Het dagloon van de verzekerde, bedoeld in artikel 19aa, wordt met ingang van de dag waarop het tweede recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn ontstaan opnieuw vastgesteld overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 14, mits dat leidt tot een hoger dagloon dan het dagloon dat voor de berekening van de laatstelijk ontvangen loondervingsuitkering of vervolguitkering in aanmerking werd genomen. In afwijking van het bepaalde bij of krachtens artikel 14 wordt bij de dagloonvaststelling, bedoeld in de eerste zin, de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van deze wet niet aangemerkt als loon.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt in artikel 14, eerste lid, in plaats van de woorden «voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden» gelezen: voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ontstaan waaruit het tweede recht op arbeidsongeschiktheiduitkering zou zijn ontstaan.
Ingeval tijdens het ontvangen van een vervolguitkering ten aanzien van de verzekerde die na het ontstaan van recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering ziek is geworden, als gevolg van de toepassing van artikel 19aa, geen tweede recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat wordt, met inachtneming van de tweede tot en met vierde zin, met ingang van de dag waarop het tweede recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn ontstaan, een loondervingsuitkering toegekend. Voor de duur van die loondervingsuitkering is, in afwijking van artikel 21a, de leeftijd van de betrokkene op de dag waarop het tweede recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn ontstaan bepalend. Toekenning van de loondervingsuitkering is slechts mogelijk indien de duur van die uitkering langer is dan de duur van de loondervingsuitkering waarop recht bestond onmiddellijk voorafgaande aan de datum van ingang van de vervolguitkering. De duur van de toe te kennen loondervingsuitkering wordt verminderd met de duur van de laatstelijk ontvangen loondervingsuitkering. Tijdens de duur van die loondervingsuitkering bestaat geen recht op vervolguitkering.
Na afloop van de in het derde lid bedoelde loondervingsuitkering geldt voor de berekening van het vervolgdagloon, in afwijking van artikel 21b, derde lid, een percentage van 2 maal het aantal verstreken jaren tussen het 15e jaar en de leeftijd van de betrokkene op de dag van ingang van de herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Dagloonbesluit werknemersverzekeringen
artikel: 27a, 13, 26
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
artikel: 59a
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
artikel: 51a
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen
artikel: 5a
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
artikel: 91b, 98d, 36
Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen
artikel: XVII
(16-02-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
06-11-1986 |
Stb. 1986, 567 |
||||||
wijziging |
19-06-2013 |
14-06-2013 |
||||||
wijziging |
27-09-2012 |
27-09-2012 |
||||||
wijziging |
22-12-2005 |
22-12-2005 |
||||||
wijziging |
24-06-2004 |
18-10-2004 |
||||||
wijziging |
10-11-2005 |
02-12-2005 |
||||||
wijziging |
19-12-2003 |
19-12-2003 |
||||||
t/m 01-01-1998 |
wijziging |
24-12-1998 |
24-12-1998 |
|||||
wijziging |
24-12-1997 |
24-12-1997 |
||||||
wijziging |
08-02-1996 |
19-02-1996 |
||||||
wijziging |
15-12-1994 |
Stb. 1994, 916 |
19-12-1994 |
Stb. 1994, 917 |
||||
wijziging |
22-12-1993 |
Stb. 1993, 750 |
22-12-1993 |
Stb. 1993, 751 |
||||
wijziging |
07-07-1993 |
Stb. 1993, 412 |
19-07-1993 |
Stb. 1993, 413 |
||||
wijziging |
26-02-1992 |
Stb. 1992, 82 |
26-02-1992 |
Stb. 1992, 83 |
||||
wijziging |
06-11-1986 |
Stb. 1986, 567 |
26-11-1986 |
Stb. 1986, 597 |
||||
wijziging |
20-12-1979 |
Stb. 1979, 708 |
20-12-1979 |
Stb. 1979, 708 |
||||
nieuwe-regeling |
18-02-1966 |
Stb. 1966, 84 |
08-09-1966 |
Stb. 1966, 365 |
Opmerkingen
1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
2) De artikelen 40, 41, 43c, tweede lid, 75a, eerste en tweede lid, 76c, 76e, 76f, 81 en 83, eerste lid, onder e, en vierde lid, werken terug tot en met 1 januari 1998. Artikel 17, eerste lid, werkt terug tot en met 1 oktober 1998. Artikel 17, vijfde lid, werkt terug tot en met 1 juli 1998.
3) Artikelen 40, eerste lid, 41 en 43c werken terug tot en met 1 april 1997. Artikel 40, derde en vierde lid, werkt terug tot en met 25 januari 1994.