omvat de volgende activiteiten.
De CKI dient voor de uitvoering van het typeonderzoek te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling;
een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag is ingediend bij een an-dere CKI;
de desbetreffende technische documentatie voor de uitvoering van het typeonderzoek.
De CKI dient voor de uitvoering van het typeonderzoek de beschikking te hebben over een voor de productie representatief exemplaar (= ‘type’) van de desbetreffende drukapparatuur.
De CKI richt een schriftelijk verzoek, met opgave van de redenen, indien meerdere representatieve exemplaren voor de uitvoering van het typeonderzoek benodigd zijn.
De technische documentatie dient, voor zover dat voor de beoordeling van het type nodig is, inzicht te verschaffen in het ontwerp, het fabricageproces en de werking resp. te voorzien in de passende informatie voor de beoordeling van de overeenstemming van het type met de desbetreffende eisen van de Richtlijn.
De CKI controleert de technische documentatie op volledigheid aan de hand van het desbetreffende overzicht ‘inhoudsopgave technische documentatie’ (bijlage 5).
De CKI dient in het geval het onderzoek van een type verscheidene varianten van drukapparatuur omvat te controleren of de verschillen tussen de varianten geen invloed hebben op het veiligheidsniveau van de drukapparatuur.
De variant(en) die in overeenstemming zijn met de onderstaande voorwaarden voldoet (voldoen) aan de eis ‘geen invloed hebben’ op het veiligheidniveau:
alle varianten zijn ingedeeld in dezelfde categorie;
alle varianten worden behandeld volgens dezelfde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure;
voor alle varianten is dezelfde ontwerpberekening van toepassing;
voor alle varianten worden dezelfde materialensoorten en/of uitvoeringsvormen van permanente verbindingen toegepast.
De CKI bestudeert de technische documentatie van het type en identificeert de afzonderlijke onderdelen voor het uitvoeren van een beoordeling van het ontwerp.
Voor de vaststelling van de aard en omvang van de beoordeling van het ontwerp van het type en/of de onderdelen worden twee verschillende uitgangspunten onderscheiden, t.w.:
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn zijn toegepast.
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn zijn niet toegepast.
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn zijn toegepast:
een controle of de juiste geharmoniseerde normen, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast.
een controle van het ontwerp van het type op basis van de toepassing van de geharmoniseerde normen, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (zie bijlage 7).
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde nor-men volgens artikel 5 van de Richtlijn niet zijn toegepast:
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven van de fabrikant voldoen aan de essentiële eisen van de Richtlijn.
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast.
een controle van het ontwerp van het type op basis van de toegepaste normen of technische maatstaven van de fabrikant, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (zie bijlage 7).
De CKI controleert de gebruikte materialen op het voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden:
een materiaal overeenkomstig de geharmoniseerde normen.
een materiaal overeenkomstig een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur.
De CKI verricht een aparte materiaalbeoordeling in het geval de gebruikte materialen niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De CKI verricht een controle van het (de) keuringsdocument(en), afgegeven door de fabrikant van het materiaal, op basis van de desbetreffende eisen van de Richtlijn (PED bijlage I, punt 4.3) met betrekking tot:
de geschiktheid van het kwaliteitssysteem van de fabrikant van het materiaal.
het soort keuringsdocument.
De criteria voor de uitvoering van een aparte materiaalbeoordeling resp. voor de vaststelling van het soort keuringsdocument zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de uitvoeringmethode(n) voor de toegepaste permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn i.c. bijlage 1/punt 3.1.2 met betrekking tot een van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een vakkundige aangemelde CKI.
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de Richtlijn.
De CKI verricht een eigenmachtige gedocumenteerde beoordeling van de desbetreffende uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen in het geval de uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn i.c. bijlage 1/punt 3.1.2 met betrekking tot een van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een vakkundige aangemelde CKI.
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de Richtlijn.
De CKI verricht een eigenmachtige gedocumenteerde beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen in het geval de kwalificatie(s) van het desbetreffende personeel niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van niet destructieve proeven op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn i.c. bijlage 1/punt 3.1.3 met betrekking tot de volgende voorwaarde:
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de Richtlijn.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van niet destructieve proeven zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI verricht voor de aanvang van de controle van de fabricage van het type de onderstaande activiteiten:
het vaststellen resp. vastleggen van de noodzakelijke beoordelingen, onderzoeken en beproevingen (zie 4.6.11).
Een detaillering van de essentiële toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de controle van de fabricage van het type is vastgelegd in de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur’ (bijlage 3).
De CKI stelt een schriftelijke verklaring van EG-typeonderzoek op.
Deze verklaring is 10 jaar geldig en de optie tot het aanvragen resp. verwerven van een vernieuwing.
De verklaring van EG-typeonderzoek bevat ten minste de informatie conform het over-zicht ‘minimum inhoud EG-verklaring van EG-type cq EG-verklaring van ontwerponderzoek’ (bijlage 2).
De CKI dient voor de beoordeling van een wijziging aan een goedgekeurd type te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
een aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling van het gewijzigde type.
de oorspronkelijke technische documentatie resp. oorspronkelijke verklaring van EG-typeonderzoek.
De CKI verricht een passende overeenstemmingsbeoordeling van het gewijzigde type gericht op de wijzigingen en de invloed van de geïdentificeerde wijzigingen op de overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen resp. de voorgeschreven gebruiksomstandigheden.
De CKI stelt voor een aanvullende goedkeuring een schriftelijke aanvulling op de oorspronkelijke verklaring van EG-typeonderzoek op.
De aanvulling op de verklaring van EG-typeonderzoek bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud EG-verklaring van EG-type cq EG-verklaring van ontwerponderzoek’ (bijlage 2).
De CKI dient een werkwijze te hebben gericht op de behandeling van het weigeren of intrekken van een verklaring van EG-typeonderzoek.
Deze werkwijze dient te voorzien in een (schriftelijke) opgave aan de fabrikant (aanvrager) van de gedetailleerde redenen voor een weigering of intrekking van een verklaring van EG-typeonderzoek.
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van een EG-typeonderzoek worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie)rapportages’ (bijlage 4)
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, de verklaring van EG-typeonderzoek en aanvullingen, weigeringen, intrekkingen, de (inspectie) rapportages en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
De CKI dient een werkwijze te hebben gericht op het voldoen aan de onderstaande actieve/passieve informatieverplichtingen, t.w.:
het in kennis stellen van de lidstaten van de van belang zijnde informatie over de door haar ingetrokken verklaring(en) van EG-typeonderzoek.
het -op verzoek- in kennis stellen van de lidstaten van de van belang zijnde informatie over de door haar afgegeven verklaring(en) van EG-typeonderzoek.
het in kennis stellen van de andere aangemelde CKI’s van de van belang zijnde informatie over de door haar geweigerde of ingetrokken verklaring(en) van EG-typeonderzoek.
het -op verzoek- verstrekken van alle nuttige informatie aan de andere aangemelde CKI’s over de door haar afgegeven of ingetrokken verklaring(en) van EG-typeonderzoek en aanvullingen.
De uitvoering van een ontwerponderzoek door een CKI omvat de volgende activiteiten.
De CKI dient voor de uitvoering van het ontwerponderzoek te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling;
een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag is ingediend bij een andere CKI;
de desbetreffende technische documentatie voor de uitvoering van het ontwerponderzoek.
De technische documentatie dient, voor zover dat voor de beoordeling van het ontwerp van het drukapparaat nodig is, inzicht te verschaffen in het ontwerp, het fabricageproces en de werking resp. te voorzien in de passende informatie voor de beoordeling van de overeenstemming van het ontwerp van het drukapparaat met de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur.
De CKI controleert de technische documentatie op volledigheid aan de hand van het desbetreffende overzicht ‘inhoudsopgave technische documentatie’ (bijlage 5).
De CKI dient in het geval het onderzoek van een ontwerp van een drukapparaat verscheidene varianten van drukapparatuur omvat te controleren of de verschillen tussen de varianten geen invloed hebben op het veiligheidsniveau van de drukapparatuur.
De variant(en) die in overeenstemming zijn met de onderstaande voorwaarden voldoet (voldoen) aan de eis ‘geen invloed hebben’ op het veiligheidniveau:
alle varianten zijn ingedeeld in dezelfde categorie;
alle varianten worden behandeld volgens dezelfde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure;
voor alle varianten is dezelfde ontwerpberekening van toepassing;
voor alle varianten worden dezelfde materialensoorten en/of uitvoeringsvormen van permanente verbindingen toegepast.
De CKI bestudeert de technische documentatie van het ontwerp van het drukapparaat en identificeert de afzonderlijke onderdelen voor het uitvoeren van een beoordeling van het ontwerp.
Voor de vaststelling van de aard en omvang van de beoordeling van het ontwerp van het type en/of de onderdelen worden twee verschillende uitgangspunten onderscheiden, t.w.:
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn toegepast;
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn niet toegepast.
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn toegepast:
een controle of de juiste geharmoniseerde normen, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast.
een controle van het ontwerp van het drukapparaat op basis van de toepassing van de geharmoniseerde normen, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (zie bijlage 7).
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur niet zijn toegepast:
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven van de fabrikant voldoen aan de essentiële eisen van de richtlijn drukapparatuur.
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast.
een controle van het ontwerp van het drukapparaat op basis van de toegepaste nor men of technische maatstaven van de fabrikant, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (zie bijlage 7).
De CKI controleert de gebruikte materialen op het voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden:
een materiaal overeenkomstig de geharmoniseerde normen.
een materiaal overeenkomstig een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur.
De CKI verricht een aparte materiaalbeoordeling in het geval de gebruikte materialen niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De CKI verricht een controle van het (de) keuringsdocument(en), afgegeven door de fabrikant van het materiaal, op basis van de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur (PED bijlage I, punt 4.3) met betrekking tot:
de geschiktheid van het kwaliteitssysteem van de fabrikant van het materiaal.
het soort keuringsdocument.
De criteria voor de uitvoering van een aparte materiaalbeoordeling resp. voor de vaststelling van het soort keuringsdocument zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de uitvoeringmethode(n) voor de toegepaste permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1/punt 3.1.2 met betrekking tot een van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een vakkundige aangemelde CKI.
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
De CKI verricht een eigenmachtige gedocumenteerde beoordeling van de desbetreffende uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen in het geval de uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur (PED bijlage I, punt 3.1.2) met betrekking tot een van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een vakkundige aangemelde CKI;
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
De CKI verricht een eigenmachtige gedocumenteerde beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen in het geval de kwalificatie(s) van het desbetreffende personeel niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van niet destructieve proeven op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur (PED bijlage I, punt 3.1.3) met betrekking tot de volgende voorwaarde:
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van niet destructieve proeven zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI stelt een schriftelijke verklaring van EG-ontwerponderzoek op.
De verklaring van EG-ontwerponderzoek bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud verklaring van EG-type-/ontwerponderzoek’ (bijlage 2).
De CKI dient voor de beoordeling van een wijziging aan een goedgekeurd ontwerp te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
een aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling van het gewijzigde ontwerp.
de oorspronkelijke technische documentatie resp. oorspronkelijke verklaring van EG-ontwerponderzoek.
De CKI verricht een passende overeenstemmingsbeoordeling van het gewijzigde ontwerp gericht op de wijzigingen en de invloed van de geïdentificeerde wijzigingen op de overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen resp. de voorgeschreven gebruiksomstandigheden.
De CKI stelt voor een aanvullende goedkeuring een schriftelijke aanvulling op de oorspronkelijke verklaring van EG-ontwerponderzoek op.
De aanvulling op de verklaring van EG-ontwerponderzoek bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud verklaring van EG-type- of ontwerponderzoek’ (bijlage 2).
De CKI dient een werkwijze te hebben gericht op de behandeling van het weigeren of intrekken van een verklaring van EG-ontwerponderzoek.
Deze werkwijze dient te voorzien in een (schriftelijke) opgave aan de fabrikant (aanvrager) van de gedetailleerde redenen voor een weigering of intrekking van een verklaring van EG-ontwerponderzoek.
De CKI dient ingeval van de uitvoering van een onvolledig ontwerponderzoek op grond van een faseverschil tussen de realisatie van het ontwerp en de aanvang van de fabricage van de drukapparatuur in overleg te treden met de fabrikant (aanvrager).
Na schriftelijk overleg en instemming van de fabrikant (aanvrager) is de CKI bevoegd tot het afgeven een verklaring van EG-ontwerponderzoek met een nadrukkelijke vermelding van een conditionele verklaring, inzake beperkingen van en voorwaarden voor de toepassing van de onderhavige verklaring van EG-ontwerponderzoek.
Een tekstvoorstel voor deze conditionele verklaring luidt:
Deze ‘verklaring van EG-ontwerponderzoek’ is onvolledig. De goedkeuring van de uitvoeringsmethoden voor permanente verbindingen en de controle van het personeel voor de uitvoering van de permanente verbindingen resp. de niet destructieve proeven is nog niet uitgevoerd.
Deze ‘verklaring van EG-ontwerponderzoek’ is niet eerder volledig dan na een aantoonbare uitvoering van de desbetreffende beoordelingen door een CKI met een positief resultaat.
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van een EG-ontwerponderzoek worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie)rapportages’ (bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, de verklaring van EG-ontwerponderzoek en aanvullingen, weigeringen, intrekkingen, de (inspectie) rapportages en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
De CKI dient een werkwijze te hebben gericht op het voldoen aan de onderstaande actieve/passieve informatieverplichtingen, te weten:
het in kennis stellen van de lidstaten van de van belang zijnde informatie over de door haar ingetrokken verklaring(en) van EG-ontwerponderzoek.
het – op verzoek – in kennis stellen van de lidstaten van de van belang zijnde informatie over de door haar afgegeven verklaring(en) van EG-ontwerponderzoek.
het in kennis stellen van de andere aangemelde CKI’s van de van belang zijnde informatie over de door haar geweigerde of ingetrokken verklaring(en) van EG-ontwerponderzoek.
het – op verzoek – verstrekken van alle nuttige informatie aan de andere aangemelde CKI’s over de door haar afgegeven of ingetrokken verklaring(en) van EG-ontwerponderzoek en aanvullingen.
De uitvoering van het toezicht op de eindcontrole door een CKI omvat de volgende activiteiten. In hoofdstuk 5 wordt het toezicht nader uitgewerkt.
De CKI dient voor de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole te beschikken over de onderstaande basisinformatie.
De benodigde basisinformatie is:
de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling;
de verklaring van EG-typeonderzoek;
de desbetreffende technische documentatie voor de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole;
het beoogde productieschema (m.n. planning, productiefrequentie en partijgrootte);
de gedocumenteerde methode van eindcontrole van de fabrikant.
De CKI beoordeelt of de verklaring van EG-typeonderzoek geldig is voor de onderhavige drukapparatuur.
In het kader van deze beoordeling zal de CKI met name controleren:
de revisiestatus van de technische documentatie inzake het ontwerp en het fabricageprocedé van de onderhavige drukapparatuur versus de geldende revisiestatus conform de bijbehorende verklaring van EG-typeonderzoek en eventuele aanvullingen.
De CKI draagt zorg voor het aanbrengen van het -aan haar toegekende- identificatienummer op ieder afzonderlijk drukapparaat.
Een CKI neemt passende maatregelen indien, in het kader van de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole, een of meerdere drukapparaten niet in overeenstemming zijn met de desbetreffende eisen van de Richtlijn.
De aard en omvang van de passende maatregelen zijn afhankelijk van de ernst en het karakter van de geconstateerde afwijkingen.
Eventuele passende maatregelen zijn o.a.:
het intrekken van de toestemming tot het aanbrengen van het identificatienummer;
het aansporen van de fabrikant tot:
het in het quarantaine plaatsen van de desbetreffende drukapparatuur;
het uitvoeren van corrigerende bewerkingen/handelingen;
het uit de handel nemen van de desbetreffende drukapparatuur;
het uitvoeren van een oorzaakanalyse (incidenteel/structureel) en het formuleren en implementeren van maatregelen ter verbetering;
het wijzigen van het monsternameplan (o.a. de intensiteit, ref.: ISO 2859 deel 1);
een kennisgeving aan de bevoegde autoriteit, t.w. de lidstaat van aanwijzing (voor Nederland: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van het toezicht op de eindcontrole worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie-)rapportages’ (= bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, de verklaring van EG-typeonderzoek, het productieschema, het monsternameplan, de (inspectie-) rapportages en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
De uitvoering van een productkeuring door een CKI omvat de volgende activiteiten.
De CKI dient voor de uitvoering van de productkeuring te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling;
de desbetreffende technische documentatie voor de uitvoering van de productkeuring;
de verklaring van EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek;
het beoogde productieschema.
De CKI dient voor de aanvang van de fabricage van de desbetreffende drukapparatuur met de fabrikant in overleg te treden met betrekking tot de onderstaande elementen:
de beoordeling van de geldigheid van de verklaring van EG-type of -ontwerponderzoek voor de desbetreffende drukapparatuur, t.w.: een controle van de revisiestatus van de desbetreffende technische documentatie inzake het ontwerp en het fabricageprocedé versus de revisiestatus conform de verklaring van EG-type of -ontwerponderzoek en eventuele aanvullingen.
de beheersing c.q. borging van het fabricageproces van de desbetreffende drukapparatuur op de vereiste overeenstemming met het type of ontwerp conform de verklaring van EG-type- of -ontwerponderzoek.
de beheersing van de relevante registraties om het voldoen aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn aan te tonen.
het vaststellen resp. vastleggen van de aard en omvang van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten door de CKI.
de kennisgeving aan de fabrikant van de resultaten van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten door de CKI.
De gevestigde methoden voor de beheersing van het onderhavige vooronderzoek fabricage en eindcontrole zijn:
het overleg tussen de CKI en de fabrikant door middel van een ‘pré inspection meeting’ (PIM).
het vastleggen van de beoordelings- onderzoek en beproevingsactiviteiten door of namens de fabrikant en de CKI door middel van een productie-/inspectie- / testplan.
De CKI verricht de vastgelegde proeven door het afleggen van een of meerdere bezoeken aan de fabricage, inspectie, beproeving- of opslagruimten van de fabrikant conform de vastgelegde aard en omvang van de beoordelings-, onderzoek of beproevingsactiviteiten voor ieder afzonderlijk drukapparaat.
De CKI verricht de onderstaande activiteiten in het kader van een productkeuring van ieder afzonderlijk drukapparaat:
de controle of het personeel, dat belast is met de permanente verbinding van de onderdelen gekwalificeerd of goedgekeurd is door een vakkundige derde partij conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.1.2.
de controle of het personeel, dat belast is met het niet destructief onderzoek gekwalificeerd of goedgekeurd is door een vakkundige derde partij conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.1.2.
de controle van het keuringsrapport/-document van het gebruikte materiaal voor de belangrijkste onder druk staande delen van de drukapparatuur overeenkomstig de Richtlijn, bijlage I, punt 4.3.
het verrichten of laten verrichten van de eindcontrole aan ieder afzonderlijk drukapparaat conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.2, te weten:
eindinspectie en bijbehorende technische documentatie;
beproeving;
onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen in geval van samenstellen.
Een detaillering van de essentiële toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de keuring door onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk drukapparaat is vastgelegd in de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur’ (bijlage 3).
De CKI draagt zorg voor het aanbrengen van het – aan haar toegekende – identificatienummer op ieder afzonderlijk drukapparaat.
De CKI stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op ten aanzien van de verrichte beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten.
De verklaring van overeenstemming bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud certificate of conformity’ (bijlage 1).
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van een productkeuring worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie)rapportages’ (bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, de verklaring van overeenstemming (‘declaration of conformity’), de verklaring van EG-type- of -ontwerponderzoek, het productieschema, de (inspectie) rapportages, de verklaring van overeenstemming (‘certificate of conformity’) en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
De uitvoering van een eenheidskeuring door een CKI omvat de volgende activiteiten.
De CKI dient voor de uitvoering van een eenheidskeuring te beschikken over de on-derstaande basisinformatie:
de aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling;
de desbetreffende technische documentatie voor de uitvoering van het ontwerponderzoek;
een productieschema (planning);
De technische documentatie dient, voor zover dat voor de beoordeling van het ontwerp van het drukapparaat nodig is, inzicht te verschaffen in het ontwerp, het fabricageproces en de werking resp. te voorzien in de passende informatie voor de beoordeling van de overeenstemming van het ontwerp van het drukapparaat met de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur.
De CKI controleert de technische documentatie op volledigheid aan de hand van het desbetreffende overzicht ‘inhoudsopgave technische documentatie’ (bijlage 5).
De CKI bestudeert de technische documentatie van het ontwerp van het drukapparaat en identificeert de afzonderlijke onderdelen voor het uitvoeren van een beoordeling van het ontwerp.
Voor de vaststelling van de aard en omvang van de beoordeling van het ontwerp van het type en/of de onderdelen worden twee verschillende uitgangspunten onderscheiden, t.w.:
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn toegepast.
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn niet toegepast.
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn zijn toegepast:
een controle of de juiste geharmoniseerde normen, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast.
een controle van het ontwerp van het drukapparaat op basis van de toepassing van de geharmoniseerde normen, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (zie bijlage 7).
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn niet zijn toegepast:
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven van de fabrikant voldoen aan de essentiële eisen van de richtlijn drukapparatuur.
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast.
een controle van het ontwerp van het drukapparaat op basis van de toegepaste normen of technische maatstaven van de fabrikant, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (zie bijlage 7).
De CKI controleert de gebruikte materialen op het voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden:
een materiaal overeenkomstig de geharmoniseerde normen.
een materiaal overeenkomstig een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur.
De CKI verricht een aparte materiaalbeoordeling in het geval de gebruikte materialen niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De CKI verricht een controle van het (de) keuringsdocument(en), afgegeven door de fabrikant van het materiaal, op basis van de desbetreffende eisen van de Richtlijn, bijlage I, punt 4.3 met betrekking tot:
de geschiktheid van het kwaliteitssysteem van de fabrikant van het materiaal.
het soort keuringsdocument.
De criteria voor de uitvoering van een aparte materiaalbeoordeling resp. voor de vaststelling van het soort keuringsdocument zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de uitvoeringmethode(n) voor de toegepaste permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1/punt 3.1.2 met betrekking tot een van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een vakkundige aangemelde CKI.
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de Richtlijn.
De CKI verricht een eigenmachtige gedocumenteerde beoordeling van de desbetreffende uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen in het geval de uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de uitvoeringsmethode(n) voor permanente verbindingen zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1/punt 3.1.2 met betrekking tot een van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een vakkundige aangemelde CKI.
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
De CKI verricht een eigenmachtige gedocumenteerde beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen in het geval de kwalificatie(s) van het desbetreffende personeel niet voldoen aan een van deze voorwaarden.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van niet destructieve proeven op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1/punt 3.1.3 met betrekking tot de volgende voorwaarde:
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
De criteria voor de uitvoering van een beoordeling van de vakbekwaamheid van het personeel belast met de uitvoering van niet destructieve proeven zijn vastgelegd in paragraaf 4.24.
De CKI dient voor de aanvang van de fabricage van de desbetreffende drukapparatuur met de fabrikant in overleg te treden met betrekking tot de onderstaande elementen:
de (deel)resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling conform punt 4.10.1 t/m 4.10.7.
de beheersing van de relevante registraties om het voldoen aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn aan te tonen.
het vaststellen resp. vastleggen van de aard en omvang van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten door de CKI.
de kennisgeving aan de fabrikant van de resultaten van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten door de CKI.
De gevestigde methoden voor de beheersing van het onderhavige vooronderzoek fabricage en eindcontrole zijn:
het overleg tussen de CKI en de fabrikant door middel van een ‘pré-inspection meeting’.
het vastleggen van de beoordelings- onderzoek en beproevingsactiviteiten door of namens de fabrikant en de CKI door middel van een productie-/inspectie-/ testplan.
De CKI verricht de vastgelegde proeven door het afleggen van een of meerdere bezoeken aan de fabricage, inspectie, beproeving- of opslagruimten van de fabrikant conform de vastgelegde aard en omvang van de beoordelings-, onderzoek of beproevingsactiviteiten voor ieder afzonderlijk drukapparaat.
De CKI verricht de onderstaande activiteiten in het kader van een keuring door onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk drukapparaat:
het verrichten of laten verrichten van de eindcontrole aan ieder afzonderlijk drukapparaat conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.2, te weten:
eindinspectie en bijbehorende technische documentatie;
beproeving;
onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen in geval van samenstellen.
Een detaillering van de essentiële toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de keuring door onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk drukapparaat is vastgelegd in de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur’ (bijlage 3).
De CKI draagt zorg voor het aanbrengen van het – aan haar toegekende – identificatienummer op ieder afzonderlijk drukapparaat.
De CKI stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op ten aanzien van de verrichte beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten.
De verklaring van overeenstemming bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud certificate of conformity’ (bijlage 1).
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van een EG-eenheidskeuring worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum in-houd (inspectie)rapportages’ (bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, de verklaring van overeenstemming (‘declaration of conformity’), het productieschema, de (inspectie) rapportages, de verklaring van overeenstemming (‘certificate of conformity’), en de overige re-levante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
Procedure voor de controle van het ontwerp. De procedures voor het beoordelen van het kwaliteitssysteem bevinden zich in het schema voor het beoordelen van systemen.
De CKI dient voor de uitvoering van de controle van het ontwerp te beschikken over de onderstaande door de fabrikant beschikbaar gestelde basisinformatie:
de aanvraag
de technische informatie
Bevat de aanvraag een eenduidige relatie met het onder deze module beoordeelde kwaliteitssysteem ?
Bevat de aanvraag de vereiste technische informatie ?
Op basis van de technische informatie moet kunnen worden beoordeeld of de drukapparatuur in overeenstemming is met de betreffende eisen van de richtlijn. De technische informatie dient, voor zover dat voor de beoordeling nodig is, inzicht te verschaffen in het ontwerp, het fabricageproces en de werking van de drukapparatuur en dient het volgende te bevatten:
een algemene beschrijving van het ontwerp
ontwerp- en fabricagetekeningen alsmede schema's van de uitrustingsdelen
beschrijving en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van genoemde tekeningen en schema's en van de werking van de vervoerbare drukapparatuur
een overzicht van de normen/codes die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast
een beschrijving van de oplossingen die zijn gekozen indien deze normen/codes niet zijn toegepast
het nodige bewijsmateriaal ter bevestiging van de geschiktheid van het ontwerp. Dit bewijsmateriaal moet de resultaten van eventuele proeven omvatten die door het daarvoor in aanmerking komende laboratorium van de fabrikant of voor diens rekening zijn uitgevoerd
de gemaakte ontwerp- en eventuele controleberekeningen, de verrichte onderzoeken enz.
De CKI onderzoekt de technische informatie over het ontwerp om de overeenstemming van het ontwerp met de desbetreffende eisen van de richtlijn vast te kunnen stellen.
Dit onderzoek dient de volgende controle-elementen te omvatten.
Bij de bepaling van de aard, omvang en diepgang van haar onderzoek kan de CKI gemotiveerd rekening houden met de resultaten van haar onderzoek van het kwaliteitssysteem van de fabrikant voor het ontwerpproces.
Controle-elementen zijn conform de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling drukapparatuur’ (bijlage 7).
De CKI stelt een schriftelijke verklaring van EG-ontwerponderzoek op.
De verklaring van EG-ontwerponderzoek bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud verklaring van EG-type-/ontwerponderzoek’ (bijlage 2).
De CKI dient voor de beoordeling van een wijziging aan een goedgekeurd ontwerp te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
een aanvraag voor een overeenstemmingsbeoordeling van het gewijzigde ontwerp.
de oorspronkelijke technische documentatie resp. oorspronkelijke verklaring van EG-ontwerponderzoek.
De CKI verricht een passende overeenstemmingsbeoordeling van het gewijzigde ontwerp gericht op de wijzigingen en de invloed van de geïdentificeerde wijzigingen op de overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen resp. de voorgeschreven gebruiksomstandigheden.
De CKI stelt voor een aanvullende goedkeuring een schriftelijke aanvulling op de oorspronkelijke verklaring van EG-ontwerponderzoek op.
De aanvulling op de verklaring van EG-ontwerponderzoek bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud verklaring van EG-type- of ontwerponderzoek’ (bijlage 2).
De CKI dient een werkwijze te hebben gericht op de behandeling van het weigeren of intrekken van een verklaring van EG-ontwerponderzoek.
Deze werkwijze dient te voorzien in een (schriftelijke) opgave aan de fabrikant (aanvrager) van de gedetailleerde redenen voor een weigering of intrekking van een verklaring van EG-ontwerponderzoek.
De resultaten van de afzonderlijke beoordelingsactiviteiten in het kader van een EG-ontwerponderzoek worden door de CKI vastgelegd in rapportages.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie)rapportages’ (bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, de verklaring van EG-ontwerponderzoek en aanvullingen, weigeringen, intrekkingen, de (inspectie) rapportages en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
De CKI dient procedures te hanteren om te voldoen aan de informatieverplichtingen als vastgelegd in de Richtlijn, bijlage III,
t.a.v. het kwaliteitssysteem: Module H, punt 6, conform het schema voor beoordeling van systemen;
t.a.v. de controle van het ontwerp: Module H1, punt 1e.
Opmerking: voor beoordeling kwaliteitssystemen zie het schema voor beoordeling systemen.
De CKI dient voor de beoordeling te beschikken over de onderstaande basisinformatie:
de volledige technische documentatie van samenstellen;
een inventarisatie van de onderscheidenlijke drukapparaten waaruit samenstellen bestaat;
de vaststelling of deze afzonderlijke apparaten aan een afzonderlijke procedure voor de beoordeling van overeenstemming onderworpen zijn geweest en zijn voorzien van een aparte CE markering met bijbehorende documentatie.
De uitvoering dient te omvatten:
De beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen:
de vaststelling van het onderdeel met de hoogste categorie, waarbij veiligheidsappendages niet in aanmerking worden genomen;
de beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen van samenstellen overeenkomstig de Richtlijn bijlage I art. 2.8 en 2.9, met in acht name van het onderdeel met de hoogste categorie;
De beoordeling van de beveiliging van samenstellen:
de vaststelling van het te beveiligen onderdeel met de hoogste categorie;
de beoordeling van de beveiliging van samenstellen tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen overeenkomstig de Richtlijn bijlage I art. 2.10 en 3.2.3.
De resultaten van de beoordeling worden vastgelegd in een controle- en proefverslag als onderdeel van de eindrapportage ten behoeve van de te verstrekken ‘Verklaring van overeenstemming’ voor samenstellen.
Deze procedure vertoont grote overeenkomst met de procedures voor het beoordelen van samenstellen zoals omschreven in de paragrafen 4.4 – 4.12. Om deze reden wordt in de hierna volgende tekst enkele malen naar deze paragrafen verwezen.
De CKI dient voor de beoordeling te beschikken over een schriftelijke aanvraag van de gebruiker. Deze aanvraag moet de onderstaande basisinformatie bevatten:
naam en adres van de gebruiker;
de volledige technische documentatie van het druksysteem;
een inventarisatie van de onderscheidenlijke drukapparaten waaruit het druksysteem bestaat;
de vaststelling of deze afzonderlijke apparaten aan een afzonderlijke procedure voor de beoordeling van overeenstemming onderworpen zijn geweest en zijn voorzien van een aparte CE markering met bijbehorende documentatie;
voor zover nog niet voorzien door de voorgaande punten: de benodigde basisinformatie zoals is vermeld in de paragrafen 4.5 t/m 4.11 voor de betrokken behandelingsprocedure.
De CKI dient voor de behandeling van een beoordeling van de samenbouw van een druksysteem (besluit art. 12a, lid 1) over een schriftelijke procedure te beschikken.
Met betrekking tot de vereisten voor de respectievelijke procedures op basis van de vastgestelde behandelingsprocedure (module) voor de uitvoering van de overeenstemmingsbeoordeling wordt verwezen naar de paragrafen 4.5 t/m 4.11.
In het bijzonder wordt met betrekking tot de procedure voor het door een CKI verstrekken van een ‘verklaring van type-/ontwerponderzoek’ voor een druksysteem verwezen naar paragraaf 4.6 (module B) / paragraaf 4.7 (module B1)
Opmerking: De behandelingsprocedures voor samenstellen volgens de Richtlijn (zie paragraaf 4.12) en die van het nationale regime voor druksystemen zijn aan elkaar gelijk. Er is een verschil in de te verstrekken documenten (zie hoofdstuk 9) en het niet aanbrengen van de CE-markering. Voor de samenbouw van druksystemen is de gebruiker de fabrikant.
De uitvoering door de CKI dient te omvatten:
de beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen van het druksysteem overeenkomstig de Richtlijn bijlage I, punt 2.3, 2.8 en 2.9 en de overige van toepassing zijnde eisen van deze bijlage;
de beoordeling van de beveiliging van het druksysteem tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen overeenkomstig de Richtlijn bijlage I, punt 2.10 en 3.2.3.
De rapportage over de samenbouw van een druksysteem dient te geschieden zoals is vermeld in de paragrafen 4.4 – 4.12 voor de betrokken behandelingsprocedure voor samenstellen.
Daarbij worden de resultaten van de afzonderlijke beoordelingactiviteiten in het kader van de betrokken behandelingsprocedure door de CKI vastgelegd in rapportages. De rapportages bevatten tenminste de informatie volgens het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie) rapportages’ (bijlage 4).
Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek zal een CKI al of niet een ‘verklaring van overeenstemming ten aanzien van de verrichte proeven’ afgeven.
Een ‘verklaring van ontwerponderzoek’ voor een druksysteem van de gebruiker m.b.t. het samenbouwen van druksystemen worden afgegeven door CKI’s.
De genoemde verklaringen onderscheiden zich van de verklaringen van een fabrikant, niet zijnde de gebruiker, door het weglaten van de letters ‘EG’.
De aangewezen CKI kan ter identificering van zichzelf gebruik maken van zijn Europees identificatienummer als aangewezen aangemelde CKI.
De archivering dient te geschieden zoals is vermeld in de paragrafen 4.5 – 4.12 voor de betrokken behandelingsprocedure.
Hierbij worden de volgende documenten door de CKI bewaard:
aanvraag
de desbetreffende documentatie
afschriften van de ‘verklaring van overeenstemming ten aanzien van de verrichte proeven’
(alleen voor CKI’s) afschriften van de ‘verklaring van ontwerponderzoek’
een weigering of intrekking
de (inspectie-)rapportages
de overige relevante documenten
De bewaartermijn bedraagt minimaal 10 jaar.
De door de CKI getekende ‘verklaring van overeenstemming van de verrichte proeven’ wordt met bijbehorende rapportage verstrekt aan de aanvrager.
De verklaring moet tenminste de informatie volgens bijlage 1 bevatten.
De door de CKI getekende ‘verklaring van ontwerponderzoek’ wordt met bijbehorende rapportage verstrekt aan de aanvrager.
De verklaring moet tenminste de informatie volgens bijlage 2 bevatten.
De CKI dient voor de uitvoering van het onderzoek te beschikken over een schriftelijke aanvraag door of namens de gebruiker. Deze aanvraag moet de volgende basisinformatie bevatten:
naam en adres van de gebruiker;
plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld;
de EG-verklaring van overeenstemming of de verklaring van overeenstemming;
de gebruiksaanwijzing, bedoeld in bijlage I, punt 3.4 van de Richtlijn;
documentatie van de apparatuur zoals die gold voor inwerkingtreding van het besluit;
aanvullende documentatie, indien nodig.
De CKI dient voor de behandeling van een aanvraag voor een keuring vóór ingebruikneming (besluit, art. 12b, lid 3) over een schriftelijke procedure te beschikken.
De procedure keuring vóór ingebruikneming is aansluitend op de procedures van de paragrafen 4.4 – 4.13, met betrekking tot de vervaardiging van drukapparatuur en samenstellen en samenbouw van een druksysteem.
De CKI zal, voor zover van toepassing, het volgende onderzoek uitvoeren, waarbij rekening gehouden wordt met de beoordelingen van overeenstemming die ingevolge de artikelen 11, 12, 12a of 14a van het besluit in het kader van de vervaardiging van de bedoelde apparatuur reeds hebben plaatsgevonden (zie besluit art. 12b, lid 7):
de verificatie van de drukapparatuur aan de hand van de gebruiksaanwijzing en markeringen;
de controle van de uitwendige toestand van de drukapparatuur;
de controle van de werking van de veiligheidsappendages en onder druk staande appendages, voor zover van toepassing;
de controle van de opstelling van de drukapparatuur.
De rapportages bevatten tenminste de informatie volgens het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie) rapportages’ (bijlage 4).
Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek zal de CKI een rapport opmaken en al of niet een ‘verklaring van ingebruikneming’ of een ‘voorlopige verklaring van ingebruikneming’ afgeven.
De aanvraag, een afschrift van de ‘verklaring van ingebruikneming’ of een ‘voorlopige verklaring van ingebruikneming’, een weigering, een intrekking, de (inspectie) rapportages en de overige relevante documenten worden door de CKI bewaard (bewaartijd is minimaal de toegekende herkeurtermijn + 4 jaar, met een minimum van 10 jaar).
De door de CKI getekende 'verklaring van ingebruikneming' of ‘voorlopige verklaring van ingebruikneming’ wordt met het bijbehorende rapport verstrekt aan de aanvrager. De verklaringen moeten tenminste de informatie volgens bijlage 8 bevatten.
De CKI verstrekt aan de aanvrager aantekenbladen, waarop de bevindingen van verrichtingen aan de drukapparatuur gedurende gebruiksfase worden vermeld.
Ieder aantekenblad moet ten behoeve van de identificeerbaarheid tenminste de volgende informatie bevatten: een referentiekenmerk van het drukapparaat, dat tevens genoemd wordt op de ‘verklaring van ingebruikneming’. Er dient een zodanig systeem van bladnummering gehanteerd te worden dat daaruit het bestaan van alle aantekenbladen af te leiden is.
De CKI dient ten aanzien van de uitvoering van het onderzoek te beschikken over een schriftelijke aanvraag van de gebruiker. Deze aanvraag moet de volgende basisinformatie bevatten:
naam en adres van de gebruiker;
plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld;
(indien van toepassing) de verklaring van ingebruikneming, met inbegrip van het aantekenblad *1);
de verklaring van herkeuring afgegeven na een voorgaande herkeuring, met inbegrip van het bijbehorende rapport;
de documentatie van de apparatuur zoals die gold voor inwerkingtreding van het besluit (1 augustus 2005);
aanvullende documentatie, indien nodig;
een herbeoordelingplan voor de vaste termijn*2).
Ingeval van drukapparatuur waarvoor conform het Besluit geen Verklaring van Ingebruikneming vereist is conform Regeling artikel 2, maar waarvoor wel een herkeurplicht geldt conform de Regeling art. 3, treedt de Verklaring van overeenstemming betreffende het samenstel of druksysteem hiervoor in de plaats.
Een reeds in een eerder stadium goedgekeurd herbeoordelingsplan attendeert de gebruiker over de noodzakelijke voorbereidingen voor de uitvoering van de herkeuring.
In aanvulling op de basisinformatie:
een voorstel voor een concrete datum, in de eerste 6 maanden na overschrijding van de jaargrens, waarop de herkeuring zal worden uitgevoerd;
gegevens waaruit blijkt dat de integriteit van de drukapparatuur op basis van technische maatstaven, tot het moment van de herkeuring, is gewaarborgd.
In aanvulling op de basisinformatie:
gegevens waaruit blijkt dat de drukapparatuur, op basis van technische maatstaven, in aanmerking komt voor de verlenging;
gegevens waaruit blijkt dat de inspectieafdeling van de gebruiker gecertificeerd is voor de betreffende taak, zoals vastgelegd in PRD 2.4*);
de gewenste termijnverlenging;
een herbeoordelingsplan voor termijnverlenging;
gegevens over de gebruiksomstandigheden, voor zover die van belang kunnen zijn voor de degradatie tijdens de verlengde termijn;
gegevens over uitgevoerde wijzigingen en reparaties;
een verklaring van de gebruiker dat de gewenste verlenging verantwoord is;
voor een overzicht van de taakverdeling tussen de gebruiker; IVG; KVG; AKI zie bijlage 11.
In aanvulling op de basisinformatie:
gegevens waaruit blijkt dat de drukapparatuur, op basis van technische maatstaven, in aanmerking komt voor de termijnflexibilisering;
gegevens waaruit blijkt dat de inspectieafdeling van de gebruiker gecertificeerd is voor de betreffende taak*) en de overige afdelingen van de gebruiker die invloed hebben op de kwaliteit van de werkzaamheden in het kader van termijnflexibilisering, voldoet aan artikel 9 vijfde lid van de Regeling en verder voldaan wordt aan het gestelde in het PRD 2.3 en 2.4;
de gewenste termijn;
een herbeoordelingsplan voor termijnflexibilisering;
overige verplichte informatie als te overleggen volgens PRD 2.3;
een verklaring van de gebruiker dat de gewenste flexibilisering verantwoord is;
voor een overzicht van de taakverdeling tussen de gebruiker; IVG; KVG; AKI zie bijlage 11.
Ingeval de gebruiker beschikt over een KVG, kan deze namens de gebruiker de handelingen verrich-ten zoals door een IVG uit te voeren. Zie bijlage 11.
De CKI dient voor de behandeling van een aanvraag voor herkeuring (besluit, art.12c, lid 3) over een schriftelijke procedure te beschikken.
De volgende aspecten moeten in de procedure voor herkeuring (vaste termijnen) zijn opgenomen:
het beoordelen van de aanvraag. (m.n. de historie van het drukapparaat en het te volgen herbeoordelingsplan);
het uitvoeren van het onderzoek (par. 4.15.5);
de rapportage (par. 4.15.6);
de formulering van het eindoordeel *) aangaande het verdere gebruik van de drukapparatuur en eventuele daaraan verbonden voorwaarden;
bijwerken aantekenblad en afgifte van een Verklaring van Herkeuring (par. 4.15.7 en 4.15.8);
(alleen voor CKI’s voor zover van toepassing) de uitvoering van het toezicht op een inspectieafdeling van de gebruiker en de door die afdeling uitgevoerde herkeuringen.
Bij de vaststelling van de vaste termijn van 4 onderscheidenlijk 6 jaar bij drukvaten en installatieleidingen worden tevens de bijbehorende veiligheidsappendages betrokken.
Zie de Regeling, art.6 lid 1a en lid 2. Hierbij wordt de vaststelling van de termijn voor de veiligheidsappendages op de daarvoor specifiek geldende constructieve en functionele eisen gebaseerd. Hierdoor kan het voorkomen dat de termijn van de veiligheidsappendage(s) korter is dan de vaste termijn van het drukvat of installatieleiding, maar nooit langer
De procedure voor vaste termijnen dient tevens te voorzien in een (schriftelijke) opgave aan de gebruiker (aanvrager) van de redenen tot weigering van een verzoek tot herkeuring.
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure gericht op de behandeling van een verzoek tot overschrijding van de jaargrens op basis van de verstrekte informatie als genoemd in par. 4.15.1.1.
Deze procedure dient te voorzien in een (schriftelijke) opgave aan de gebruiker (aanvrager) van de redenen tot weigering van een verzoek tot overschrijding.
De van toepassing zijnde taakverdeling is in de volgende tabel overzichtelijk weergegeven.
Gebruiker |
Inspectieafdeling Van de Gebruiker (IVG) |
Keuringsdienst Van Gebruikers (KVG) |
Aangewezen Keuringsinstelling (AKI) |
Overschrijden jaargrens (uitstel) | |||
• Voorbereiden van de aanvraag – Beoordelen van de historie – Alternatieve (NDO) onderzoeken (par. 4.5.2.1) • Aanvraag indienen • Toevoegen verklaring dat uitstel verantwoord is |
• Beoordeelt de aanvraag • Neemt onderzoeksresultaten mee in het eindoordeel • Eindoordeel formuleren over het aangevraagde uitstel |
||
• Ondersteunen van de aanvraag • Indien van toepassing: uitvoeren en rapporteren van de inspectiebevindingen • Autorisatie rapportage • Beoordelen en medeondertekenen van de aanvraag |
• Houdt toezicht op de uitvoering afhandeling van de aanvraag tot overschrijden jaargrens (uitstel) • Eindoordeel formuleren over de aangevraagde overschrijding jaargrens (uitstel) |
De CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure gericht op het stellen van kortere termijnen dan in de MR is vastgelegd.
Deze procedure dient te voorzien in een (schriftelijke) opgave aan de gebruiker (aanvrager) van de redenen tot de beslissing van de kortere termijn.
Opmerking: Dit betreft de periodieke herkeuring aan het einde van een vaste, verlengde of geflexibiliseerde termijn.
De CKI voert, voor zover van toepassing, op basis van het gestelde in artikel 3 van de MR, de onderzoeken uit conform het goedgekeurde herbeoordelingsplan.
Opmerking: In dit geval is de CKI verantwoordelijk voor de correcte waarneming en juiste rapportage en het aftekenen van het bewuste inspectiepunt.
Een CKI beoordeelt het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van het gestelde in het schema voor beoordeling van systemen.
Dezelfde CKI is verder betrokken bij:
verificatie van minimaal 10% *) van de herbeoordelingplannen;
bijwonen en/of herhalen van minimaal 10% *) van door de IVG uitgevoerde onderzoeken conform het herbeoordelingsplan. De IVG blijft hierbij verantwoordelijk voor de rapportage.
Opmerking: De AKI tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen, ten teken dat de waarneminen correct zijn en juist zijn weergegeven op het rapport.
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het afgeven van de Verklaring van herkeuring en het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
Een CKI beoordeelt het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van het gestelde in het schema voor beoordeling van systemen. Dezelfde CKI is verder betrokken bij:
verificatie van 100% van de herbeoordelingplannen voor termijnverlenging;
bijwonen en/of herhalen van minimaal 10% *) van door de IVG uitgevoerde onderzoeken conform het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging. De IVG blijft hierbij verantwoordelijk voor de rapportage.
Opmerking: De AKI tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen, ten teken dat de waarnemingen correct zijn en juist zijn weergegeven op het rapport.
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het afgeven van de Verklaring van herkeuring (met de verlengde termijn) en het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
De CKI heeft geen bemoeienis met de beoordeling van het kwaliteitssysteem van de KVG. De basis daarvoor zijn de betreffende accreditatienormen.
De CKI is betrokken bij:
verificatie van 100% van de herbeoordelingsplannen voor termijnverlenging;
bijwonen en/of herhalen van maximaal 10%*) van door de KVG uitgevoerde onderzoeken conform het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging. De KVG is hierbij verantwoordelijk voor de rapportage (zie bijlage 4).
Opmerking: De KVG tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen.
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het afgeven van de Verklaring van herkeuring (met de verlengde termijn) en het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
Een CKI beoordeelt het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van het gestelde in het schema voor beoordeling van systemen. Dezelfde CKI is verder betrokken bij:
verificatie van 100% van de herbeoordelingsplannen t.b.v. de uitvoering van de periodieke herkeuring na het verstrijken van de geflexibiliseerde termijn;
bijwonen en/of herhalen van minimaal 10%*) van door de IVG uitgevoerde herkeuringen;
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het afgeven van de Verklaring van herkeuring en het maken van een aantekening op het aantekenblad.
(Afhankelijk van de beschikbaarheid van informatie kan er sprake zijn van een vaste termijn of een nieuwe geflexibiliseerde termijn. Om voor een nieuwe geflexibiliseerde termijn in aanmerking te komen, dient de gebruiker binnen 12 maanden na het uitvoeren van de periodieke herkeuring een nieuw inspectieprogramma op basis van de RBI indienen).
Op basis van verkregen (proces) informatie tijdens de looptijd van de geflexibiliseerde termijn kunnen de specifieke herbeoordelingsplannen worden aangepast en verwerkt in het jaarplan met uit te voeren inspecties.
beoordelen van het jaarplan met de uit te voeren RBI inspecties;
bijwonen en/of herhalen van minimaal 10% *) van door de IVG uitgevoerde ‘niet-inwendige’ inspecties. De IVG blijft hierbij verantwoordelijk voor de rapportage.
Opmerking: De AKI tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen, ten teken dat de waarnemingen correct zijn en juist zijn weergegeven op het rapport.
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
De CKI heeft geen bemoeienis met de beoordeling van het kwaliteitssysteem van de KVG betreffende de werkzaamheden van de KVG conform de tabel in bijlage 11. De basis daarvoor zijn de betreffende accreditatienormen.
De AKI beoordeelt wel het kwaliteitssysteem van de gebruiker m.b.t. de andere afdelingen en aspecten die invloed hebben op de kwaliteit van de werkzaamheden welke in het kader van de termijnflexibilisering moeten worden verricht.
Op basis van verkregen (proces) informatie tijdens de looptijd van de geflexibiliseerde termijn kunnen de specifieke herbeoordelingsplannen worden aangepast en verwerkt in het jaarplan met uit te voeren inspecties.
beoordelen van het jaarplan met de uit te voeren inspecties aan drukapparatuur met een geflexibiliseerde termijn;
bijwonen en/of herhalen van maximaal 10% *) van door de KVG uitgevoerde ‘niet-inwendige’ inspecties. De KVG blijft hierbij verantwoordelijk voor de rapportage van de inspectiebevindingen. (zie bijlage 4)
Opmerking: De KVG tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen.
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
De rapportage met daarin de uitkomsten van beoordelingen van de ingediende informatie conform paragraaf 4.15.1 en uitgevoerde onderzoeken conform paragraaf 4.15.5 bevat tenminste de informatie volgens het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie) rapportages – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 4) bevat.
De aanvraag, een afschrift van de ‘verklaring van herkeuring’, een weigering, een intrekking, de beoordelingen, de (inspectie-)rapportages en de overige relevante documenten worden door de CKI bewaard (bewaartijd is minimaal de toegekende herkeuringtermijn + 4 jaar, met een minimum van 10 jaar).
De door de CKI getekende 'verklaring van herkeuring' wordt met het bijbehorende rapport verstrekt aan de aanvrager. De verklaring moet tenminste de informatie volgens bijlage 9 bevatten.
Op verzoek van de gebruiker kan, op basis van het besluit art. 12c, lid 9 worden volstaan met één verklaring van herkeuring voor meerdere drukapparaten. Op basis van de MR kan ook voor een groep installatieleidingen worden volstaan met één verklaring.
De CKI vermeldt op de aantekenbladen de bevindingen van de door hen uitgevoerde herkeuring, alsmede een verwijzing (referentie) naar de Verklaring van Herkeuring en/of het eindoordeel van de CKI aangaande het verdere gebruik van de drukapparatuur zo nodig met verwijzing naar een bijbehorend rapport.
Ingeval dat inspecties onder toezicht van een CKI door de inspectieafdeling van de gebruiker (IVG) zijn uitgevoerd, vermeldt de CKI op het aantekenblad een verwijzing naar de Verklaring van Herkeuring en/of haar eindoordeel aangaande het verdere gebruik van de drukapparatuur. Uit de aantekening op het aantekenblad dient herleidbaar*) te zijn, op welke rapportage het eindoordeel van de CKI gebaseerd is.
Ingeval dat inspecties in het kader van termijnverlenging of termijnflexibilisering onder toezicht van een instelling door de KVG zijn uitgevoerd, vermeldt de instelling op het aantekenblad een verwijzing naar de Verklaring van Herkeuring en/of haar eindoordeel aangaande het verdere gebruik van de drukapparatuur. Uit de aantekening op het aantekenblad dient herleidbaar*) te zijn, op welke rapportage het eindoordeel van de instelling gebaseerd is.
Opmerking: Dit kan ook middels een referentie in het rapport van de AKI naar een rapport van de IVG of KVG.
De herkeuring van flessen voor ademhalingstoestellen vindt plaats volgens de eisen, nader uitgewerkt in de PRD 2.3.
In de procedure van de CKI dient te zijn opgenomen dat de datum van herkeuring en het kenmerk van de CKI op flessen voor ademhalingstoestellen wordt op duurzame wijze aangebracht. Het is aan de CKI om een uniek kenmerk te ontwikkelen dat op een publiekelijk toegankelijke plaats (b.v. website op Internet) wordt gepubliceerd.
Conform de Toelichting bij het Besluit wordt bij de herkeuring van flessen geen Verklaring van herkeuring afgegeven.
De herkeurde flessen staan op een verzamelstaat met minimaal de volgende gegevens:
Naam van de beproevingsinrichting
Eigenaar van de fles(sen)
Datum eerste keur
Flesnummer
Inhoud [liters]
Oorspronkelijk gewicht [kg]
Huidige gewicht [kg]
Proefdruk [barg]
Herbeproevingsdatum
(indien van toepassing) bevindingen in/uitwendig onderzoek
Beproevingsresultaat / indicatie goedkeur onderscheidenlijk afkeur
Naam en handtekening bevoegd persoon van de beproevingsinrichting.
De CKI behoudt van de door haar gewaarmerkte verzamelstaten een afschrift.
De CKI dient voor de uitvoering van de intredekeuring te beschikken over een schriftelijke aanvraag van de gebruiker. Deze aanvraag moet, voor zover van toepassing, de volgende basisinformatie bevatten:
naam en adres van de gebruiker;
plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld;
de documenten omtrent het ontwerp, de vervaardiging en het toegestane gebruik (op de vorige plaats van opstelling);
de afgegeven verklaringen met bijbehorende rapporten met betrekking tot drukapparatuur van keuringsinstellingen.
De CKI dient voor de behandeling van een aanvraag voor een intredekeuring (besluit, art. 12d, lid 3) over een schriftelijke procedure te beschikken. De toetsing van het ontwerp/constructie gebeurt tegen de actuele versie van de oorspronkelijk toegepaste normen, of ontwerp- / constructieregels. Indien deze niet meer beschikbaar zijn mag op andere wijze aangetoond worden dat aan de betreffende essentiële veiligheidseisen van de PED wordt voldaan.
De procedure moet o.a voorzien in een beoordeling van de verschillen tussen de te hanteren normen, of ontwerp- / constructieregels en de beschikbare documentatie van de drukapparatuur in relatie tot het beoogd gebruiksdoel.
De CKI moet, voor zover van toepassing, de volgende handelingen verrichten;
beoordeling van het ontwerp naar beoogd gebruiksdoel, bestaande uit:
Verificatie van de beschikbaar gestelde informatie, waaruit moet blijken dat de drukapparatuur in het land van herkomst voor bepaalde ontwerp- en gebruikscondities in gebruik mocht zijn. Deze informatie vormt de referentie voor de aangevraagde ontwerp- en gebruikscondities;
Beoordelen van de ontwerpcondities tegen de voorziene gebruiksconditie(s);
Beoordelen van het ontwerp c.q. de constructie.
beoordeling van de documenten met betrekking tot de vervaardiging, bestaande uit:
Verificatie of aan de vereiste onderzoeken en inspecties conform de toegepaste normen, of ontwerp- / constructieregels is voldaan;
Ingeval van ontbrekende documenten of informatie over bepaalde onderzoeken: het opstellen van keuringseisen en het beoordelen van het aanvullend test & inspectieplan.
beoordeling van de integratie en beveiliging:
Een beschouwing van de invloeden die de drukapparatuur op zijn omgeving en omringende drukapparatuur heeft, evenals de invloed die de drukapparatuur vanuit zijn omgeving ondervindt;
Het verifiëren van de beveiliging;
Het beoordelen van het test- & inspectieplan in het kader van de integratie en beveiliging.
het uitvoeren van de volgende onderzoeken:
Verificatie of de beschikbaar gestelde documentatie behoort bij de te onderzoeken drukapparatuur (voor zover van toepassing);
Uitvoering van de onderzoeken en inspecties op basis van het opgestelde test & inspectieplan. Het test- en inspectieplan bevat ten behoeve van een ‘nulmeting’ (status / conditiebepaling) o.a.:
(voor zover van toepassing) een controle van de inwendige toestand van de drukapparatuur, zo nodig aangevuld met ander passend onderzoek
(voor drukapparatuur die niet inwendig is te inspecteren) passend onderzoek.
de controle van de uitwendige toestand van de drukapparatuur.
keuring voor ingebruikneming, bestaande uit:
Verificatie van de benodigde informatie omtrent een juiste opstelling en veilig gebruik;
Een keuring voor ingebruikneming uitgevoerd volgens par. 4.14.3 van dit schema.
Aan de hand van de uitkomsten van beoordelingen en onderzoeken zal de CKI een rapport opmaken dat tenminste de informatie volgens het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie) rapportages – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 4) bevat en al of niet een 'verklaring van intredekeuring en ingebruikneming' afgeven.
De aanvraag, een afschrift van de ‘verklaring van intredekeuring en ingebruikneming’, een weigering, een intrekking, de beoordelingen, de (inspectie-)rapportages en de overige relevante documenten worden door de CKI bewaard (bewaartijd is minimaal de toegekende herkeurtermijn + 4 jaar, met een minimum van 10 jaar).
De door de CKI getekende 'verklaring van intredekeuring en ingebruikneming' wordt met het bijbehorende rapport verstrekt aan de aanvrager.
De verklaring moet tenminste de informatie volgens bijlage 10 bevatten.
De CKI dient voor de uitvoering van een beoordeling van een wijziging te beschikken over een schriftelijke aanvraag van de gebruiker. Deze aanvraag moet, voor zover van toepassing, de volgende basisinformatie bevatten:
naam en adres van de gebruiker;
plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld;
de verklaring van ingebruikneming, met inbegrip van het bijbehorende rapport en de aantekenbladen *1);
de verklaring van herkeuring afgegeven na een voorgaande herkeuring, met inbegrip van het bijbehorende rapport;
de benodigde technische documentatie voor de uitvoering van de overeenstemmingsbeoordeling van de wijziging;
Opmerking: Hierbij wordt verwezen naar de toelichting op artikel 13 van het Besluit.
een productieschema (planning);
aanvullende documentatie.
Opmerking: In overleg met de CKI kan overeengekomen worden dat (gedeelten van) de informatie op de plaats van de opstelling van de drukapparatuur beoordeeld wordt.
*1) Ingeval van drukapparatuur waarvoor conform het Besluit geen Verklaring van Ingebruikneming vereist is, maar waarvoor wel een herkeurplicht geldt conform MR art. 3, treedt de Verklaring van overeenstemming betreffende het samenstel of druksysteem hiervoor in de plaats.
Afhankelijk van de organisatievorm van de gebruiker moet één van de volgende taakverdelingen toegepast worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
Dit betreft wijzigingen aan drukapparatuur welke zijn aangewezen volgens art. 14a van het besluit. Dit kunnen constructieve wijzigingen zijn en wijzigingen die betrekking hebben op de gebruiksomstandigheden of de kenmerkende waarden van de drukapparatuur, zoals PS, TS, het volume voor drukvaten of de nominale maat DN voor installatieleidingen.
Dit betreft alleen constructieve wijzigingen die door een IVG onder toezicht van de AKI kunnen worden uitgevoerd.
Het is de verantwoordelijkheid van de IVG om in overleg met de AKI te bepalen of de complexiteit van de constructieve wijziging alsnog aanleiding is om de beoordeling en inspecties door de AKI te laten uitvoeren.
Gebruiker |
Inspectieafdeling Van de Gebruiker (IVG) |
Keuringsdienst Van Gebruikers (KVG) |
Aangewezen Keuringsinstelling (AKI) |
I. Wijzigingen begeleid door de AKI of KVG | |||
– Ontwerp van de wijziging maken – Inspectieplan opstellen – Aanvraag indienen met de basis informatie |
– Beoordeling van de constructieve aspecten, integratie en beveiliging – Inspectieplan beoordelen – Inspecties uitvoeren conform inspectieplan – Rapporteren – Eindoordeel formuleren *1) |
||
II. Wijzigingen begeleid door de IVG onder ‘Toezicht’ | |||
– Ontwerp van de constructieve wijziging maken – Inspectieplan opstellen *3) – Aanvraag indienen met de basis informatie |
– Beoordelen van het constructieve ontwerp van de wijziging – Inspectieplan beoordelen – Inspecties uitvoeren conform inspectieplan – Rapporteren – Autorisatie rapportage |
– Houdt toezicht op de beoordeling en/of inspectie door de IVG (zie par. 4.17.4.3) – Eindoordeel formuleren *2) |
*1) Dit betreft het rapporteren omtrent de bevindingen in een rapport en het maken van een aantekening in het aantekenblad. En afhankelijk van de soort wijziging het afgeven van een verklaring van ingebruikneming en/of herkeuring.
*2) Dit betreft het rapporteren omtrent de bevindingen in een rapport, waarin een verwijzing is opgenomen naar de wijze waarop het toezicht is uitgevoerd en het maken van een aantekening in het aantekenblad.
*3) De gebruiker kan het opstellen van het inspectieplan uitbesteden aan zijn IVG of KVG. Zie tevens de voorwaarde in PRD 2.4 voor het beoordelen van de inspectieplannen door de IVG.
De CKI dient voor de uitvoering van een beoordeling van wijzigingen aan drukapparatuur in de gebruiksfase over een schriftelijke procedure te beschikken. Daarin moet zijn opgenomen een beoordeling van de constructieve aspecten en de uitvoering van het toezicht tijdens de uitvoering van de wijziging.
De CKI dient over een schriftelijke procedure te beschikken voor de uitvoering van de beoordeling van de integratie en de beveiliging van drukapparatuur.
De gewijzigde apparatuur wordt zo nodig vervolgens onderworpen aan een keuring als bedoeld in besluit artikel 12b, waarbij rekening wordt gehouden met eerder uitgevoerd onderzoek. (besluit art. 14a, lid 6)
Indien drukapparatuur vanwege de wijziging is komen te vallen onder de apparatuur die is aangewezen op grond van artikel 12c, eerste lid dan voert de CKI, voor zover van toepassing, een herkeuring uit als bedoeld in art. 12c van het besluit.
Een instelling dient te beschikken over een schriftelijke procedure gericht op een verzoek van de gebruiker om zijn inspectieafdeling zelf de constructieve beoordelingen en inspecties van wijzigingen te laten uitvoeren.
Deze procedure dient de volgende onderdelen te bevatten:
verificatie of de te keuren drukapparatuur valt binnen de grenzen als genoemd in artikel 3 eerste lid van de Regeling;
certificering van het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van ISO 9001 c.q. een controle van de geldigheid van een reeds aanwezig ISO 9001 certificaat als basis voor de uit te voeren beoordeling en inspecties *);
aanvullende beoordeling *) van het kwaliteitssysteem van de inspectieafdeling van de gebruiker;
toezicht op de door de IVG uit te voeren beoordeling en inspectie van constructieve wijzigingen, waarbij de instelling zich een beeld vormt van de kwaliteit van de beoordelingsvaardigheden en de waarnemingen tijdens de inspecties en van de volledigheid, nauwkeurigheid en juistheid van de rapportages.
Opmerking: De bevindingen van het uitgeoefend toezicht worden zodanig door de AKI vastgelegd dat deze registratievorm bruikbaar is om de prestaties van de IVG over een langere periode in overleg met de gebruiker te kunnen evalueren.
Nader uitgewerkt in PRD 2.4
Dit betreft een nadere uitwerking van de in het besluit art. 14a, lid 4 bedoelde onderzoeken.
De CKI dient voor de aanvang van de wijziging van de desbetreffende drukapparatuur met de gebruiker of door hem aangewezen partij (fabrikant) in overleg te treden met betrekking tot de onderstaande elementen:
de gang van zaken m.b.t. de overeenstemmingsbeoordeling conform paragraaf 4.17.4.2;
het beoordelen, vaststellen en vastleggen van een voorstel betreffende de aard en omvang van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten door de CKI;
de beheersing van de relevante registraties om het voldoen aan de desbetreffende eisen van de Richtlijn aan te tonen;
de kennisgeving aan de gebruiker (resp. fabrikant) van de resultaten van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten die door de CKI worden uitgevoerd c.q. bijgewoond.
De gevestigde methoden voor de beheersing van de fabricage en eindcontrole zijn:
het overleg tussen de CKI en de fabrikant door middel van een ‘pré-inspection meeting’;
het vastleggen van het beoordelingsonderzoek en beproevingsactiviteiten door of namens de gebruiker en de CKI door middel van het vaststellen van het voorgestelde inspectie- / testplan.
De technische documentatie dient, voor zover dat voor de beoordeling van de wijziging nodig is, inzicht te verschaffen in constructieve aspecten aangaande de wijziging, het fabricageproces en eindcontrole, alsmede aspecten aangaande de integratie, beveiliging en werking teneinde aan te tonen dat overeenstemming bestaat met de desbetreffende eisen van het Besluit en de actuele versie van de oorspronkelijk toegepaste norm(en) of ontwerp- / constructieregels, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.
De CKI controleert de technische documentatie op volledigheid aan de hand van bijlage 6.
De CKI bestudeert de technische documentatie van de wijziging en identificeert de afzonderlijke onderdelen voor het uitvoeren van een beoordeling.
Voor de vaststelling van de aard en omvang van de beoordeling van het ontwerp in relatie tot de desbetreffende wijziging worden twee verschillende uitgangspunten onderscheiden, t.w.:
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn toegepast;
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn niet toegepast.
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde nor-men volgens artikel 5 van de Richtlijn zijn toegepast:
een controle of de juiste geharmoniseerde normen, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast;
een controle van het ontwerp van de wijziging op basis van de toepassing van de geharmoniseerde normen, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling – nieuwbouw – gebruiksfase’ (zie bijlage 7).
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn niet zijn toegepast:
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven voldoen aan de essentiële eisen van de richtlijn drukapparatuur;
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast;
een controle van het ontwerp van de wijziging op basis van de toegepaste normen of technische maatstaven, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling – nieuwbouw – gebruiksfase’ (zie bijlage 7).
De CKI controleert de gebruikte materialen op het voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden:
een materiaal overeenkomstig de geharmoniseerde normen;
een materiaal overeenkomstig een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur;
een materiaal overeenkomstig een aparte materiaalbeoordeling.
Opm. (indien van toepassing) Voor drukapparatuur ingedeeld in categorie III of IV of in de gevallen waarbij er geen herclassificatie heeft plaatsgevonden, wordt de aparte materiaalbeoordeling door een CKI verricht.
De CKI verricht een controle van het (de) keuringsdocument(en), af te geven door de fabrikant van het materiaal, op basis van de desbetreffende eisen van de Richtlijn, bijlage I, punt 4.3.
Dit punt is van toepassing op drukapparatuur in de categorie II, III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificering (categorie-indeling) op basis van de PED heeft plaatsgevonden.
De CKI controleert de uitvoeringmethode(n) voor de toegepaste permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1 punt 3.1.2 met betrekking tot één van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een aangemelde instelling;
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende instelling conform art. 13 van de Richtlijn.
Opmerking: Bij oplassen wordt de uitvoeringsmethoden op geschiktheid beoordeeld en goedgekeurd door een hiervoor aangewezen CKI.
Dit punt is van toepassing op drukapparatuur in de categorie II, III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificering (categorie-indeling) op basis van de PED heeft plaatsgevonden.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1 punt 3.1.2 met betrekking tot één van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een aangemelde CKI;
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
Dit punt is van toepassing op drukapparatuur in de categorie III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificatie (categorie-indeling) op basis van de PED heeft plaatsgevonden.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van niet destructieve proeven op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1 punt 3.1.3 met betrekking tot de volgende voorwaarde:
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
Opmerking: Ook bij overig NDO, zoals oppervlakteonderzoek, US-onderzoek, e.d. controleert de instelling de kwalificaties van het personeel.
De CKI verricht de onderzoek- en beproevingsactiviteiten, als vastgelegd in het vastgestelde test- en inspectieplan, door het afleggen van één of meerdere bezoeken tijdens de uitvoering van de wijziging van de afzonderlijke drukapparatuur door:
het verrichten of laten verrichten van de eindcontrole aan het desbetreffende drukapparaat conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.2, te weten:
eindinspectie en bijbehorende technische documentatie;
beproeving;
onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen in geval van samenstellen en druksystemen.
Een detaillering van de essentiële toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de keuring door onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk drukapparaat is vastgelegd in de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 3).
De beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen van het samenstel of druksysteem vindt plaats overeenkomstig de Richtlijn Drukapparatuur bijlage I, punt 2.3, 2.8 en 2.9 en de overige van toepassing zijnde eisen van de bijlage I.
De beoordeling van de beveiliging van het samenstel of druksysteem vindt plaats overeenkomstig de Richtlijn Drukapparatuur bijlage I, punt 2.10 en 3.2.3.
Opmerking: Zie par. 4.17.2 onderdeel II voor de nadere aanduiding van het soort wijzigingen die onder toezicht van een AKI door de IVG mogen worden uitgevoerd.
Een CKI beoordeelt het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van het gestelde in bij-PRD 2.4.
Dezelfde CKI is verder betrokken bij:
verificatie van minimaal 10% *) van het ontwerp van de wijziging;
verificatie van minimaal 10% *) van de inspectieplannen;
bijwonen en/of herhalen van minimaal 10% *) van door de IVG uitgevoerde inspecties in het kader van de wijziging. De IVG blijft hierbij verantwoordelijk voor de rapportage;
Opmerking: De AKI tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen, ten teken dat de waarnemingen correct zijn en juist zijn weergegeven op het rapport.
verificatie van 100% van de rapportage van de inspectiebevindingen als basis voor het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
Aan de hand van de uitkomsten van beoordelingen en inspecties zal de CKI een rapport opmaken dat tenminste de informatie volgens het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie) rapportages – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 4) bevat en al of niet verklaringen van de betreffende beoordelingen en keuringen genoemd in punt 4.17.3 afgeven.
De aanvraag, een afschrift van de ‘verklaring van ingebruikneming, een afschrift van de ‘verklaring van herkeuring’, kennisgevingen van een weigering en intrekking, de beoordelingsrapportages, de (inspectie)rapportages en de overige relevante documenten worden door de CKI bewaard (bewaartijd is minimaal de lopende of toe te kennen herkeurtermijn + 4 jaar, met een minimum van 10 jaar).
De getekende verklaringen worden met de bijbehorende rapporten verstrekt aan de aanvrager.
De CKI vermeldt op de aantekenbladen de bevindingen van de beoordelingen, met eventuele vervolgacties / maatregelen, de onderzoeken en de inspecties in verband met de wijziging, zo nodig met verwijzing naar een bijbehorend rapport.
Het herstellen van een drukapparaat naar de oorspronkelijke toestand van voor de opgetreden schade (aantasting of degradatie).
De reparaties voldoen aan de volgende voorwaarden:
gelijkblijvende gebruiksomstandigheden van het drukapparaat;
gelijkblijvend ontwerp onder toepassing van:
gelijksoortige materialen;
gelijksoortige constructieve uitvoering i.c. constructiedetails;
gelijkwaardige uitvoeringsmethoden (processen) voor permanente verbindingen.
toepassing van de actuele versie van de normen en/of ontwerp-/constructieregels (‘code’) als toegepast bij de nieuwbouw;
onder verantwoording en productaansprakelijkheid van de gebruiker uitgevoerd.
De CKI dient voor de uitvoering van een beoordeling van een reparatie te beschikken over een schriftelijke aanvraag van de gebruiker. Deze aanvraag moet, voor zover van toepassing, de volgende basisinformatie bevatten:
naam en adres van de gebruiker;
plaats waar de drukapparatuur staat opgesteld;
de verklaring van ingebruikneming, met inbegrip van het bijbehorende rapport en de aantekenbladen; *)
de verklaring van herkeuring afgegeven na een voorgaande herkeuring, met inbegrip van het bijbehorende rapport;
technische documentatie over de reparatie;
Hierbij wordt verwezen naar de toelichting op artikel 13 van het Besluit, waarin de gebruiker erop geattendeerd wordt de benodigde tekeningen en overige technische documentatie op te vragen bij de fabrikant, indien hij verwacht dat de drukapparatuur gedurende de gebruiksfase gerepareerd of gewijzigd zal worden.
een productieschema (planning);
aanvullende documentatie.
In overleg met de CKI kan overeengekomen worden dat de informatie op de plaats van de opstelling van de drukapparatuur beoordeeld wordt.
Ingeval van drukapparatuur waarvoor conform het Besluit geen Verklaring van Ingebruikneming vereist is, maar waarvoor wel een herkeurplicht geldt conform de Regeling art. 3, treedt de Verklaring van overeenstemming betreffende het samenstel of druksysteem hiervoor in de plaats.
Afhankelijk van de organisatievorm van de gebruiker moet één van de volgende taakverdelingen toegepast worden.
Het is de verantwoordelijkheid van de IVG om in overleg met de AKI te bepalen of de complexiteit van de reparatie alsnog aanleiding is om de beoordeling en inspecties door de AKI te laten uitvoeren.
Het uitvoeren van tijdelijke reparaties door de IVG dient altijd (in verband met het verhoogd risico) in overleg met een AKI plaats te vinden.
Gebruiker/ (Onderhoudsdienst) |
Inspectieafdeling Van de Gebruiker (IVG) |
Keuringsdienst Van Gebruikers (KVG) |
Aangewezen KeuringsInstelling (AKI) |
I. Reparaties begeleid door de AKI of KVG | |||
– Ontwerp van de reparatie maken – Inspectieplan opstellen – Aanvraag indienen met de basis informatie |
– Beoordeling van het ontwerp van de reparatie – Inspectieplan beoordelen – Inspecties uitvoeren conform inspectieplan – Rapporteren – Eindoordeel formuleren *1) |
||
II. Reparaties begeleid door de IVG onder ‘Toezicht’ | |||
– Ontwerp van de reparatie maken – Inspectieplan opstellen *3) – Aanvraag indienen met de basis informatie |
– Beoordelen van het ontwerp van de reparatie – Inspectieplan beoordelen – Inspecties uitvoeren conform inspectieplan – Rapporteren – Autorisatie rapportage |
– Houdt toezicht op de beoordeling en/of inspectie door de IVG (zie par. 4.18.5.3) – Eindoordeel formuleren *2) |
*1) Dit betreft het rapporteren omtrent de bevindingen in een rapport en het maken van een aantekening in het aantekenblad.
*2) Dit betreft het rapporteren omtrent de bevindingen in een rapport, waarin een verwijzing is opgenomen naar de wijze waarop het toezicht is uitgevoerd en het maken van een aantekening in het aantekenblad.
*3) De gebruiker kan het opstellen van het inspectieplan uitbesteden aan zijn IVG of KVG. Zie tevens de voorwaarde in PRD 2.4 voor het beoordelen van de inspectieplannen door de IVG
De CKI dient voor de uitvoering van een beoordeling van reparaties aan drukapparatuur in de gebruiksfase over een schriftelijke procedure te beschikken. Daarin moet zijn opgenomen een beoordeling van de constructieve aspecten en de uitvoering van het toezicht tijdens de reparatie (besluit art. 14a, lid 2 en 4).
Een CKI dient te beschikken over een schriftelijke procedure gericht op een verzoek van de gebruiker om zijn inspectieafdeling zelf de beoordelingen en inspecties van re-paraties te laten uitvoeren.
Deze procedure dient de volgende onderdelen te bevatten:
verificatie of de te keuren drukapparatuur valt binnen de grenzen als genoemd in artikel 3 eerste lid van de Regeling;
certificering van het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van ISO 9001 c.q. een controle van de geldigheid van een reeds aanwezig ISO 9001 certificaat als basis voor de uit te voeren beoordeling en inspecties *);
aanvullende beoordeling *) van het kwaliteitssysteem van de inspectieafdeling van de gebruiker;
toezicht op de door de IVG uit te voeren beoordeling en inspectie, waarbij de instelling zich een beeld vormt van de kwaliteit van de beoordelingsvaardigheden en de waarnemingen tijdens de inspecties en van de volledigheid, nauwkeurigheid en juistheid van de rapportages.
Opmerking: De bevindingen van het uitgeoefend toezicht worden zodanig door de AKI vastgelegd dat deze registratievorm bruikbaar is om de prestaties van de IVG over een langere periode in overleg met de gebruiker te kunnen evalueren.
Nader uitgewerkt in PRD 2.4
Uit te voeren onderzoek voor apparatuur bedoeld in het besluit onder art.14a, lid 4:
De CKI dient voor de aanvang van de reparatie van de desbetreffende drukapparatuur met de gebruiker of door hem aangewezen partij (fabrikant) in overleg te treden met betrekking tot de onderstaande elementen:
de gang van zaken m.b.t. de overeenstemmingsbeoordeling conform paragraaf 4.18.5.2;
het beoordelen, vaststellen en vastleggen van een voorstel betreffende de aard en omvang van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten door de CKI;
de beheersing van de relevante registraties om te voldoen aan de desbetreffende eisen van het Besluit;
Opmerking: Hieronder is ondermeer te verstaan de materiaalattesten, onderzoeksrapporten, persverklaringen, aangepaste tekening (of reparatietekening), T&IP enz.
de kennisgeving aan de gebruiker (resp. fabrikant) van de resultaten van de beoordelings-, onderzoek- of beproevingsactiviteiten die door de CKI worden uitgevoerd c.q. bijgewoond.
De gevestigde methoden voor de beheersing van de fabricage en eindcontrole zijn:
het overleg tussen de CKI en de fabrikant door middel van een ‘pré-inspection meeting’;
het vastleggen van de beoordelingsonderzoek en beproevingsactiviteiten door of namens de gebruiker en de CKI door middel van het vaststellen van het voorgestelde inspectie- / testplan.
De technische documentatie dient, voor zover dat voor de beoordeling van de reparatie nodig is, inzicht te verschaffen in constructieve aspecten aangaande de reparatie, het fabricageproces en de eindcontrole, teneinde aan te tonen dat overeenstemming bestaat met de desbetreffende eisen van het Besluit en de actuele versie van de oorspronkelijk toegepaste norm(en) of ontwerp- / constructieregels, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.
De CKI controleert de technische documentatie op volledigheid (relevant voor de reparatie) aan de hand van bijlage 6.
De CKI bestudeert de technische documentatie van de reparatie en identificeert de afzonderlijke onderdelen voor het uitvoeren van een beoordeling.
Voor de vaststelling van de aard en omvang van de beoordeling van het ontwerp in relatie tot de desbetreffende reparatie worden twee verschillende uitgangspunten onderscheiden, t.w.:
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn toegepast;
de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de richtlijn drukapparatuur zijn niet toegepast.
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn zijn toegepast:
een controle of de juiste geharmoniseerde normen, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast;
een controle van het ontwerp van de reparatie op basis van de toepassing van de geharmoniseerde normen, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling – nieuwbouw – gebruiksfase’ (zie bijlage 7).
De CKI verricht de onderstaande beoordelingen in het geval de geharmoniseerde normen volgens artikel 5 van de Richtlijn niet zijn toegepast:
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven een invulling zijn van de essentiële eisen van de richtlijn drukapparatuur;
een controle of de toegepaste normen of technische maatstaven, juist en in de juiste samenhang werkelijk zijn toegepast;
een controle van het ontwerp van de reparatie op basis van de toegepaste normen of technische maatstaven, door middel van een beoordeling en/of controle van de invoergegevens in relatie tot het ontwerp en/of het resultaat van de berekeningsmethode, aan de hand van de toetsingslijst ‘ontwerpbeoordeling – nieuwbouw – gebruiksfase’ (zie bijlage 7).
De CKI controleert de gebruikte materialen op het voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden:
een materiaal overeenkomstig de geharmoniseerde normen;
een materiaal overeenkomstig een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur;
een materiaal overeenkomstig een aparte materiaalbeoordeling.
Opm. (indien van toepassing) Voor drukapparatuur, ingedeeld in categorie III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificering heeft plaatsgevonden, wordt de aparte materiaalbeoordeling door een instelling verricht.
De CKI beoordeelt het (de) keuringsdocument(en), afgegeven door de fabrikant van het materiaal, op basis van de desbetreffende eisen van de Richtlijn, bijlage I, punt 4.3.
Dit punt is van toepassing op drukapparatuur in de categorie II, III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificering (categorie-indeling) op basis van de PED heeft plaatsgevonden.
De CKI controleert de uitvoeringmethode(n) voor de toegepaste permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1 punt 3.1.2 met betrekking tot één van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een aangemelde instelling;
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende instelling conform art. 13 van de Richtlijn.
Opm. Bij oplassen wordt de uitvoeringsmethoden op geschiktheid beoordeeld door een hiervoor aangewezen CKI.
Dit punt is van toepassing op drukapparatuur in de categorie II, III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificatie (categorie-indeling) op basis van de PED heeft plaatsgevonden.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van permanente verbindingen op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1 punt 3.1.2 met betrekking tot één van de volgende voorwaarden:
een goedkeuring door een aangemelde CKI;
een goedkeuring door een door een lidstaat onafhankelijke erkende instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
Dit punt is van toepassing op drukapparatuur in de categorie III of IV en in die gevallen waarbij geen herclassificatie (categorie-indeling) op basis van de PED heeft plaatsgevonden.
De CKI controleert de kwalificatie van het personeel dat is belast met de uitvoering van niet destructieve proeven op het voldoen aan de desbetreffende eisen van de richtlijn drukapparatuur i.c. bijlage 1 punt 3.1.3 met betrekking tot de volgende voorwaarde:
een goedkeuring door een door een lidstaat erkende onafhankelijke instelling conform art. 13 van de richtlijn drukapparatuur.
Opm.: Ook bij overig NDO, zoals oppervlakteonderzoek, US-onderzoek, e.d. controleert de CKI de kwalificaties van het personeel.
De CKI verricht de onderzoek- en beproevingsactiviteiten, als vastgelegd in het vastgestelde test- en inspectieplan, door het afleggen van één of meerdere bezoeken tijdens de uitvoering van de reparatie van de afzonderlijke drukapparatuur door:
het verrichten of laten verrichten van de eindcontrole aan het desbetreffende drukapparaat in relatie tot de reparatie conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.2, te weten:
eindinspectie en bijbehorende technische documentatie;
beproeving;
voor zover de reparatie daarop betrekking heeft gehad: onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen.
Een detaillering van de essentiële toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de keuring door onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk drukapparaat is vastgelegd in de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 3).
Een CKI beoordeelt het kwaliteitssysteem van de IVG op basis van het gestelde in PRD 2.4.
Dezelfde instelling is verder betrokken bij:
verificatie van minimaal 10% *) van het ontwerp van de reparatie;
verificatie van minimaal 10% *) van de inspectieplannen;
bijwonen en/of herhalen van minimaal 10% *) van door de IVG uitgevoerde inspecties in het kader van de reparatie. De IVG blijft hierbij verantwoordelijk voor de rapportage;
Opmerking: De AKI tekent op de rapportage van de inspectiebevindingen, ten teken dat de waarnemingen correct zijn en juist zijn weergegeven op het rapport.
verificatie van 100% van de rapportages van de inspectiebevindingen als basis voor het maken van een aantekening op het aantekenblad.
op basis van jaarvolume
Aan de hand van de uitkomsten van beoordelingen en inspecties zal de CKI een rapport opmaken. Het rapport bevat ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud inspectierapportages – nieuwbouw – gebruiksfase’(bijlage 4)
De aanvraag, een afschrift van de bij de aanvraag overgelegde ‘verklaring van ingebruikneming, en/of een afschrift van de ‘verklaring van herkeuring’, een weigering, een intrekking, de beoordelingen, de (inspectierapportages en de overige relevante documenten worden door de CKI bewaard (bewaartijd is minimaal de lopende herkeurtermijn + 4 jaar, met een minimum van 10 jaar).
De CKI vermeldt op de aantekenbladen de bevindingen van de beoordelingen, onderzoeken en inspecties in verband met de reparatie, zo nodig met verwijzing naar een bijbehorend rapport.
De beslissing inzake de afgifte van het de verklaring wordt genomen door een functionaris (Technical Manager) van de CKI die is gekwalificeerd en aangesteld conform het kwaliteitssysteem van de CKI en de procedures en die niet betrok¬ken is geweest bij de inspectie van het product. Zie ook bijlagen 1 en 2 van het schema voor Aanwijzing en Toezicht.
Aan de hand van de uitkomst van zijn inspectie zal de inspecteur binnen een tussen partijen overeengekomen termijn een rapport opmaken en een advies opstellen betreffende het al dan niet afgeven van de verklaring. Dit advies wordt binnen een tussen partijen overeengekomen termijn samen met de vastgelegde resultaten van de beoordeling voorgelegd aan de Technical Manager. Er hoeft geen separate beoordelingsbeslissing genomen te worden als de CKI het toezicht op de kwaliteit van het oordeel van de inspecteur op een andere wijze aantoonbaar heeft geborgd.
Hiervoor wordt verwezen naar de vastgestelde termijnen zie Warenwetregeling drukapparatuur, artikel 6.
Met betrekking tot de geldigheidsduur van het certificaat of de verklaring worden condities gesteld. Indien niet meer voldaan wordt aan deze condities, kan dat consequenties hebben voor het certificaat/verklaring.
Een ‘certificaat/verklaring’ verliest zijn geldigheid in de volgende gevallen:
Indien de verklaring is gebaseerd op door de houder van de verklaring verstrekte foutieve gegevens;
Indien aan de apparatuur waarvoor de verklaring is afgegeven wijzigingen zijn aangebracht;
Indien aan de apparatuur waarvoor de verklaring is afgegeven reparaties zijn verricht;
Indien er aanwijzingen zijn dat de mechanische integriteit van de apparatuur verkeerd is beoordeeld;
Indien zich incidenten ( waaronder ook het buiten het ‘operation window’ treden) hebben voorgedaan waardoor de mechanische integriteit van de apparatuur kan zijn aangetast;
Indien de ’operation conditions’ van de apparatuur dusdanig veranderen dat de aan de integriteit te stellen eisen verhoogd moeten worden.
Een adequate behandeling van klachten is belangrijk voor het creëren van vertrouwen in certificatie en belangrijk voor de bescherming van zowel de certificaathouders als de gebruikers van certificaten.
Aan een CKI worden onder meer de volgende eisen gesteld:
Een openbaar toegankelijke klachtenprocedure dient aanwezig te zijn.
de klachtenprocedure bevat minimaal het volgende: een beschrijving van het proces van ontvangen, onderzoeken en beoordelen van de klacht; de wijze van volgen van de klacht en acties als vervolg daarop; en de wijze waarop wordt verzekerd dat correctieve acties worden uitgevoerd.
De beslissing over de reactie op de klacht dient te worden genomen door personen die niet betrokken zijn bij het onderwerp van de klacht.
Indieners van klachten dienen, indien mogelijk, op de hoogte te worden gehouden van de ontvangst van de klacht, de voortgang van behandeling en de uitkomst.
Indien de CKI klachten van derden, zoals een opdrachtgever, ontvangt over het voldoen aan dit schema door het bedrijf of de persoon die een aanvraag voor het certificaat heeft ingediend of certificaathouder is, dient de CKI de klager te verwijzen naar het bedrijf of de persoon. De CKI dient de klacht te betrekken bij de eerstvolgende beoordeling bij het betreffende bedrijf of de betreffende persoon.
Echter, indien het naar de mening van de CKI een ernstige klacht betreft, dient de CKI, naast de behandeling door het bedrijf of de persoon, zelf ook direct te beoordelen of de klacht gevolgen dient te hebben voor de beslissing m.b.t. certificatie.
In dat geval dient de CKI af te wegen of het gewenst is een extra beoordeling uit te voeren. De kosten van deze extra beoordeling komen in beginsel voor rekening van de certificaathouder.
In deze werkinstructie wordt de afhandeling van een klacht besproken. Voor iedere afzonderlijke klacht wordt een apart klachtenformulier ingevuld.
Wanneer iemand probeert een klacht telefonisch of mondeling te melden, wordt aan hem/haar gevraagd deze schriftelijk te verwoorden. Als een klacht schriftelijk binnenkomt wordt deze meteen naar de kwaliteitsmanager gebracht en indien de klachtafhandelaar duidelijk is krijgt hij/zij meteen een kopie van de klacht.
De kwaliteitsmanager registreert de klacht op een klachtenformulier en stelt de directeur CKI op de hoogte van de klacht. De directeur van de CKI wijst de klachtafhandelaar aan. De kwaliteitsmanager vermeldt de klachtafhandelaar op het klachtenformulier en brengt de klachtafhandelaar schriftelijk op de hoogte van de klacht. De klachtafhandelaar informeert de indiener van de klacht schriftelijk over de ontvangst van de klacht.
Klachtafhandelaar stuurt klacht door naar betrokken bedrijf/persoon; stelt indiener op de hoogte legt dossier aan tbv voortgangsbewaking en meenemen afhandeling klacht door bedrijf/persoon bij eerstvolgende beoordeling.
Klachtafhandelaar beoordeelt de klacht en stelt vast of de klacht een incident betreft of dat de klacht moet leiden tot een aanpassing in de werkwijze.
Indien het een incident betreft, wordt de indiener daarvan op de hoogte gesteld. De klachtafhandelaar bedenkt samen met de indiener binnen drie weken na het indienen van de klacht een oplossing voor de afhandeling en betrekt bedrijf/persoon hierbij.
De oplossing zoals die met de indiener is besproken wordt vastgelegd op het klachtenformulier. Hier wordt tevens vermeld dat het gaat om een incident.
Indien de klacht een aanpassing van de werkwijze vergt bedenkt de klachtafhandelaar binnen 10 dagen een verbetervoorstel en bespreekt dit met de kwaliteitsmanager en betrekt bedrijf/persoon hierbij. Het verbetervoorstel moet een structurele verbetering inhouden van de werkwijze. Het verbetervoorstel wordt ingevuld op het klachtenformulier.
De klachtafhandelaar stelt de indiener op de hoogte van de afhandeling van de klacht.
De kwaliteitsmanager maakt de gewijzigde werkwijze bekend.
De kwaliteitsmanager start, indien nodig, een vervolgonderzoek naar de invoering van het verbetervoorstel. De bevindingen worden vastgelegd op het klachtenformulier. Het klachtenformulier wordt gearchiveerd.
Onderstaand worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het afhandelen van een bezwaarschrift. Een dergelijk bezwaarschrift kan bijvoorbeeld ingediend worden tegen besluiten van de CKI inzake het niet (opnieuw) verlenen, schorsen of intrekken van een certificaat.
Algemeen:
Een door of namens de CKI genomen besluit, dat is een definitieve uitslag of eindoordeel, wordt schriftelijk ter kennis van de belanghebbende gebracht.
Onder een besluit wordt tevens verstaan het weigeren te beslissen of het niet tijdig nemen van een beslissing.
De CKI stelt de belanghebbende in haar correspondentie in kennis van de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift door middel van de volgende clausule:
‘ Ingevolge de CKI procedure ‘bezwaarschriftprocedure’ kan door een belanghebbende met betrekking tot dit besluit een bezwaarschrift ingediend worden. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van het besluit een bezwaar worden ingediend bij de CKI. In het bezwaarschrift moet gemotiveerd worden aangegeven waarom het gegeven besluit niet juist gevonden wordt. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van het bestreden besluit toe te voegen.’
Het bezwaarschrift dient in ieder geval de volgende elementen te bevatten:
naam en adres indiener
dagtekening
een omschrijving van het bestreden besluit
de gronden van het bezwaar.
Het bezwaarschrift schort de werking van het besluit niet op.
Het bezwaarschrift leidt tot heroverweging van het besluit waartegen het is gericht.
Het bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard:
indien niet aan de gestelde termijn van indienen wordt voldaan. Dit geldt niet als de indiener aantoont dat hij redelijkerwijs niet in verzuim is geweest
in andere gevallen dan genoemd onder a, als geen gebruik gemaakt wordt van de door de CKI geboden gelegenheid tot verzuimherstel
het bezwaar wordt verder niet-ontvankelijk verklaard als het, bij het niet van toepassing zijn van een termijn, onredelijk laat wordt ingediend. Dit geldt uitsluitend wanneer het bezwaar betrekking heeft op het niet tijdig nemen van een besluit.
De CKI neemt kennis van het bezwaarschrift en bevestigt binnen twee weken de ontvangst.
De CKI biedt gelegenheid tot het horen van de indiener.
Het bezwaarschrift wordt gemeld bij de kwaliteitsmanager die het bezwaar registreert.
Het horen betreft met name de vakinhoudelijke aspecten die geleid hebben tot het besluit en dient binnen in beginsel zes weken na het vaststellen dat een hoorprocedure aan de orde is, plaats te vinden.
Het horen kan geschieden door de CKI of door een of meer door de CKI benoemde ter zaken kundige. Het horen geschiedt door een persoon of personen die niet betrokken is/zijn geweest bij de voorbereiding van het besluit, en geen binding hebben met de belanghebbende.
Het horen geschiedt op een door de CKI te bepalen tijdstip binnen de gangbare kantooruren.
Relevante stukken kunnen tot 10 dagen voor de hoorzitting worden ingediend en liggen gedurende een week voor de zitting ter inzage.
Van het horen wordt afgezien indien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, inmiddels aan het bezwaar is tegemoetgekomen, of indien belanghebbende verklaart hiervan geen gebruik te maken.
Van het horen wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt bij de beslissing op het bezwaar gevoegd.
De hoorcommissie brengt tevens advies aan de CKI.
De CKI beslist aan de hand van de haar ter beschikking staande gegevens binnen zes weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. De beslistermijn kan eenmaal met ten hoogste 6 weken worden verlengd. Daarna kan de termijn slechts met toestemming van de belanghebbende worden verlengd.
De CKI zal, bij het gegrond verklaren van het bezwaar, de beslissing herroepen en een nieuwe beslissing ter zake nemen.
Van haar beslissing op het bezwaar zal de CKI de onderbouwing en motivering aan belanghebbende meedelen.
Indien de inhoud of strekking van de nieuwe beslissing de belanghebbende hiertoe aanleiding geeft, dient hij zich in voorkomend geval te wenden tot de bestuursrechter.
De CKI zal de belanghebbende in haar beslissing op bezwaar wijzen op deze mogelijkheid.
Het CCvD-DA dient te zorgen voor een eenduidige norminterpretatie. Toch kan het voorkomen dat er in de operationele fase verschillende interpretaties bestaan van één of meerdere in werkveldspecifieke certificatieschema’s gehanteerde begrippen.
Mocht het gebeuren dat certificaathouders, CKI’s of andere belanghebbenden uiteenlopende definities hanteren en hierover meningsverschillen bestaan, dan dienen afwijkende interpretaties te worden voorgelegd aan het CCvD-DA.
Onder verwijzing naar EN ISO/IEC 17020, punt 7.6 met betrekking tot documentatie en punt 10.1 en 10.3 met betrekking tot keuringsmethoden en -procedures moet de CKI een beleid voeren betreffende toe te passen technische maatstaven zoals hieronder is aangegeven.
Als maatstaven worden voor de overeenstemmingsbeoordeling, beoordeling druksystemen de essentiële veiligheidseisen van bijlage I van de Richtlijn en voor de keuring vóór ingebruikneming, de herkeuring, reparatie en wijzigingen en intredekeuring de eisen van het besluit en de regeling toegepast. Ter nadere invulling van deze eisen kunnen één of meerdere van de volgende technische maatstaven worden toegepast:
De Richtlijn, Guidelines van de Commission’s Working Group ‘Pressure’ en Working Party Guidelines (WPG’s);
Het Besluit en de Regeling;
Geharmoniseerde Europese normen;
Ontwerpen voor (geharmoniseerde) Europese normen;
Nationale of internationale normen dan wel andere relevante (inter)nationale maatstaven;
Praktijkregels voor Drukapparatuur (PRD’s);
Zo nodig eigen maatstaven van de CKI of gebruiker.
De referenties van de onder paragraaf 4.25 a, b, c, e en f genoemde technische maatstaven moeten door de CKI worden beschreven en als 'beheerde documenten' aanwezig of op andere wijze (via Internet, Perinorm) beschikbaar te zijn.
De CKI moet beschikken over een schriftelijke procedure die beschrijft hoe bij toepassing van de onder paragraaf 4.24 a, b, d, e en g genoemde technische maatstaven in het kader van dit schema de overeenstemming daarvan met de essentiële veiligheidseisen van bijlage I van de Richtlijn wordt vastgesteld.
De resultaten van die vaststelling worden gedocumenteerd.
Daar waar van lassen wordt gesproken, wordt bedoeld permanente verbinding; daar waar van lasser wordt gesproken, wordt bedoeld de uitvoerende van een permanente verbinding.
De CKI moet in staat zijn om:
De contractuele eisen te beoordelen ten aanzien van de lastechniek zoals die door de afnemer ter beschikking worden gesteld, dan wel door het bedrijf zelf zijn opgesteld;
Het ontwerp op lastechnische zaken te beoordelen;
Bij de uitbesteding van werkzaamheden te kunnen garanderen dat alle van toepassing zijnde lastechnische eisen aan de toeleverancier worden verstrekt;
Die zekerstellen dat de lastechnische eisen worden vastgelegd.
De CKI moet vaststellen dat de fabrikant:
Over voldoende en vakkundig lastechnisch personeel beschikt. Het gaat daarbij met name om de lassers en het lastoezicht. De fabrikant moet hiertoe een bewijs van vakbekwaamheid van alle betrokkene lassers en lastoezicht overleggen dat voldoet aan de eisen van de gekozen normen/codes. Dit bewijs moet voor categorie II, III en IV zijn goedgekeurd door de CKI of een erkende onafhankelijke instelling (PED art. 13).
Over voldoende en vakkundig personeel beschikt voor keuring, beproeving en onderzoek. De fabrikant moet hiertoe een bewijs van vakbekwaamheid van alle betrokken personeel voor niet-destructief onderzoek overleggen dat voldoet aan de eisen van het gekozen normstelsel. Dit bewijs moet voor categorie III en IV zijn goedgekeurd door een andere erkende onafhankelijke instelling (PED art 13).
De CKI moet in staat zijn bij de fabrikant de doelmatigheid van procedures te beoordelen die de hoeveelheid, geschiktheid en staat van onderhoud van de bij de fabrikant beschikbare uitrusting voor fabricage en beproeving te bepalen.
De CKI moet de beschikbaarheid van de door de fabrikant te gebruiken lasmethodebeschrijvingen en of lastechnische werkinstructies beoordelen en voldoende waarborging verkrijgen dat deze in de productie worden gebruikt. De fabrikant zal hiertoe moeten aantonen dat de door hem gebruikte lasmethodebeschrijvingen voldoen aan de minimale eisen zoals zijn vastgelegd in het gekozen normstelsel en dat hij over een effectieve procedure beschikt die zeker stelt dat deze lasmethodebeschrijvingen worden gebruikt in de productie.
De CKI moet de doelmatigheid en geldigheid van de door de fabrikant toegepaste lasprocedures of lastechnische werkinstructies beoordelen. De fabrikant zal daartoe dienen aan te tonen dat de door hem toegepaste lasprocedures zijn gekwalificeerd conform de eisen van het gekozen normstelsel en dat de toepassing plaatsvindt binnen de in dat gekozen normstelsel geldigheidsgebieden. Dit bewijs moet voor categorie II, III en IV zijn goedgekeurd door de CKI of een andere erkende onafhankelijke instelling (PED art. 13).
De CKI moet de aanwezigheid en doelmatigheid van procedures ter behandeling van basis- en lasmaterialen tijdens opslag en gebruik bij de fabrikant beoordelen.
De CKI moet beoordelen of de door de fabrikant toegepaste lastoevoegmaterialen in overeenstemming zijn met de essentiële veiligheidseisen,zoals omschreven in bijlage I van de Richtlijn paragrafen 4.1, 4.2.a en 4.3 1e alinea.
De CKI moet een eventuele laatste warmtebehandeling van de fabrikant beoordelen.
De CKI moet procedures voor aan het lassen gerelateerde keuringen en beproevingen vóór, tijdens en na het lassen uitgevoerd door, of in opdracht van de fabrikant, te beoordelen.
De CKI moet over procedures beschikken waarin de beoordeling van de gebruikte materialen voor drukdragende delen wordt geregeld. Deze procedures dienen tenminste te beoordelen of de gebruikte materialen een Europese materiaal goedkeuring hebben en voor categorie II, III en IV, of de begeleidende keuringsdocumenten voldoen aan de eisen van NEN-EN 10204:1995 type 3.1B; 3.1C of 3.2 of NEN-EN 10204:2004 type 3.1 of 3.2, rekeninghoudende met de eisen vermeld in de Richtlijn bijlage I art. 4.1 en 4.2. en vaststelling typesoort keuringsrapport.
De CKI moet vaststellen dat de fabrikant over doelmatige procedures beschikt om de naspeurbaarheid van de gebruikte materialen voor drukdragende delen, van ontvangst via productie tot eindcontrole te borgen. Personeel van de fabrikant dat door de fabrikant bevoegd is verklaard tot het herwaarmerken van materiaal zal door de CKI beoordeeld worden op hun kennis van materialen, materiaalvoorschriften en de onafhankelijkheid ten opzichte van de productie binnen de organisatie van de fabrikant.
De CKI moet over procedures beschikken hoe materialen die geen Europese Materiaalgoedkeuring hebben, worden beoordeeld conform de Richtlijn bijlage I 4.2. (bijvoorbeeld aparte materiaalbeoordeling).
De CKI moet procedures hebben hoe de resultaten van de beoordeling van materialen zonder Europese goedkeuring, gecommuniceerd worden met andere aangemelde CKI’s.
De beoordeling van drukapparatuur is veelal een op zich staande activiteit waarbij na de initiële beoordeling er geen controles in de vorm van periodieke of onaangekondigde bezoeken plaatsvinden. Voor een aantal beoordelingsmodules vinden echter wel onaangekondigde bezoeken plaats. Hieronder is aangegeven voor welke beoordelingsmodules dit van toepassing is en voor welke niet. Tevens is aangegeven in welke paragraaf deze bezoeken nader worden omschreven.
Nieuwbouwfase
Module |
Aanduiding |
Onaangekondigd bezoek Ja / Nee |
Zie voor nadere omschrijving |
Interne fabricagecontrole met toezicht op de eindcontrole |
A1 |
Ja |
Paragraaf 5.3.1 |
EG-typeonderzoek |
B |
Nee |
-- |
EG-ontwerponderzoek |
B1 |
Nee |
-- |
Overeenstemming met het type door toezicht op de eindcontrole |
C1 |
Ja |
Paragraaf 5.3.2 |
Productkeuring |
F |
Nee |
-- |
EG-eenheidskeuring |
G |
Nee |
-- |
Volledige kwaliteitsborging met controle van het ontwerp en bijzonder toezicht op de eindcontrole |
H1 |
Ja |
Paragraaf 5.3.3 |
Naast de modules inzake de overeenstemmingsbeoordelingen zijn er geen (onaangekondigde) bezoeken noodzakelijk voor samenstellen volgens artikel 10 lid 2 van de PED en voor druksystemen artikel 12a van het Warenwetbesluit drukapparatuur.
Ingebruiknemingsfase
Aanwijzingskavel |
Aanduiding module |
Nacontroles Ja / Nee |
Zie voor nadere omschrijving |
Keuring voor ingebruikneming |
KvI |
Nee |
-- |
Gebruiksfase
Aanwijzingskavel |
Nacontroles Ja / Nee |
Zie voor omschrijving |
Herkeuring met vaste termijnen |
Nee |
-- |
Beoordelen van termijnverlenging |
* |
-- |
Beoordelen van termijnflexibilisering |
* |
-- |
Intredekeuring |
Nee |
-- |
Beoordelen wijzigingen en/of reparaties |
* |
-- |
Toezicht op de IVG |
* |
-- |
* Er vinden wel toetsmomenten plaats die tussen de CKI en de gebruiker nader worden afgestemd.
Indien voor het houden van toezicht noodzakelijk is dat de CKI, de nationale accreditatie-instantie en de Inspectie SZW zich toegang verschaffen tot gegevens over het product en het product zelf, wordt in deze paragraaf de toegang hiertoe geregeld.
Voor het houden van toezicht is het noodzakelijk dat de CKI toegang krijgt tot de hiertoe benodigde gegevens om het toezicht zoals omschreven in paragraaf 5.3 mogelijk te maken.
Vaststelling van de frequentie van het toezicht wordt niet door het CCvD-DA vastgesteld, maar is voor nieuwbouw vastgelegd in modules van de Richtlijn drukapparatuur en voor de ingebruikneming en periodieke herkeuring in het Warenwetbesluit drukapparatuur.
De CKI beoordeelt, op basis van desbetreffende eisen volgens de Richtlijn (PED bijlage I, punt 3.2) en een onderzoek op de plaats van fabricage, inspectie of opslag, de wijze van verrichten van de eindcontrole door de fabrikant op de aspecten:
aard en omvang, doeltreffendheid, implementatie en aantoonbaarheid.
De CKI stelt een monsternameplan vast conform de onderstaande bepalingen:
minimaal één (1) onaangekondigd bezoek per afzonderlijke partij (‘lot/batch’) in van de onderhavige drukapparatuur in het eerste productiejaar.
de frequentie van de onaangekondigde bezoeken na het initiële bezoek wordt bepaald op basis van de onderstaande criteria:
minimaal één (1) onaangekondigd bezoek per afzonderlijke partij (‘lot/batch’) van de onderhavige drukapparatuur resp. per productiejaar;
de resultaten van vroegere bezoeken in het kader van toezicht op de eindcontrole;
significante wijzigingen in de organisatie van de fabrikant resp. het fabricageproces van de onderhavige drukapparatuur.
definitie van het controlemonster (= één of meerdere drukapparaten) conform ISO 2859 deel 1 en de volgende parameters:
het inspectieniveau (‘general inspection level’): II;
de monstername: aselect (‘at random’) en enkel (‘single’);
de intensiteit: normaal (‘normal’);
het aanvaardbaarheidscriterium: de resultaten van de eindcontrole van het controlemonster zijn in overeenstemming met de desbetreffende eisen van de Richtlijn i.c. de technische documentatie.
De definitie van een controlemonster conform een methodiek gelijkwaardig aan de gespecificeerde methode volgens ISO 2859 deel 1 en de bijhorende parameters is een aanvaardbaar alternatief.
De CKI verricht het toezicht op de eindcontrole door het afleggen van een of meerdere onaangekondigd(e) bezoek(en) conform het vastgestelde monsternameplan.
De CKI verricht de onderstaande activiteiten in het kader van het toezicht op de eindcontrole:
het aanwijzen van het controlemonster op de plaats van fabricage of opslag.
het verrichten of laten verrichten van de gehele of gedeeltelijke eindcontrole aan het controlemonster conform de Richtlijn, bijlage I, punt 3.2, te weten:
eindinspectie en bijbehorende technische documentatie;
beproeving;
onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen in geval van samenstellen.
Een overzicht van de relevante toetsingselementen in het kader van de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole is vastgelegd in de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 3)
De CKI beoordeelt, op basis van desbetreffende eisen volgens de Richtlijn – bijlage 1, punt 3.2 en een onderzoek op de plaats van fabricage, inspectie of opslag, de wijze van verrichten van de eindcontrole door de fabrikant op de aspecten:
aard en omvang, doeltreffendheid, implementatie en aantoonbaarheid.
De CKI stelt een monsternameplan vast conform de onderstaande bepalingen:
minimaal één (1) onaangekondigd bezoek per afzonderlijke partij (‘lot/batch’) in van de onderhavige drukapparatuur in het eerste productiejaar.
de frequentie van de onaangekondigde bezoeken na het initiële bezoek wordt bepaald op basis van de onderstaande criteria:
minimaal één (1) onaangekondigd bezoek per afzonderlijke partij (‘lot/batch’) van de onderhavige drukapparatuur resp. per productiejaar;
de resultaten van vroegere bezoeken in het kader van toezicht op de eindcontrole;
significante wijzigingen in de organisatie van de fabrikant resp. het fabricageproces van de onderhavige drukapparatuur.
definitie van het controlemonster (= één of meerdere drukapparaten) conform ISO 2859 deel 1 en de volgende parameters:
het inspectieniveau (‘general inspection level’): II;
de monstername: aselect (‘at random’) en enkel (‘single’);
de intensiteit: normaal (‘normal’);
het aanvaardbaarheidscriterium: de resultaten van de eindcontrole van het controlemonster zijn in overeenstemming met de desbetreffende eisen van de Richtlijn i.c. de technische documentatie.
De definitie van een controlemonster conform een methodiek gelijkwaardig aan de gespecificeerde methode volgens ISO 2859 deel 1en de bijhorende parameters is een aanvaardbaar alternatief.
De CKI verricht het toezicht op de eindcontrole door het afleggen van een of meerdere onaangekondigd(e) bezoek(en) conform het vastgestelde monsternameplan.
De CKI verricht de onderstaande activiteiten in het kader van het toezicht op de eindcontrole:
het aanwijzen van het controlemonster op de plaats van fabricage of opslag.
het verrichten of laten verrichten van de gehele of gedeeltelijke eindcontrole aan het controlemonster conform punt 3.2 (bijlage 1, Richtlijn), t.w.:
eindinspectie en bijbehorende technische documentatie;
beproeving;
onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen in geval van samenstellen.
Een overzicht van de relevante toetsingselementen in het kader van de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole is vastgelegd in de toetsingslijst ‘toezicht op de eindcontrole – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 3)
Procedure voor het verscherpt toezicht op de eindcontrole.
Door middel van onaangekondigde bezoeken vindt verscherpt toezicht plaats op de eindcontrole. Het doel is om te controleren of de eindcontrole door de fabrikant van drukapparatuur voldoet aan de desbetreffende eisen van de richtlijn. Naast toezicht op de eindcontrole vinden in het kader van deze nieuwbouwmodule herbeoordelingen van het kwaliteitsysteem plaats. Voor een nadere beschrijving hiervan wordt verwezen naar document ‘Schema Beoordeling Systemen (drukapparatuur)’.
De CKI dient voor de uitvoering van het toezicht op de eindcontrole te beschikken over een door de fabrikant ter beschikking te stellen productieschema (planning), dan wel, om praktische redenen, een voldoend gedetailleerd productieschema over door de CKI vast te stellen bepaalde perioden, teneinde een onaangekondigd bezoek daar effectief op te kunnen afstemmen.
De CKI stelt de bezoekfrequentie vast conform de onderstaande bepalingen:
minstens één onaangekondigd bezoek in het eerste productiejaar van de onder deze module vervaardigde drukapparatuur.
de frequentie van de onaangekondigde bezoeken in de periode na het eerste bezoek wordt bepaald op basis van de onderstaande criteria:
minstens één onaangekondigd bezoek per jaar;
de resultaten van vroegere onaangekondigde bezoeken m.b.t. de eindcontrole;
significante wijzigingen in de organisatie, respectievelijk het fabricageproces van de onderhavige drukapparatuur.
De hier beschreven onaangekondigde bezoeken zijn complementair t.o.v. de in paragraaf 5.2.6.2 van het schema voor beoordeling van systemen.
Tijdens een onaangekondigd bezoek beoordeelt de CKI, aan de hand van een controle op de plaats van fabricage, inspectie of opslag, of de eindcontrole door de fabrikant voldoet aan het gestelde daaromtrent in het goedgekeurde kwaliteitssysteem van de fabrikant, met name het richtlijn specifieke deel daarvan, en daarmee aan de desbetreffende eisen van de richtlijn conform de toetsingslijst ‘fabricage en eindcontrole drukapparatuur – nieuwbouw – gebruiksfase (bijlage 3)
Zij voert deze controle uit aan apparatuur die ten tijde van het bezoek een eindcontrole ondergaat, dan wel recent heeft ondergaan en voor de controledoeleinden nog beschikbaar en geschikt is.
Indien de fabrikant verschillende apparatuur onder deze module produceert, dan wel voor de fabricage sterk verschillende methoden toepast, hanteert de instantie een vastgelegde methodiek die bewerkstelligt dat de genoemde controle in de tijd methodisch over die verschillende apparatuur resp. fabricagemethoden wordt verdeeld.
De CKI stelt een verslag op van haar bevindingen tijdens het toezicht. Dit verslag wordt ter beschikking gesteld aan de houder van het certificaat/ de verklaring. Deze kan hierop een verzoek tot herziening voor indienen, zie paragraaf 4.23.
De rapportages bevatten ten minste de informatie conform het overzicht ‘minimum inhoud (inspectie-)rapportages – nieuwbouw – gebruiksfase’ (bijlage 4).
De aanvraag, de desbetreffende technische documentatie, het productieschema, het monsternameplan, de (inspectie-)rapportages en de overige relevante documentatie worden door de CKI bewaard (minimale bewaartermijn = 10 jaar).
Indien blijkt dat een product niet of niet meer voldoet aan de eisen of normen waaraan een CKI heeft getoetst, heeft dit maatregelen door de CKI tot gevolg. De maatregelen strekken ertoe dat op zo kort mogelijke termijn voldaan wordt aan genoemde eisen of normen.
Zo kan het gebeuren dat het eerder afgegeven certificaat/verklaring wordt ingetrokken of dat er geen certificaat/verklaring wordt afgegeven. In ieder geval dient een duidelijke onderbouwing van de beslissing opgesteld te worden, met daarin de reden voor het weigeren, schorsen of intrekken van een certificaat of verklaring.
Dit betreft met name de nieuwbouw modules A1 en C1 en de bijbehorende maatregelen zijn omschreven in paragraaf 4.5.3 en 4.8.4.
Er dient door de CKI informatie-uitwisseling met de Inspectie SZW plaats te vinden over geconstateerde gevaarlijke situaties bij werkzaamheden die door een afgegeven of nog af te geven verklaring of certificaat worden gereguleerd en waardoor de veiligheid of de gezondheid van werknemers of derden in gevaar kan worden gebracht.
Deel 2 van dit schema bevat de normen die gelden voor een verklaring voor producten in een werkveld drukapparatuur. Beschreven wordt achtereenvolgens:
het onderwerp van de verklaring (ie hoofdstuk 6);
de inhoudelijke eisen (inclusief de geldigheidscondities) die gelden voor het certificaat of de verklaring (zie hoofdstuk 7);
de wijze waarop het voldoen aan de eisen wordt beoordeeld en gerapporteerd (zie hoofdstuk 8);
te stellen eisen aan format van de verklaring (zie hoofdstuk 9).
Het Schema voor beoordeling van producten (drukapparatuur) is door de Stichting CCvD-DA voorgesteld en door het ministerie van SZW – inclusief eventuele aanpassingen – vastgesteld
De te beoordelen producten betreffen drukapparatuur.
Drukapparatuur zijn, stationair opgestelde enkelvoudige en/of samenstellingen van drukvaten, of -leidingen met een maximaal toelaatbare druk van meer dan 0,5 bar. En-kele voorbeelden zijn:
stoomketels;
procestanks;
koelinstallaties;
cryogene opslagtanks;
installatieleidingen;
veiligheidsappendages voor de beveiliging van drukapparatuur;
etc.
De producten worden in diverse fases van de levenscyclus beoordeeld, te weten de nieuwbouw, voor ingebruikneming en tijdens gebruiksfase. Afhankelijk van de fase worden verschillende verklaringen afgegeven.
Dit hoofdstuk bevat de werkveldspecifieke normen waaraan een product moet voldoen, alsmede de wijze waarop de toetsing daarvan plaatsvindt.
Producten worden alleen in de handel gebracht en in gebruik genomen wanneer deze niet de veiligheid of gezondheid van de gebruiker of andere in Richtlijn 97/23/EG van het Europese Parlement en de Raad van 29 mei 1997 (Pressure Equipment Directive) opgenomen algemene belangen in gevaar brengen, wanneer zij op juiste wijze en voor geëigende doelen worden gefabriceerd, geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden.
In de nieuwbouwfase dienen producten te voldoen aan essentiële veiligheidseisen.
Indien de fabrikant gebruik maakt van de Europese geharmoniseerde normen, en voor samenbouw PRD 2.1 (Samenbouw van drukapparatuur en beveiliging), ter invulling van de essentiële veiligheidseisen, dan mag hij ervan uitgaan dat zijn product voldoet aan de betreffende eisen.
Ten aanzien van de ingebruikname gelden:
De Warenwetregeling Drukapparatuur;
PRD 2.2: Keuring voor ingebruikneming.
Indien de gebruiker van drukapparatuur gebruik maakt van PRD 2.2, dan mag hij ervan uitgaan dat voldaan wordt aan het Besluit Drukapparatuur en de Warenwetregeling Drukapparatuur.
Drukapparatuur wordt onderworpen aan periodieke inspecties indien te verwachten is dat deze producten tijdens gebruik onderhevig zijn aan slijtage of anderszins wat veiligheid betreft achteruit gaan. Ten aanzien van deze periodieke inspecties zijn van toepassing:
De Warenwetregeling Drukapparatuur;
De PRD’s.
Indien de gebruiker van drukapparatuur gebruik maakt van de PRD’s, dan mag hij er-van uitgaan dat voldaan wordt aan het Besluit Drukapparatuur en de Warenwetregeling Drukapparatuur.
Voor toetspunten voor nieuwbouw wordt verwezen naar bijlage 1 ‘Essentiële veiligheidseisen’ van de Richtlijn drukapparatuur (97/23/EG). Voor de ingebruikneming en gebruiksfase wordt voor de toetspunten verwezen naar de Warenwetbesluit en Warenwetregeling Drukapparatuur en de Praktijkregels Drukapparatuur (PRD’s), zie ook hoofdstuk 7 van dit schema.
Indien drukapparatuur, druksysteem of samenstel na beoordeling bij nieuwbouw, ingebruikneming of gebruiksfase is goedgekeurd, ontvangt de aanvrager een verklaring. In het onderstaande overzicht wordt aangegeven welke verklaringen kunnen worden afgegeven. In de betreffende bijlage wordt aangegeven welke gegevens deze ‘verklaringen’ minimaal dienen te bevatten:
Bijlage 1: Overzicht – minimum inhoud ‘certificate of conformity’
Bijlage 2: Overzicht – minimum inhoud ‘(EG-)verklaring van type-/ontwerponderzoek – nieuwbouw’
Bijlage 4: Overzicht – minimum inhoud ‘(inspectie) rapportages – nieuwbouw – gebruiksfase’
Bijlage 8: (Voorlopige) Verklaring van ingebruikneming
Bijlage 9: Verklaring van herkeuring
Bijlage 10: Verklaring van intredekeuring en ingebruikneming
De elementen met een vereiste vermelding in de (EG-)verklaring van overeenstemming (‘certificate of conformity’) met betrekking tot de – door de CKI – verrichte proeven aan de desbetreffende drukapparatuur of druksysteem, zijn in het onderstaande overzicht gespecificeerd.
Fabrikant:
naam.
adres.
merknaam (bij druksysteem niet van toepassing).
Gegevens drukapparaat of drukapparaten of druksysteem:
benaming drukapparaat, samenstel of druksysteem.
identificatie drukapparaat, samenstel of druksysteem (b.v. serie- of fabricagenummer).
fabricagejaar.
referentie(s) fabrikant/gebruiker optredend als fabrikant.
referentie en datum verklaring van overeenstemming fabrikant/gebruiker
tekeningnummer en versieaanduiding van samenstellingtekening(en).
categorie-indeling*.
ontwerpdruk i.c. minimaal/maximaal toelaatbare druk (PS)*.
ontwerptemperatuur i.c. minimaal/maximaal toelaatbare temperatuur (TS)*.
volume (V) of afmetingen (DN)*.
medium en stofindeling*.
corrosietoeslag.
Veiligheidsappendages:
capaciteit*.
instelgegevens*.
datum van afstelling*.
Toegepaste overeenstemmingsbeoordelingsprocedure(s) c.q. module(s)*.
Specificatie van de verrichte proeven (= beoordelings-, onderzoek- en beproevingsactiviteiten).
Ontwerp (type- of ontwerponderzoek of eenheidskeuring):
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
certificaatnummer / referentie van een beoordelingsrapport van het ontwerp (module G).
datum.
Fabricage c.q. vervaardiging:
naam en adresgegevens CKI
identificatienummer CKI
certificaatnummer.
datum.
Verklaring:
de resultaten van de verrichte proeven.
goedkeuringsdatum.
naam en functie ondertekenaar c.q. beslissingbevoegde functionaris.
handtekening (vrijgave resp. autorisatie) en stempel CKI.
De elementen met een vereiste vermelding in de (EG-)verklaring van type-/ontwerponderzoek met betrekking tot de conclusies van de – door de CKI – verrichte passende onderzoek en noodzakelijke proeven aan de desbetreffende drukapparatuur of druksysteem, zijn in het onderstaande overzicht gespecificeerd.
Fabrikant:
naam.
adres.
merknaam (bij druksysteem niet van toepassing).
Gegevens drukapparaat, samenstel of druksysteem:
benaming drukapparaat, samenstel of druksysteem.
identificatie drukapparaat, samenstel of druksysteem (typenummer(s).
referentie(s) fabrikant of gebruiker die optreed als fabrikant.
tekeningnummer en versieaanduiding van samenstellingtekening(en).
categorie-indeling*.
ontwerpdruk i.c. minimaal/maximaal toelaatbare druk (PS)*.
ontwerptemperatuur i.c. minimaal/maximaal toelaatbare temperatuur (TS)*.
volume (V) of afmetingen (DN)*.
medium en stofindeling*.
corrosietoeslag.
Veiligheidsappendages:
capaciteit*.
instelgegevens*.
datum van de afstelling.
Toegepaste overeenstemmingsbeoordelingsprocedure(s) c.q. module(s)*.
Specificatie van de verrichte onderzoeken en/of proeven voor de initiële resp. de aanvullende, in geval van wijzigingen, overeenstemmingsbeoordeling.
Kwaliteitssysteem (alleen voor module H1):
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
certificaatnummer.
datum.
Verklaring:
de conclusies van de verrichte onderzoeken en/of proeven (indien van toepassing ‘conditionele verklaring’).
de geldigheidstermijn (module B) en/of de voorwaarden voor geldigheid.
goedkeuringsdatum.
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
certificaatnummer.
naam en functie ondertekenaar c.q. beslissingbevoegde functionaris.
handtekening (vrijgave resp. autorisatie) en stempel instelling.
Lijst van bijlagen.
De toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de fabricage en eindcontrole van drukapparatuur zijn in het onderstaande overzicht vermeld.
controle van de geschiktheid (kwalificatie) van de uitvoeringsmethoden voor het voorbereiden van onderdelen (b.v. producten of halffabricaten) gedurende het fabricageproces (b.v. procedure voor warm/koud vervormen).
controle van de identificatie (ken-/waarmerken) van de gebruikte materialen.
controle van het vereiste soort keuringsdocument.
controle overeenstemming van de gebruikte materialen met de voorgeschreven specificatie.
controle van de methode voor resp. toepassing van hermerken
controle van de materiaalopslag en het -beheer van halffabricaten, producten en lastoevoegmaterialen.
controle van de kwalificatie van de uitvoeringsmethoden (LMK + LMB) en de goedkeuring door een vakkundige derde partij (in categorie II, III, IV en in die gevallen waarbij geen categorie-indeling op basis van de PED heeft plaatsgevonden).
controle van de kwalificatie c.q. vakbekwaamheid van het personeel (LK) en de goedkeuring door een vakkundige derde partij (in categorie II, III, IV en in die geallen waarbij geen categorie-indeling op basis van de PED heeft plaatsgevonden).
controle van de geschiktheid (kwalificatie) van de uitvoeringsmethoden.
controle van de kwalificatie c.q. vakbekwaamheid van het personeel en voor categorie III en IV de goedkeuring door een vakkundige derde partij.
controle van de onderzoeksrapportages van uitgevoerd niet destructief onderzoek.
visueel in- en uitwendig (las-)onderzoek.
controle van de uitvoering en maatvoering.
noot: alleen indien vereist op grond van essentiële veiligheidsoverwegingen.
controle van de geschiktheid (kwalificatie) van de uitvoeringsmethode voor een warmtebehandeling.
controle van de registraties en/of verklaringen.
controle van de registraties van materiaal, las- en (niet) destructief onderzoek gegevens.
eindinspectie:
controle van de desbetreffende documentatie behorend tot de fabricagefase.
(indien van toepassing) controle van verklaringen en/of markeringen van onderdelen van samenstellen.
visueel in-/uitwendig onderzoek voor uitvoering van de beproeving resp. het aanbrengen van een beschermingssysteem, inclusief controle uitvoering, maatvoering en ondersteuningen.
beproeving:
controle van de beproevingsprocedure (= hydrostatische persproef) of een vervangende proef (inclusief de desbetreffende aanvullende maatregelen).
controle van de kalibratie van de meetapparatuur voor de uitvoering van de beproeving.
bijwonen van de beproeving of de vervangende proef (indien van toepassing).
visueel in-/uitwendig onderzoek na de uitvoering van de beproeving.
(voor zover van toepassing) onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen in geval van samenstellen of druksystemen.
controle van een in-/uitwendig beschermingssysteem ten behoeve van de overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen.
(voor zover van toepassing) controle van de markering, t.w. het identificatienummer.
(voor zover van toepassing) controle van de opstelling na reparatie.
De elementen met een vereiste vermelding in een (inspectie) rapportage, met betrekking tot inspectieactiviteiten c.q. verrichte onderzoeken of proeven aan drukapparatuur, zijn in het onderstaande overzicht gespecificeerd.
Algemene gegevens:
referentienummer CKI (project, opdracht- of contractnummer)
fabrikant/gebruiker
referentie fabrikant/gebruiker
benaming drukapparaat, samenstel of druksysteem
identificatie drukapparaat, samenstel of druksysteem
tekeningnummer en versieaanduiding van samenstellingstekening(en)
categorie-indeling1
ontwerpdruk i.c. minimum/maximum toelaatbare druk (PS)1
ontwerptemperatuur i.c. minimum/maximum toelaatbare temperatuur (TS)1
volume (V) of afmetingen (DN)1
medium en stofindeling1
overeenstemmingsbeoordelingsmodule
(1 optioneel)
Aard, omvang, tijdstip en locatie van de verrichte onderzoeken of proeven (inclusief de toegepaste meetapparatuur).
Resultaten van de verrichte onderzoeken of proeven (inclusief afwijkingen, bijzondere omstandigheden en genomen maatregelen).
Bijlagen (indien van toepassing).
Vrijgave resp. autorisatie.
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
certificaatnummer.
datum.
De inhoud van de technische documentatie van drukapparatuur dient de onderstaande informatie te bevatten.
een algemene beschrijving van de drukapparatuur.
de toegepaste basis-/broninformatie (‘input’) en de resultaten van de gemaakte risicoanalyse.
de ontwerp- en fabricagetekeningen met de relevante informatie ten behoeve van de overeenstemmingsbeoordeling.
de toegepaste basis-/broninformatie (‘input’) en de resultaten van de gemaakte ontwerpberekeningen met de relevante informatie ten behoeve van de overeenstemmingsbeoordeling.
de beschrijvingen en de toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van de genoemde tekeningen, ontwerpberekeningen en overige documentatie en de werking van de drukapparatuur.
een overzicht van de geharmoniseerde normen die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast.
een beschrijving van de oplossingen die zijn gekozen indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast.
het nodige bewijsmateriaal ter bevestiging van de geschiktheid van de voor het ontwerp gekozen oplossingen, met name indien de geharmoniseerde normen niet (volledig) toegepast zijn, inclusief de eventuele resultaten van proeven die door of namens de fabrikant door een passend laboratorium zijn uitgevoerd.
de goedkeuringen van de uitvoeringsmethoden van permanente verbindingen.
de kwalificatie van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen resp. niet destructief onderzoek.
de verrichte onderzoeken.
De inhoud van de technische documentatie van drukapparatuur dient de onderstaande informatie te bevatten. Ingeval van drukapparatuur waarvan de ontwerpbeoordeling niet door een aangemelde instelling of keuringsdienst heeft plaatsgevonden, dient de informatie toereikend te zijn om de reparatie of wijziging in samenhang met het totale drukapparaat, samenstel of druksysteem te kunnen beoordelen.
een algemene beschrijving van en de reden voor de voorgenomen reparatie en/of wijziging;
de ontwerp- en fabricagetekeningen met de relevante informatie ten behoeve van de (overeenstemming)beoordeling;
*) de toegepaste basis-/broninformatie (‘input’) en de resultaten van de gemaakte ontwerpberekeningen met de relevante informatie ten behoeve van de (overeenstemming)beoordeling;
*) de beschrijvingen en de toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van de genoemde tekeningen, ontwerpberekeningen en overige documentatie en de werking van de drukapparatuur;
een overzicht van de geharmoniseerde normen die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast;
een beschrijving van de oplossingen die zijn gekozen indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast;
*) het nodige bewijsmateriaal ter bevestiging van de geschiktheid van de voor het ontwerp gekozen oplossingen, met name indien de geharmoniseerde normen niet (volledig) toegepast zijn, inclusief de eventuele resultaten van proeven die door of namens de fabrikant door een passend laboratorium zijn uitgevoerd;
(in categorie II, III, IV en in die gevallen waarbij geen categorie-indeling op basis van de PED heeft plaatsgevonden) de goedkeuringen van de uitvoeringsmethoden van permanente verbindingen en kwalificatie van het personeel belast met de uitvoering van permanente verbindingen;
(in categorie III, IV en in die gevallen waarbij geen categorie-indeling op basis van de PED heeft plaatsgevonden) de kwalificatie van het personeel belast met het niet destructief onderzoek op de permanente verbindingen;
de verrichte onderzoeken.
Niet van toepassing bij de beoordeling van een reparatie
De toetsingselementen in het kader van de uitvoering van de ontwerpbeoordeling van drukapparatuur, druksystemen, reparaties en wijzigingen zijn in het onderstaande overzicht vermeld. Afhankelijk van de reparatie of wijziging dient vastgesteld te worden welke daarvan relevant zijn om de reparatie en/of wijziging te kunnen beoordelen.
de inwendige en uitwendige (statische) druk resp. de minimaal en maximaal toelaatbare druk (inclusief vacuüm).
de omgevings- en gebruikstemperatuur resp. de minimaal en maximaal toelaatbare temperatuur.
de massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden
de belastingen ten gevolge van verkeer, wind en aardbevingen.
de (externe) belastingen, o.a. als gevolg van reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies, bevestigingsmiddelen, aansluitende (installatie-) leidingen.
corrosie, erosie, turbulentie, afzettingen, andere chemische aantasting, vloeistof- of waterslag.
vermoeiing (b.v. als gevolg van trillingen of bedrijfsomstandigheden).
ontbinding van onstabiele stoffen.
oververhitting.
uitwendige brand.
de geschiktheid van de toegepaste ontwerpmethode in relatie tot de geïdentificeerde belastingen.
het beproevingsprogramma in geval van de toepassing van een experimentele ontwerpmethode (alleen voor module B).
de beoordeling van de gemaakte ontwerpberekeningen (sterkte, stabiliteit en flexibiliteit).
de gebruikte materialen.
de constructiedetails.
de constructieve uitvoering van tubulures of aftakkingen.
de vormgeving drukapparatuur of onderdelen.
de details van (permanente) verbindingen.
de verbindingsfactoren.
de warmtebehandeling.
de afmetingen (inclusief toeslagen, toleranties, onrondheidseisen).
de niet destructieve proeven.
de beproeving.
de ondersteuningen.
de veilige bediening en werking (inclusief vullen en ledigen).
de voorzieningen voor het aftappen of ontluchten.
de mate van inspecteerbaarheid in nieuwbouw- resp. gebruiksfase.
de geschiktheid van de toegepaste beveiligingsvoorzieningen.
de beoordeling van de integratie van verschillende drukapparaten tot een (functioneel) geheel.
de eenduidige vastlegging van de essentiële informatie voor de uitvoering van de fabricage en eindcontrole (‘keuringseisen’).
De ‘verklaring van ingebruikneming’ of de ‘voorlopige verklaring van ingebruikneming’ voor drukapparatuur, samenstellen en druksystemen moet ten minste de volgende informatie bevatten:
Verwijzing naar artikel 12b, tweede of tiende lid van het besluit.
Kenmerk of registratienummer van de drukapparatuur.
Naam en adres van de gebruiker van de drukapparatuur, het samenstel of het druksysteem.
Adres en plaats waar de drukapparatuur, het samenstel of het druksysteem is opgesteld.
Verwijzing naar de verklaring van overeenstemming onderscheidenlijk de EG-verklaring van overeenstemming.
De gegevens die nodig zijn met betrekking tot de omstandigheden waaronder en de wijze waarop de apparatuur mag worden gebruikt.*1)
Datum van de keuring vóór ingebruikneming.
Geldigheidsduur van de voorlopige verklaring.
Jaar van herkeuring van de eerst in aanmerking komende apparatuur van het samenstel, druksysteem of groep installatieleidingen.*2).
Gegevens CKI die de keuring heeft verricht:
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
Identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is de verklaring voor de CKI te ondertekenen.
Ondertekening en datum.
Opmerking:
De hier bedoelde omstandigheden hebben in de regel betrekking op de toelaatbare druk voor de drukapparaten in relatie met het samenstel of druksysteem waarvan het deel uit maakt. Deze toelaatbare druk is tevens de waarde die gebruikt wordt voor de bepaling of er sprake is van een verplichting tot keuring voor ingebruikneming en herkeuring.
Deze waarde kan lager zijn dan de PS-waarde die de fabrikant van het afzonderlijk drukapparaat op de stempelplaat heeft vermeld. Overigens kunnen bijvoorbeeld ook de toelaatbare temperatuur of frequentie van drukwisselingen tot de vast te leggen gebruiksomstandigheden behoren.
Opmerking
Bij de vaststelling van het jaar van herkeuring wordt een eventueel toegekende overschrijding van de jaargrens niet meegenomen.
Bij een verkorte termijn wordt gerekend vanuit het jaar waarin de herkeuring daadwerkelijk is uitgevoerd.
De ‘verklaring van herkeuring’ voor drukapparatuur moet ten minste de volgende informatie bevatten:
Verwijzing naar artikel 12c, tweede lid van het besluit.
Kenmerk of registratienummer van het drukapparaat.
Adres en plaats van de drukapparatuur.
Naam en adres van de gebruiker van de drukapparatuur.
Datum en nummer van het besluit op basis waarvan de verklaring is afgegeven.
In voorkomend geval, een verwijzing naar de verklaring van ingebruikneming of de verklaring van intredekeuring en ingebruikneming *1).
De gegevens die nodig zijn met betrekking tot de omstandigheden waaronder en de wijze waarop de apparatuur mag worden gebruikt *2).
Datum van de herkeuring.
Jaar van herkeuring van de volgende herkeuring. *3)
Gegevens van de CKI die de herkeuring heeft verricht:
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
Identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is de verklaring voor de CKI te ondertekenen.
Ondertekening en datum.
De basis waarop het eindoordeel wordt gegeven, te onderscheiden naar door de CKI uitgevoerde inspectie resp. door de inspectieafdeling van de gebruiker uitgevoerde inspecties onder toezicht van een CKI. *4)
Opmerking:
‘In voorkomend geval’ heeft betrekking op situaties waarin geen keuring vóór ingebruikneming door een aangewezen CKI is vereist maar wel een herkeuring door een aangewezen CKI van toepassing is.
Opmerking:
De hier bedoelde omstandigheden hebben in de regel betrekking op de toelaatbare druk voor de drukapparaten in relatie met het samenstel of druksysteem waarvan het deel uit maakt. Deze toelaatbare druk is tevens de waarde die gebruikt wordt voor de bepaling of er sprake is van een verplichting tot keuring voor ingebruikneming en herkeuring.
Deze waarde kan lager zijn dan de PS-waarde die de fabrikant van het afzonderlijk drukapparaat op de stempelplaat heeft vermeld. Overigens kunnen bijvoorbeeld ook de toelaatbare temperatuur of frequentie van drukwisselingen tot de vast te leggen gebruiksomstandigheden behoren.
Opmerking
Bij de vaststelling van het jaar van herkeuring wordt een eventueel toegekende overschrijding van de jaargrens niet meegenomen.
Bij een verkorte termijn wordt gerekend vanuit het jaar waarin de keuring daadwerkelijk is uitgevoerd.
Opmerking:
Het verdient aanbeveling om in de verklaring van herkeuring te vermelden of de herkeuring door de gebruiker onder toezicht van een CKI heeft plaatsgevonden of dat de herkeuring geheel door een CKI is uitgevoerd.
De ‘verklaring van intredekeuring en ingebruikneming’ voor apparatuur, moet ten minste (voor zover van toepassing) de volgende informatie bevatten:
Een verwijzing naar artikel 12d, tweede en negende lid van het Besluit;
Naam en adres van de gebruiker;
Adres en plaats waar de drukapparatuur, het samenstel of het druksysteem is opgesteld;
Gegevens apparatuur:
benaming apparatuur
kenmerk of registratienummer van de drukapparatuur
fabricagejaar
tekeningnummer en versieaanduiding van samenstellingtekening(en)
minimaal/maximaal toelaatbare druk (PS)
minimaal/maximaal toelaatbare temperatuur (TS)
volume (V) of afmeting (DN)
medium en stofindeling
categorie-indeling
corrosietoeslag
Veiligheidsappendages:
capaciteit
instelgegevens
datum van instellen van de veiligheid
De maximaal toelaatbare druk en de maximaal/minimaal toelaatbare temperatuur van de in de verklaring genoemde drukapparaten*1);
Datum van de keuring vóór ingebruikneming;
Jaar van herkeuring van de eerst in aanmerking komende apparatuur van het samenstel, druksysteem of groep installatieleidingen;
Verwijzing naar de onderliggende rapporten;
Specificatie en de resultaten van de verrichte proeven (= beoordelings-, onderzoek- en beproevingsactiviteiten);
Gegevens van de CKI die de beoordelingen en keuringen heeft verricht:
naam en adresgegevens CKI.
identificatienummer CKI.
KvK-nummer CKI
Identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is de verklaring voor de CKI te ondertekenen;
Ondertekening en datum van afgifte van de Verklaring.
Opmerking:
Dit is de toelaatbare druk voor de drukapparaten in relatie met het samenstel of druksysteem waarvan het deel uit maakt en is tevens de waarde die gebruikt wordt voor de bepaling of er sprake is van een verplichting tot keuring voor ingebruikneming en herkeuring.
Deze waarde kan lager zijn dan de PS-waarde die de fabrikant van het drukapparaat op de stempelplaat vermeld heeft.
Afhankelijk van de organisatievorm van de gebruiker moeten de volgende taakverdelingen toegepast worden.
Gebruiker |
Inspectieafdeling Van de Gebruiker (IVG) |
Keuringsdienst Van Gebruikers (KVG) |
Aangewezen Keuringsinstelling (AKI) |
Vaste termijnen | |||
– Herbeoordelingsplan opstellen of de te hanteren specificatie opgeven *6) – Aanvraag indienen met de basis informatie |
– Herbeoordelingsplan beoordelen – Herkeuring uitvoeren conform herbeoordelingsplan – Rapporteren van de inspectie-bevindingen – Eindoordeel formuleren*1) |
||
– Herbeoordelingsplan beoordelen – Herkeuring uitvoeren conform herbeoordelingsplan – Rapporteren van de inspectiebevindingen – Autorisatie rapportage |
– Houdt toezicht op de herkeuring door de IVG (zie par. 4.15.5.2) – Eindoordeel formuleren *2) |
Gebruiker |
Inspectieafdeling Van de Gebruiker (IVG) |
Keuringsdienst Van Gebruikers (KVG) |
Aangewezen Keuringsinstelling (AKI) |
Termijnverlenging | |||
– Voorbereiden van de aanvraag – Opstellen van het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging*6) – Aanvraag indienen – Toevoegen verklaring dat termijnverlenging verantwoord is. |
– Ondersteunen van de aanvraag – Beoordelen en medeondertekenen van de aanvraag – Herkeuring uitvoeren conform het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging – Rapporteren van de inspectiebevindingen – Autorisatie rapportage |
– Beoordeelt de aanvraag – (indien van toepassing) Houdt toezicht op de uitvoering van de onderzoeken door de IVG conform het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging (zie par. 4.15.5.3) – (indien van toepassing) Uitvoering van de onderzoeken conform het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging |
|
– (indien van toepassing) Houdt toezicht op de uitvoering van de onderzoeken door de KVG conform het herbeoordelingsplan voor termijnverlenging (zie par. 4.15.5.4) – Neemt onderzoeksresultaten mee in het eindoordeel – Eindoordeel formuleren over de aangevraagde termijnverlenging*3 |
Gebruiker |
Inspectieafdeling van de Gebruiker (IVG) |
Keuringsdienst Van Gebruikers (KVG) |
Aangewezen Keuringsinstelling (AKI) |
Termijnflexibilisering | |||
– Voorbereiden van de aanvraag – Opstellen herbeoordelingsplan voor termijnflexibilisering op basis van RBI *5) (zie par. 4.15.1.3.) – Aanvraag indienen – Toevoegen verklaring dat termijn-flexibilisering verantwoord is. |
– Ondersteunen van de aanvraag – Beoordelen en medeondertekenen van de aanvraag – Herkeuring uitvoeren conform het herbeoordelingsplan voor termijnflexibilisering (zie par. 4.15.1.3.) – Rapporteren van de inspectiebevindingen – Autorisatie rapportage |
– Beoordelen van de aanvraag – (indien van toepassing) Houdt toezicht op de uitvoering van de onderzoeken door de IVG conform het herbeoordelingsplan voor termijnflexibilisering (zie par. 4.15.1.3 en 4.15.5.5) – (indien van toepassing) Houdt toezicht op de uitvoering van de onderzoeken door de KVG conform het herbeoordelingsplan voor termijnflexibilisering (zie par. 4.15.1.3 en 4.15.5.6) – Gebruikt o.a. het resultaat van de onder-zoeken *4) als validatie van de toe te kennen c.q. toegekende geflexibiliseerde termijn – Eindoordeel formuleren over de aangevraagde termijnflexibilsering*4 |
*1) Dit betreft het afgeven van een Verklaring van Herkeuring waarin een verwijzing is opgenomen naar de uitvoering door de KVG resp. AKI en de uitspraak dat geen bezwaar bestaat tegen het (weer) in gebruik nemen van de drukapparatuur voor een te vermelden termijn.
*2) Dit betreft het afgeven van een Verklaring van Herkeuring door de instelling, waarin een verwijzing opgenomen is naar de wijze waarop het toezicht is uitgevoerd en dat geen bezwaar wordt gemaakt tegen het (weer) in gebruik nemen van de drukapparatuur voor een te vermelden termijn.
*3) Dit betreft het afgeven van een Verklaring van Herkeuring waarin een verwijzing is opgenomen naar de uitvoering door de AKI en indien van toepassing een verwijzing naar de onder toezicht uitgevoerde uitwendig onderzoek door de IVG of KVG en de uitspraak dat geen bezwaar bestaat tegen het (weer) in gebruik nemen van de drukapparatuur voor een te vermelden verlengde termijn.
*4) Dit betreft de onderzoeken die tijdens de looptijd van de geflexibiliseerde termijn worden uitgevoerd op basis van het jaarprogramma.
*5) De gebruiker kan het opstellen van het herbeoordelingsplan uitbesteden aan zijn IVG of KVG. Zie tevens de voorwaarde in PRD 2.4 voor het beoordelen van de herbeoordelingsplannen door de IVG.
Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage
Geen
(21-07-2016)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
19-07-2016 |
intrekking-regeling |
11-07-2016 |
11-07-2016 |
|||||
nieuw |
02-11-2012 |
02-11-2012 |