Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2.2.1 Brandmeldinstallatie [Geldend t/m 31-03-2012]

  • 1

    Een gebruiksfunctie heeft een brandmeldinstallatie met een omvang van de bewaking en een doormelding zoals aangegeven in bijlage I bij dit besluit, indien:

    • a.

      de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie groter is dan de in bijlage I bij dit besluit aangegeven grenswaarde;

    • b.

      de hoogste vloer van een verblijfsruimte van de gebruiksfunctie gemeten boven het meetniveau hoger is dan de in bijlage I bij dit besluit aangegeven grenswaarde;

    • c.

      het aantal bouwlagen van de gebruiksfunctie groter is dan de in bijlage I bij dit besluit aangegeven grenswaarde of

    • d.

      bijlage I dit aanwijst zonder dat sprake is van een grenswaarde als hierboven bedoeld.

  • 2

    Een doormelding als bedoeld in het eerste lid vindt rechtstreeks plaats naar de regionale alarmcentrale van de brandweer.

  • 3

    Bij een woonfunctie voor zorg met zorg op afroep in een woongebouw of in een groepszorgwoning, vindt rechtstreekse melding naar een zorgcentrale plaats. Bij 24-uurszorg in een woongebouw of in een groepszorgwoning, vindt deze melding naar een zusterpost plaats.

  • 4

    Een besloten ruimte waarop een verblijfsruimte is aangewezen van waaruit slechts in een richting kan worden gevlucht heeft een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking als bedoeld in NEN 2535: 1996, inclusief wijzigingsblad A1: 2002, indien:

    • a.

      de loopafstand tussen de toegang van de verblijfsruimte en het punt van waaruit in meer dan een richting kan worden gevlucht meer dan 10 m is of

    • b.

      de totale vloeroppervlakte van de besloten ruimte van waaruit in slechts een richting kan worden gevlucht meer dan 200 m2 is.

  • 5

    Het eerste lid is niet van toepassing op een woonfunctie voor kamergewijze verhuur indien elke wooneenheid in een afzonderlijk subbrandcompartiment ligt met een volgens NEN 6068: 2004, inclusief wijzigingsblad A2: 2005, bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van het subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment die niet lager is dan 30 minuten.

  • 6

    Een installatie als bedoeld in het eerste lid voldoet aan NEN 2535: 1996, inclusief wijzigingsblad A1: 2002, en aan een door het bevoegd gezag goedgekeurd programma van eisen als bedoeld in deze norm.

  • 7

    Een installatie als bedoeld in het eerste lid functioneert overeenkomstig de op de installatie van toepassing zijnde voorschriften.

  • 8

    Het beheer, de controle en het onderhoud van een installatie als bedoeld in het eerste en derde lid voldoet aan NEN 2654-1: 2002.

  • 9

    Een installatie als bedoeld in het eerste lid heeft, indien de installatie is voorzien van doormelding, een geldig certificaat als bedoeld in de Regeling brandmeldinstallaties 2002 van het Centraal College van Deskundigen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.

Informatie geldend op 19-02-2015

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Bouwbesluit 2012
    artikel: 9.2

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-02-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-04-2012

intrekking-regeling

29-08-2011
samen met
22-12-2011

Stb. 2011, 416
samen met
Stb. 2011, 676

20-03-2012

Stb. 2012, 125

Alg. 1

01-01-2011

wijziging

13-09-2010

Stb. 2010, 696

07-12-2010

Stb. 2010, 809

01-11-2008

nieuwe-regeling

26-07-2008

Stb. 2008, 327

12-09-2008

Stb. 2008, 373

Opmerkingen

  • 1) Artikelen 9.1 en 9.2 van Stb. 2011/416 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.