Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage B-IV Ontheffing bekwaamheidseis

Boa werkgevers kunnen beroep doen op de volgende ontheffingsmogelijkheden (bij basisbekwaamheidseis of verzwaard boa-examen).

  • Gelijkwaardige opleiding

  • Semi-permanente ontheffing

  • Tijdelijke ontheffing

  • Beperkte opsporingsbevoegdheden

  • Discretionaire ontheffing

  • Senioren ontheffing

Gelijkwaardige opleiding

In individuele gevallen kan bij een eerste aanvraag ontheffing van de bekwaamheidseis worden verleend indien één van de volgende getuigschriften wordt overgelegd:

  • Politiediploma A of B;

  • Diploma herziene primaire opleiding (HPO);

  • Diploma primaire opleiding basispolitiezorg (POMB);

  • Diploma primaire opleiding politiesurveillant (POPS A en B)

  • Diploma van één van de initiële politie-opleidingen van de Politie Academie; het gaat hierbij om:

    • assistent politiemedewerker (niveau 2)

    • politiemedewerker (niveau 3)

    • allround politiemedewerker (niveau 4)

    • politiekundige bachelor (niveau 5)

    • politiekundige master (niveau 6)

  • Diploma reservepolitie;

  • Diploma vrijwillig ambtenaar van politie;

  • Diploma surveillant van politie;

  • Diploma opsporingsambtenaar Koninklijke Marechaussee;

  • Diploma van de Nederlandse Politie Academie;

  • Diploma politiedienstverlener A (tevens vereist minimaal 1 jaar werkervaring).

De geldigheidsduur van de ontheffing is maximaal vijf jaren na de datum waarop het betreffende getuigschrift is behaald. Daarna dient het reguliere boa-examen te worden afgelegd, dan wel te worden deelgenomen aan het aanvullende opleidingstraject van het domein of het (eigen) scholingstraject van de werkgever. Tevens kan een éénmalige en maximaal vijf jaar geldende ontheffing worden toegekend aan een (nieuw) voorgedragen functionaris, die beschikt over één van de hierboven genoemde getuigschriften, maar deze langer dan vijf jaar voorafgaande aan de aanvraag heeft behaald. Voorwaarde is dan wel, dat deze functionaris enige tijd daarvoor op basis van dit getuigschrift een executieve functie bij de politie of de Koninklijke Marechaussee heeft vervuld.

De termijn waarbinnen na de uitdiensttreding uit de executieve functie de aanvraag om te worden aangesteld als boa moet worden ingediend, is vijf jaar. Deze éénmalige en maximaal vijf jaar geldende ontheffing wordt geacht te zijn ingegaan op de dag waarop de aanvrager uit de executieve dienst is ontslagen.

Voorbeeld:

Een politieambtenaar verlaat de executieve functie op 01-01-2008 . Deze persoon heeft tot 01-01-2013 ontheffing van de bekwaamheidseis, ongeacht het tijdstip van indiensttreding bij de boa-werkgever. Krijgt deze persoon eerst op 01-01-2010 een boa-werkgever, dan is de ontheffing van de bekwaamheidseis nog slechts drie jaar geldig. In dat geval wordt een akte van opsporingsbevoegdheid voor de beperkte periode verstrekt.

Voor opsporingsambtenaren die van een uittredingsregeling, zoals TOR (Tijdelijke Ouderen Regeling), gebruik maken en derhalve hun executieve status behouden, geldt onverminderd de eis van het bekleden van een executieve functie. Als uitgangsdatum wordt de datum van het ingaan van de uittredingsregeling gehanteerd.

Bij de (nieuwe) aanvraag moet een kopie van het besluit waarbij iemand uit executieve dienst is ontslagen, worden gevoegd.

Aan vrijwillige ambtenaren van politie kan ontheffing van de bekwaamheideis worden verleend. De (beoogde) boa moet aan de onderstaande voorwaarden voldoen:

  • hij moet in het bezit zijn van het diploma reservepolitie/vrijwillig ambtenaar van politie;

  • hij moet minimaal 125 uren per jaar daadwerkelijk als vrijwillige ambtenaar van politie worden ingezet;

  • uit een door zijn mentor opgestelde en ondertekende verklaring dient te blijken dat hij/zij gemiddeld vier uur per maand deelneemt aan (bij)scholing. Deze verklaring dient alleen te worden overgelegd, indien het diploma reservepolitie/vrijwillig ambtenaar van politie langer dan vijf jaar voorafgaande aan de aanvraag is behaald.

Daarnaast kan ontheffing van de bekwaamheidseis worden verleend aan politieambtenaren of opsporingsambtenaren van de Koninklijke Marechaussee die naast hun functie de functie van boa als nevenfunctie hebben, doch die langer dan vijf jaren geleden het betreffende diploma hebben behaald. Voor deze ontheffing wordt als voorwaarde gesteld dat de betrokkene in executieve dienst werkzaam is bij de politie of de status van opsporingsambtenaar heeft bij de Koninklijke Marechaussee.

Semi-permanente ontheffing

Aan werkgevers met een uitgebreid eigen scholingstraject kan een zogenaamde semi-permanente ontheffing van de bekwaamheidseis worden verleend. De werkgever voorziet in dit geval in een eigen opleiding, afgesloten met een examen dat in eigen beheer wordt afgenomen.

Voor toekenning van deze ontheffing moet voldaan zijn aan de onderstaande voorwaarden.

  • a.

    De (beoogd) boa wordt geacht bekwaam te zijn, indien hij met goed gevolg een op zijn functie toegesneden opleiding heeft voltooid. Deze opleiding kan een interne opleiding zijn of een opleiding van een extern opleidingsinstituut. Zo mogelijk wordt één maal deelgenomen aan het algemene Cito-examen.

  • b.

    De onder a. bedoelde opleiding omvat tenminste de door mij goedgekeurde en gepubliceerde eindtermen. De eindtermen van de opleiding worden door mij in overleg met degenen die betrokken zijn bij het formuleren van de eindtermen van de (eigen) opleiding getoetst. De (eigen) opleiding dient te worden afgesloten met een toets.

  • c.

    De onder b. bedoelde toetsing van de kandidaten ter afsluiting van de opleiding geschiedt onder verantwoordelijkheid van een examencommissie, waarvan een lid van het openbaar ministerie (OM) deel uitmaakt. Het lid van het OM dient hiertoe door het College van procureurs-generaal te zijn aangewezen.

  • d.

    Er dient een systeem van periodieke toetsing en her- en bijscholing te gelden voor de boa’s, zodat gewaarborgd is dat het verworven kennisniveau op een hoog peil blijft gehandhaafd. De her- en bijscholing dient te worden afgesloten met een toets. Hierop ziet de examencommissie toe.

Deze ontheffing van de bekwaamheidseis kan ook aan individuele boa’s worden toegekend, bijvoorbeeld als zij deelnemen aan het scholingsprogramma bij een werkgever die over een semi-permanente ontheffing beschikt.

Tijdelijke ontheffing

Onder de tijdelijke ontheffing wordt verstaan een ontheffing die voor een bepaalde periode kan worden verleend teneinde de werkgever in staat te stellen om de bij hem in dienst zijnde boa’s bij te scholen en in staat te stellen om het vereiste examen af te leggen. Deze ontheffingsmogelijkheid bestaat alleen voor reeds in dienst zijnde boa’s, dus uitdrukkelijk niet voor nieuwe aanvragen tot aanstelling als boa.

Voorts kan van deze ontheffing slechts gebruik worden gemaakt in de volgende gevallen

  • er is sprake van een nieuw opleidingsprogramma

  • er is sprake van een ingrijpende wijziging van de opleidingmethode bij de werkgever

  • door het opleidingsinstituut wordt de boa onvoldoende mogelijkheid geboden het opleidingsprogramma binnen de daartoe gestelde termijnen met goed gevolg te voltooien.

  • tengevolge van het wegvallen van een tijdelijke ontheffings- c.q. vrijstellingsregeling (zoals bijvoorbeeld deze bestond voor financieel rechercheurs), de boa die daadwerkelijk met opsporingstaken belast is en in lopende onderzoeken betrokken is, de gelegenheid nodig heeft om binnen een termijn van een jaar te rekenen vanaf het moment van wegvallen van de tijdelijke ontheffingsregeling, alsnog zich aanvullend moet opleiden, teneinde aan de eindtermen te kunnen blijven voldoen.

De termijn waarvoor de ontheffing geldt, wordt in overleg met de betreffende werkgever vastgesteld, maar bedraagt maximaal vijf jaar.

Beperkte opsporingsbevoegdheden

Indien de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid zodanig beperkt en gering van omvang is dat in verhouding daarmee het behalen van het examen een onevenredige belasting vormt, kan door de werkgever van de boa een verzoek om ontheffing worden gedaan.

Voorbeelden van deze functies zijn de teleservicemedewerkers bij de politie (de functie beperkt zich tot het (telefonisch) aannemen van aangiftes, zonder daderindicatie, zonder dat getuigen worden gehoord en gericht op relatief eenvoudige strafbare feiten) dan wel functies waarbij de boa geen contact heeft met het publiek en waarbij de opsporingsbevoegdheid slechts marginaal nodig is voor de werkzaamheden (functies waarbij door een boa slechts technische processen-verbaal worden opgemaakt zonder dat getuigen of verdachten behoeven te worden gehoord).

Op basis van de door de werkgever aangedragen gegevens en het advies van de toezichthouder en de direct toezichthouder wordt besloten tot het al dan niet verlenen van ontheffing. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

Discretionaire ontheffing

Aan personen die niet beschikken over een geldig diploma of getuigschrift kan in uitzonderlijke gevallen ontheffing van de bekwaamheidseis worden verleend. Gezien het belang dat wordt gehecht aan het basiskennisniveau van elke boa kan slechts om ontheffing van de bekwaamheidseis worden verzocht in het volgende geval.

Indien een persoon vanwege bepaalde redenen het examen niet heeft behaald dan wel niet heeft kunnen deelnemen aan het examen kan door de werkgever van de boa een verzoek om ontheffing worden gedaan. Daarbij moet gemotiveerd worden aangegeven dat het noodzakelijk is dat deze persoon over opsporingsbevoegdheid blijft beschikken en dat hij om bepaalde redenen het examen niet heeft behaald c.q. het onmogelijk was om deel te nemen aan het examen. Een dergelijk verzoek kan alleen worden gedaan bij een aanvraag tot verlenging van de opsporingsbevoegdheid.

Op basis van de aangedragen gegevens en zo nodig in te winnen advies van de toezichthouder en direct toezichthouder kan worden besloten tot het al dan niet verlenen van ontheffing. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

Senioren ontheffing

De leeftijdsgrens voor de seniorenontheffing is 60 jaar. Op verzoek van de boa-werkgever kan aan een persoon van 60 jaar of ouder éénmalig ontheffing van de bekwaamheidseis worden verleend op grond van het zogenaamde seniorenbeleid. Betreffende persoon dient voor het verloop van de geldige akte de leeftijd van 60 jaar te hebben bereikt. De ontheffing kan worden toegekend naar aanleiding van een aanvraag tot verlenging van een nog niet verlopen en al eerder aan die persoon verleende titel van opsporingsbevoegdheid, die was toegekend op basis van een daarvoor behaald geldig diploma of getuigschrift. Bij de verlengingsaanvraag dient een bewijs van een opleidingsinstituut te worden overgelegd, waaruit blijkt dat de betrokken persoon recentelijk met getoonde inzet heeft deelgenomen aan een boa-opleiding.

De seniorenontheffing wordt slechts eenmalig verleend en geldt voor een periode van vijf jaar. Indien na afloop van de benoemingstermijn waarvoor de ontheffing is verleend, de wens bestaat om opnieuw een verlenging aan te vragen, dan dient de opleiding wederom te worden gevolgd en dient ook het vereiste examen met goed gevolg te worden afgelegd. De ontheffing kan niet worden verleend aan personen van 60 jaar of ouder voor wie een eerste aanvraag tot benoeming als boa wordt ingediend. De aanvraag voor de ontheffing moet worden ingediend vier maanden voordat de geldende akte verloopt.

Procedure

Aanvragen om ontheffing van de bekwaamheidseis dienen door de werkgever bij de Minister van Veiligheid en Justitie (Dienst Justis) te worden ingediend.

Het adres van de dienst Justis is: Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst JUSTIS, Juliana van Stolberglaan 10, Postbus 20300, 2500 EH ’s-Gravenhage.

Een aanvraag om ontheffing van de bekwaamheidseis kan voor één, voor alle of voor een deel van de bij een werkgever in dienst zijnde boa’s worden gedaan. Op basis van de aanvraag wordt bij afzonderlijke beschikking dan wel bij categoriale aanwijzing een besluit genomen. Een aanvraag om ontheffing kan tegelijkertijd met de aanvraag voor een categoriale aanwijzing of voor de titel opsporingsbevoegdheid van de aanstaande boa worden ingediend.

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(19-03-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2016

intrekking-regeling

10-01-2011

Stcrt. 2011, 926

10-01-2011
samen met

Stcrt. 2011, 926
samen met
Stcrt. 2014, 8467

Inwtr. 1

22-01-2011

nieuwe-regeling

10-01-2011

Stcrt. 2011, 926

10-01-2011

Stcrt. 2011, 926

Opmerkingen

  • 1) Inwerkingtreding voorheen door Stcrt. 2011/926 gesteld op 31 maart 2014.