Het is verboden, behoudens het bepaalde in de artikelen 12 en 31, zonder vergunning te ontgronden dan wel als eigenaar, erfpachter, vruchtgebruiker, opstalhouder, beklemde meier of gebruiker van enige onroerende zaak toe te laten, dat aldaar zonder vergunning ontgronding plaats heeft.
Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden ter bevordering en bescherming van belangen, betrokken bij de ontgronding, de herinrichting van de ontgronde onroerende zaken en de aanpassing van de omgeving van de ontgronde onroerende zaken.
De in het tweede lid bedoelde voorschriften kunnen in ieder geval inhouden:
dat een werkplan wordt overgelegd, volgens hetwelk de ontgronding zal geschieden, en dat het toestemming behoeft van een bij het voorschrift aangewezen bestuursorgaan;
dat de onroerende zaken waarvoor een vergunning tot ontgronding wordt verleend, geheel of bij gedeelten in een bij het voorschrift omschreven toestand dienen te worden gebracht;
dat in plaats van de onder b bedoelde verplichting een bepaald bedrag ineens of bij gedeelten moet worden betaald;
dat de kosten van het beheer van de onroerende zaken die zijn ontgrond geheel of gedeeltelijk moeten worden betaald;
dat de kosten in verband met de aanpassingsinrichting van de omgeving van de ontgronde onroerende zaken, alsmede van het beheer van de aangepaste omgeving, voor zover zij het gevolg zijn van de ontgronding, geheel of gedeeltelijk moeten worden betaald;
dat financiële zekerheid moet worden gesteld voor het nakomen van krachtens de vergunning geldende verplichtingen;
dat moet worden voldaan aan door een bij het voorschrift aangewezen bestuursorgaan gestelde nadere eisen;
dat de vergunninghouder verplicht is technische maatregelen te treffen waardoor archeologische vondsten als bedoeld in de Erfgoedwet in de bodem kunnen worden behouden;
dat de vergunninghouder verplicht is een opgraving als bedoeld in de Erfgoedwet te verrichten;
dat de vergunninghouder verplicht is de ontgronding te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het vergunningverlenende bestuursorgaan te stellen kwalificaties.
Een financiële zekerheid als bedoeld in het derde lid, onder f, kan niet worden gevorderd van publiekrechtelijke lichamen. Op de toestemming, bedoeld in het derde lid, onder a, zijn de artikelen 10:28 tot en met 10:31 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Aan de vergunning kunnen ook voorschriften worden verbonden, inhoudende dat op een daarbij omschreven wijze moet worden aangegeven of aan andere vergunningvoorschriften wordt voldaan en dat de daarbij verkregen gegevens ter beschikking moeten worden gesteld van het bevoegd gezag.
Weigering, intrekking of wijziging van een vergunning kan geschieden op grond van strijd met de in het tweede lid bedoelde belangen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit milieueffectrapportage
bijlage: , behorende bij het Besluit milieueffectrapportage
Besluit OM-afdoening
bijlage: II
Besluit omgevingsrecht
bijlage: I
Besluit ontgrondingen in rijkswateren
artikel: 1, 2
Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Sv)
bijlage: bijlage
(22-09-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-07-2016 |
wijziging |
09-12-2015 |
22-12-2015 |
|||||
wijziging |
29-04-2009 |
29-04-2009 |
||||||
wijziging |
21-06-2007 |
09-01-2008 |
||||||
wijziging |
21-12-2006 |
21-08-2007 |
||||||
wijziging |
26-05-2005 |
22-06-2005 |
||||||
wijziging |
06-11-1997 |
11-12-1997 |
||||||
wijziging |
20-06-1996 |
28-11-1996 |
||||||
wijziging |
25-10-1989 |
Stb. 1989, 490 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
nieuwe-regeling |
27-10-1965 |
Stb. 1965, 509 |
16-08-1971 |
Stb. 1971, 520 |
Opmerkingen
1) Abusievelijk is door Stb. 1997/510 niet vermeld, dat het de Algemene wet bestuursrecht betreft.