Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien tegen de overtreder wegens dezelfde gedraging een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen, dan wel een strafbeschikking is uitgevaardigd.
Indien de gedraging tevens een strafbaar feit is, wordt zij aan de officier van justitie voorgelegd, tenzij bij wettelijk voorschrift is bepaald, dan wel met het openbaar ministerie is overeengekomen, dat daarvan kan worden afgezien.
Voor een gedraging die aan de officier van justitie moet worden voorgelegd, legt het bestuursorgaan slechts een bestuurlijke boete op indien:
de officier van justitie aan het bestuursorgaan heeft medegedeeld ten aanzien van de overtreder van strafvervolging af te zien, of
het bestuursorgaan niet binnen dertien weken een reactie van de officier van justitie heeft ontvangen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing handhaving Abeidsomstandighedenwet en Arbeidstijdenwet
tekst: tekst
Aanwijzing handhaving Telecommunicatiewet (hoofdstukken 3 en 10)
tekst: tekst
Beleidsregel Handhavingsstrategie Omgevingsrecht Inspectie Leefomgeving en Transport
bijlage: bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Beleidsregel Handhavingsstrategie Omgevingsrecht Inspectie Leefomgeving en Transport
Beleidsregel Handhavingsstrategie Omgevingsrecht Rijkswaterstaat
bijlage: : Landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht
Beleidsregels bestuurlijke boete Ministerie Volksgezondheid Welzijn en Sport 2019
artikel: 3
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
structuurtekst: structuurtekst
Pensioenwet BES
artikel: 22a
Wet publieke gezondheid
artikel: 68kb
(09-04-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
25-06-2009 |
Stb. 2009, 264
|
25-06-2009 |
Opmerkingen
1) De artikelen III en IV van Stb. 2009/264 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.