De omstandigheid dat voor een aantal emplacementen vooralsnog niet duidelijk is of de normen uit de circulaire haalbaar zijn, doet de vraag rijzen of de normstelling wel voldoende is toegesneden op deze specifieke inrichtingen. Ook door de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de ontstane situatie en de geldende normstelling.
Besluitvorming over een mogelijke aanpassing van de normen vraagt om een verantwoorde onderbouwing. Dat betekent dat er naast inzicht in de mogelijkheden en effecten van generieke maatregelen, ook voldoende inzicht zal dienen te bestaan in de mogelijke maatregelen per emplacement, de al of niet ingrijpendheid van die maatregelen en de eraan verbonden kosten. Daaruit zal ook moeten blijken bij hoeveel emplacementen er sprake is van een echt onoplosbare situatie. Pas daarna kan er een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen plaats vinden. Van een al te snelle beslissing zou ook een ongewenste precedentwerking kunnen uitgaan.
Strikt genomen zou een besluit inzake al of niet aanpassen van de normstelling van de circulaire dan ook pas aan de orde zijn, nadat het door de NS voor de periode 1998-2000 aangekondigde onderzoek naar mogelijke geluidreducerende maatregelen per emplacement is afgerond. Ik streef ernaar om dit moment naar voren te verleggen. Daartoe zal een gemeenschappelijke werkgroep het onderzoeksprogramma zodanig trachten in te richten dat reeds in een eerder stadium besluitvorming kan plaatsvinden.
Een en ander betekent dat ik u op het punt van een eventuele wijziging van de normstelling op dit moment nog geen duidelijkheid kan bieden.
(13-02-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
22-01-1998 |
nieuwe-regeling |
13-01-1998 |
13-01-1998 |