Tot 1 januari 2020 geldt voor een huisvestingssysteem dat deel uitmaakt van een dierenverblijf dat op 1 juli 2015 aanwezig was en voldeed aan artikel 2, eerste lid, van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij zoals dat gold op 30 juni 2015, waarvan de emissiefactor hoger is dan de maximale emissiewaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 5, eerste lid, die emissiefactor als maximale emissiewaarde voor ammoniak.
Tot 1 januari 2020 geldt voor huisvestingssystemen die deel uitmaken van op 30 juni 2015 binnen de inrichting aanwezige dierenverblijven die niet voldoen aan artikel 5, tweede lid, en wel voldeden aan artikel 2, tweede lid, van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij zoals dat gold op 30 juni 2015, artikel 2, tweede lid, van voornoemd besluit, voor zover er geen oprichting van een dierenverblijf plaatsvindt.
Tot 1 januari 2020 geldt voor een op 30 juni 2015 aanwezig Groen-Labelstalsysteem, waarvan de emissiefactor voor ammoniak hoger is dan de maximale emissiewaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 5, eerste lid, die hogere emissiefactor als maximale emissiewaarde voor ammoniak, voor zover voor dat huisvestingssysteem voor 8 mei 2002 een milieuvergunning op grond van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer of, indien geen milieuvergunning vereist was, een bouwvergunning op grond van artikel 40, eerste lid, van de Woningwet is verleend.
Tot 1 januari 2020 geldt voor een huisvestingssysteem waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld op grond van artikel 4a, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij, die hoger is dan de maximale emissiewaarde voor ammoniak, bedoeld in artikel 5, eerste lid, die bijzondere emissiefactor als maximale emissiewaarde voor ammoniak.
(13-04-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
25-06-2015 |
25-06-2015 |