Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 4.1 Algemene vereisten omtrent een inrichting

  • 1

    In of bij de aanvraag om een vergunning met betrekking tot het oprichten of in werking hebben van een inrichting, verstrekt de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      de indeling, de uitvoering, de activiteiten en de processen in de inrichting en de ten behoeve daarvan toe te passen technieken of installaties, waaronder begrepen de wijze van energievoorziening, voor zover die redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken;

    • b.

      de voor de activiteiten en de processen, bedoeld onder a, kenmerkende gegevens met betrekking tot grondstoffen, tussen-, neven- en eindproducten;

    • c.

      de maximale capaciteit van de inrichting en het totale nominale motorische of thermische ingangsvermogen van de tot de inrichting behorende installaties;

    • d.

      de tijden en dagen, dan wel perioden waarop de inrichting of de te onderscheiden onderdelen daarvan, in bedrijf zullen zijn;

    • e.

      de aard en omvang van de belasting van het milieu die de inrichting tijdens normaal bedrijf kan veroorzaken, daaronder begrepen een overzicht van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die daardoor kunnen worden veroorzaakt;

    • f.

      de maatregelen of voorzieningen ten behoeve van:

      • 1°.

        het nuttig toepassen dan wel het geschikt maken voor nuttig toepassing van de afvalstoffen die in de inrichting ontstaan;

      • 2°.

        het opslaan van de afvalstoffen in de inrichting;

      • 3°.

        het zich ontdoen van de afvalstoffen die in de inrichting ontstaan;

    • g.

      de andere maatregelen of voorzieningen die zijn of worden getroffen om de nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of te beperken;

    • h.

      de wijze waarop gedurende het in werking zijn van de inrichting de belasting van het milieu, die de inrichting veroorzaakt, wordt vastgesteld en geregistreerd;

    • i.

      de voor de aanvrager redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot de inrichting die voor de beslissing op de aanvraag van belang kunnen zijn;

    • j.

      voor zover het betreft inrichtingen waartoe IPPC-installaties behoren: een beknopte beschrijving van de belangrijkste door de aanvrager bestudeerde alternatieven voor de voorgestelde technologie, technieken en maatregelen.

  • 2

    De aanvraag gaat vergezeld van een niet-technische samenvatting van de in het eerste lid bedoelde gegevens.

Informatie geldend op 21-05-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
    artikel: 6m

  2. Regeling omgevingsrecht
    artikel: 4.11, 4.17, 4.20, 4.22, 4.9

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(21-05-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2013

wijziging

17-06-2013

Stcrt. 2013, 15182

17-06-2013

Stcrt. 2013, 15182

01-01-2013

wijziging

31-10-2012

Stcrt. 2012, 21373

05-12-2012

Stb. 2012, 642

Inwtr. 1

01-10-2010

nieuwe-regeling

30-03-2010

Stcrt. 2010, 5162

10-06-2010

Stb. 2010, 231

Inwtr. 2

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer, enz. (omzetting van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies)(Stb. 2012/552) in werking treedt.

  • 2) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit omgevingsrecht in werking treedt.