Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Luchtkwaliteit wordt gemeten aan de hand van verontreinigende stoffen zoals fijnstof, stikstofdioxide en ozon. Hoewel deze stoffen niet altijd ruikbaar zijn, kunnen sommige daarvan wél schadelijk zijn voor de publieke gezondheid. In 2023 voldeed bijna het hele land aan de EU-grenswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide, met een kleine uitzondering bij een deel van de weg bij Velsen. Overschrijdingen bij veehouderijen daalden aanzienlijk. Hoewel de luchtkwaliteit in Nederland de laatste decennia verbeterde, zijn de WHO-normen stricter geworden. De WHO baseert deze advieswaarden op wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van luchtvervuilende stoffen op de gezondheid van mensen. Daarnaast beschrijft de luchtkwaliteitsindex (LKI) een mix van stoffen die acuut effect kunnen hebben op de gezondheid, zoals fijnstof, ozon en stikstofdioxide. De Emissieregistratie biedt een weergave van de bron van herkomst van ruim 375 stoffen. Momenteel blijkt dat er zelfs bij lage concentraties sprake is van een gezondheidsrisico in Nederland, met een lokale variatie veroorzaakt door verschillen in verkeer, veehouderijen en stedelijke dichtheid. Andere factoren die bijdragen aan de luchtvervuiling zijn de industrie, huishoudens en buitenlandse en natuurlijke bronnen.

Geurhinder wordt veroorzaakt door de emissie van geurstoffen, zoals ammoniak, zwavelwaterstof, vluchtige organische stoffen, etc. Deze emissie komt vooral vanuit veehouderijen, de industrie, het verkeer en huishoudens. Hoofdpijn en misselijkheid zijn gezondheidsklachten die door mensen kunnen worden ervaren vanwege geurhinder; ook wanneer deze zich onder de luchtvervuilingsnormen bevinden. In Nederland wordt geurhinder gemeten via bevolkingsenquêtes en modelberekeningen en gereguleerd via normen en vergunningen. Geurhinder van veehouderijen komt aan de orde bij de ontwikkeling van veel bestemmingsplannen buitengebied.

Zowel luchtvervuiling als geurhinder kennen bronnen als verkeer, industrie en landbouw. Daarnaast is het mogelijk dat luchtverontreinigende stoffen ook aanwezig zijn bij geurhinder, zoals houtrook. Sommige stoffen tasten de luchtkwaliteit aan maar zijn niet ruikbaar, zoals fijnstof en NO2, terwijl anderen voornamelijk voor geurhinder zorgen, zonder altijd schadelijk te zijn (in het geval van lage concentraties, zoals bij mestgeur en bierbrouwerij).

Beleid voor luchtkwaliteit en geurhinder

Het voorkomen van schadelijke stoffen en de verbetering van luchtkwaliteit is wettelijk vastgelegd in EU-wetgeving en de Omgevingswet. Voor geurhinder gelden er regels en gemeentelijke verordeningen die gericht zijn op de leefbaarheid en hinderbeleving. Voorbeelden hiervan zijn de Wet milieubeheer, het Activiteitenbesluit milieubeheer, de Bal (Besluit activiteiten leefomgeving) en Bkl (Besluit kwaliteit leefomgeving).

De twee thema’s worden steeds vaker aan elkaar gekoppeld, gezien geurhinder vaak een signaalfunctie is van emissies die ook de luchtkwaliteit beïnvloeden.