Voor het toepassen van baggerspecie, bedoeld in artikel 35, onder g, kan de beheerder met betrekking tot de oppervlaktewaterlichamen onder zijn beheer verspreidingsvakken aanwijzen en vaststellen hoeveel baggerspecie er maximaal kan worden verspreid.
Het is verboden om baggerspecie toe te passen buiten een krachtens het vorige lid aangewezen verspreidingsvak en boven de daarbij aangegeven maximale hoeveelheid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(20-12-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
02-12-2009 |
10-12-2009 |
||||||
|
nieuwe-regeling |
22-11-2007 |
20-12-2007 |
||||||
Opmerkingen
1) Treedt voor toepassingen van grond of baggerspecie in oppervlaktewater als bedoeld in artikel 35 sub a, c tot en met e, g en h in werking op 1 januari 2008. Treedt voor andere dan de genoemde toepassingen van grond of baggerspecie in werking op 1 juli 2008.Treedt voor het toepassen van grond en baggerspecie in de Nederlandse territoriale zee in werking op 1 oktober 2008 (Stb. 2008/382).