De bestuursrechter kan bepalen dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft indien geen van de partijen, nadat zij zijn gewezen op hun recht ter zitting te worden gehoord, binnen een door hem gestelde redelijke termijn heeft verklaard dat zij gebruik wil maken van dit recht.
Is het beroep reeds ter zitting behandeld, dan kan de bestuursrechter na toepassing van artikel 8:51a bepalen dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft indien:
het bestuursorgaan heeft medegedeeld dat het geen gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen;
de termijn als bedoeld in artikel 8:51a, tweede lid, ongebruikt is verstreken;
partijen hun zienswijzen over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren hebben gebracht; of
de termijn als bedoeld in artikel 8:51b, derde lid, ongebruikt is verstreken, tenzij partijen daardoor kunnen worden benadeeld.
Als de bestuursrechter bepaalt dat het onderzoek of het nadere onderzoek ter zitting achterwege blijft, sluit hij het onderzoek.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
artikel: 8:94, 8:64
Omgevingswet
artikel: 16.113
Vreemdelingenwet 2000
artikel: 94, 96
(09-04-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
13-07-2016 |
01-05-2017 |
||||||
wijziging |
20-12-2012 |
20-12-2012 |
||||||
wijziging |
14-12-2009 |
21-12-2009 |
||||||
wijziging |
29-12-1993 |
Stb. 1994, 1 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
nieuw |
16-12-1993 |
Stb. 1993, 650 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |