Als regioarcheoloog krijg ik vaak de vraag van planbureaus: waarom moet er bij een ruimtelijke procedure archeologisch onderzoek uitgevoerd worden als de verstoring minder is dan de drempelwaarde van de betreffende dubbelbestemming uit het bestemmingsplan?
Stel: het plangebied is 800 m2. De feitelijke nieuwbouw bedraagt 350 m2. Het bouwblok is ongeveer 400 m2. De archeologische dubbelbestemming is een drempel van 500 m2 waarvoor aanlevering van een onderzoeksrapport geldt (let op: we laten de diepte van de verstoring even buiten beschouwing).
Met het plangebied is er een overschrijding van de drempel, met de feitelijke verstoring c.q. het bouwvlak niet. In het kader van goede ruimtelijke ordeningen moeten we altijd kijken naar de maximale gebruikstoepassing. Of niet. Dat is de vraag. Voor een aanvraag omgevingsvergunning voor bouwen is het duidelijk. Dan is de verstoring leidend. Ik heb altijd begrepen dat er jurisprudentie is over het begrip plangebied en wat daaronder verstaan wordt mocht er discussie zijn over wel/geen inbegrip bij onderzoeken.