Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wanneer geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure onder de Omgevingswet?

Aan de slag met de Omgevingswet 15 October 2020

ANTWOORD

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent twee voorbereidingsprocedures:
- de reguliere voorbereidingsprocedure (titel 4.1 Awb)
- de uitgebreide voorbereidingsprocedure (uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb)

Uitgebreide procedure is uitzondering
Uitzonderingen op het toepassen van de reguliere procedure staan op diverse plaatsen in de Omgevingswet en in artikel 10.24 van het Omgevingsbesluit. In die gevallen wordt de uitgebreide procedure toegepast. Het bevoegd gezag beslist binnen 6 maanden na een aanvraag. Tijdens de uitgebreide procedure maakt het bestuursorgaan een ontwerpbesluit waarover zienswijzen openstaan. Nadat het besluit is genomen is er nog beroep bij de rechtbank mogelijk.

In artikel 3:10 van de Algemene wet bestuursrecht staat dat het bevoegd gezag de uitgebreide procedure van toepassing mag verklaren. Dit mag echter niet bij een aanvraag om een omgevingsvergunning. Zie artikel 16.62, derde lid, Omgevingswet. Er zijn twee gevallen waarin het toch wel mag:

In bepaalde gevallen bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Zie artikel 16.65, vierde lid, Omgevingswet.

De aanvrager heeft verzocht om of ingestemd met het toepassen van de uitgebreide procedure. Zie artikel 16.65, eerste lid, onder a, Omgevingswet.

Besluiten waarvoor de uitgebreide procedure geldt
De besluiten in de tabel hieronder volgen in ieder geval de uitgebreide procedure. Ook wanneer het gaat om wijziging of intrekking van een besluit.

Besluit dat het bestuursorgaan met de uitgebreide procedure voorbereidt

Artikel

De aanwijzing van zwemlocaties

16.25 Ow

Aanwijzing van een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied

16.25a Ow

Een omgevingsvisie

16.26 Ow

Alle in de Omgevingswet aangewezen programma's en de documenten die voor het opstellen van die programma's afzonderlijk worden vastgesteld

16.27 Ow

Een omgevingsplan

16.30 Ow

Een omgevingsverordening

16.32 Ow

Een waterschapsverordening

16.32 Ow

Een peilbesluit

16.32a Ow

Bepaalde gedoogplichtbeschikkingen, behalve als het gaat om intrekking van een gedoogplichtbeschikking

16.33 Ow, 10.26 Ob

Een onteigeningsbeschikking

16.33b Ow

Een inrichtingsbesluit

16.33f Ow

Een besluit tot het tijdelijk in gebruik geven van tot een herverkavelingsblok behorende percelen

16.33g Ow

Een ruilbesluit

16.33h Ow

Een besluit geldelijke regelingen

16.33i Ow

Een plan of programma dat het kader vormt voor te nemen besluiten waarvoor een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt

16.40 Ow

Een besluit waarvoor een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt

16.50 Ow

Een aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij de aanvrager heeft verzocht of ingestemd met het toepassen van de uitgebreide procedure

16.65 lid 1a

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, als het bevoegd gezag hier de uitgebreide procedure op van toepassing heeft verklaard

16.65 lid 4 Ow

Een projectbesluit en een voorkeursbeslissing voor een projectbesluit

16.70 en 16.71 Ow

Een besluit tot vaststelling van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde in bepaalde gevallen

10.6b Ob

Bepaalde omgevingsvergunningen, opgesomd in artikel 10.24 van het Omgevingsbesluit. Dit zijn onder andere omgevingsvergunningen voor de volgende activiteiten:

  • bepaalde rijksmonumentenactiviteiten, behalve als het gaat om bepaald archeologisch vooronderzoek

  • een milieubelastende activiteit die bestaat uit een IPPC-installatie of een Seveso-inrichting, tenzij het gaat om een wijziging die geen significante nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid of het milieu

  • een milieubelastende activiteit die bestaat uit een installatie voor het vergassen en vloeibaar maken van een brandstof of een winningsafvalvoorziening, tenzij het gaat om een wijziging die geen significante nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid of het milieu

  • bepaalde lozingsactiviteiten

  • een stortingsactiviteit op zee

  • een Natura 2000-activiteit, als bij de voorbereiding een passende beoordeling wordt gemaakt

10.24 Ob


Het bevoegd gezag kan besluiten om afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing te laten in de volgende gevallen:

  • Het gaat alleen om het herstel van een kennelijke verschrijving. Zie artikel 16.24 lid 2 van de Omgevingswet.

  • De aanwijzing van een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied, als het gaat om een wijziging van ondergeschikte aard die niet leidt tot grotere nadelige gevolgen voor het milieu.

  • Een programma en de bijbehorende documenten, als het gaat om een wijziging van ondergeschikte aard die niet leidt tot grotere nadelige gevolgen voor het milieu en die wijziging niet ziet op een in dat programma opgenomen beschrijving van een activiteit als gevolg waarvan de activiteit is toegestaan.

  • Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een activiteit waarvan de uitvoering door een bijzondere omstandigheid op korte termijn nodig is. Zie artikel 16.68 onder a van de Omgevingswet.

  • Een aanvraag voor een omgevingsvergunning als nationale veiligheidsbelangen dit vereisen. Zie artikel 16.68 onder b van de Omgevingswet.

  • Een aanvraag voor een omgevingsvergunning als de uitvoering van een internationaalrechtelijke verplichting dit vereist. Zie artikel 16.68 onder c van de Omgevingswet.

  • Een wijziging van ondergeschikte aard van een besluit waartegen beroep aanhangig is. Zie artikel 16.83 van de Omgevingswet.