Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 158

  • 1

    Gedeputeerde staten zijn in ieder geval bevoegd:

    • a.

      het dagelijks bestuur van de provincie te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet provinciale staten of de commissaris van de Koning hiermee zijn belast;

    • b.

      beslissingen van provinciale staten voor te bereiden en uit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de commissaris hiermee is belast;

    • c.

      regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de provincie, met uitzondering van de organisatie van de griffie;

    • d.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de provincie te besluiten;

    • e.

      te besluiten namens de provincie, provinciale staten of gedeputeerde staten rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij provinciale staten, voor zover het provinciale staten aangaat, in voorkomende gevallen anders beslissen.

    • f.

      toezicht te houden op waterstaatswerken, voor zover niet bij de wet het toezicht aan anderen is opgedragen of de waterstaatswerken in beheer zijn bij het Rijk;

    • g.

      ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging.

  • 2

    Gedeputeerde staten besluiten slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat provinciale staten een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van gedeputeerde staten te brengen.

  • 3

    Gedeputeerde staten nemen, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Informatie geldend op 09-02-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanwijzingen voor de regelgeving
    artikel: 5.23

  2. Provinciewet
    artikel: 167

  3. Regeling cultuurparticipatie provincies en gemeenten 2009–2012
    bijlage: bijlage

  4. Uitvoeringswet EGTS-verordening
    artikel: 3

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(09-02-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2020

wijziging

17-04-2019

Stb. 2019, 173

35073

24-10-2019

Stb. 2019, 385

01-02-2016

wijziging

04-11-2015

Stb. 2015, 426

33691

18-01-2016

Stb. 2016, 39

02-11-2005

wijziging

06-10-2005

Stb. 2005, 534

29310

20-10-2005

Stb. 2005, 535

12-03-2003

wijziging

16-01-2003

Stb. 2003, 17

28384

16-01-2003

Stb. 2003, 18

Inwtr. 1

01-01-1994

wijziging

16-12-1993

Stb. 1993, 668

23086

16-12-1993

Stb. 1993, 668

01-01-1994

nieuwe-regeling

10-09-1992

Stb. 1992, 550

19836

15-12-1993

Stb. 1993, 667

Opmerkingen

  • 1) De inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.