Het waterbeheer heeft in de Nederlandse ruimtelijke ordening een sturende rol en is in vele wetten en richtlijnen vastgelegd, zoals in de Wro, de Wabo, en de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Wateraspecten dienen tevens in gemeentelijke bestemmingsplannen, beheersverordeningen en ontheffingen een centrale positie in te nemen, onder andere middels de verplichte Watertoets
Het continu aanpassen van het watersysteem, bijvoorbeeld met het oog op wellichte zoetwatertekorten of een stijging van de zeespiegel, heeft veel ruimtelijke gevolgen. De Europese Kaderrichtlijn Water, waar ook de Grondwaterrichtlijn onder valt, wordt naar het Nederlands recht vertaald in de vorm van stroomgebiedbeheerplannen en het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water. Vanuit de Europese Richtlijn overstromingsrisicos (ROR) worden lidstaten verplicht overstromingsrisico-kaarten en beheerplannen op te stellen. Verder zijn ook het Nationale bestuursakkoord water, de Beleidslijn grote rivieren, het Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier, het Nationaal waterplan en de Stroomgebiedsvisies van groot belang.