Interessant is de uitspraak van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:919, over wanneer een gemeentelijke coördinatieregeling, als bedoeld in art. 3:30 Wro, mag worden toegepast. Deze coördinatieregeling biedt met name procedurele voordelen in de rechtsbeschermingsfase. Om de coördinatieprocedure te kunnen toepassen, zijn meerdere besluiten nodig die het ruimtelijk beleid verwezenlijken. Soms is het zoeken naar besluiten om deze procedure te kunnen toepassen. In dit geval is de omgevingsvergunning gecoördineerd met een huisnummerbesluit.
Uit de uitspraak volgt dat deze combinatie niet voldoende is om een coördinatieprocedure toe te passen. Coördineren kan alleen met besluiten die afzonderlijk nodig zijn voor de realisatie van een ruimtelijk project of daaraan bijdragen. Goed te weten bij het samenstellen van het mandje van besluiten waardoor de coördinatieprocedure kan worden toegepast.
Achtergrond
Het college stelt dat de gemeentelijke coördinatieregeling op alle noodzakelijke besluiten van toepassing kan zijn. Het criterium voor de te coördineren besluiten is niet gelimiteerd en ook volgt er geen beperking uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 3.30 van de Wro (Kamerstukken II 2002/2003, 28 916, 3, p. 59).
De Afdeling stelt echter dat de gemeentelijke coördinatieregeling tot doel heeft om de procedures rondom de voor de verwezenlijking van ruimtelijk beleid te stroomlijnen. Uit de tekst van artikel 3.30 Wro noch uit de wetsgeschiedenis en de totstandkoming daarvan blijkt dat de te coördineren besluiten uitsluitend ruimtelijke besluiten dienen te zijn. Wel brengt een redelijke uitleg van dit artikel met zich mee dat de te coördineren besluiten afzonderlijk nodig zijn voor de realisatie van een ruimtelijk project of daaraan bijdragen.
Toegepast op deze zaak betekent dat het volgende. Een huisnummerbesluit is niet nodig voor een ruimtelijk project of draagt daar niet op enigerlei wijze aan bij. Daarbij is van belang dat het nemen van een huisnummerbesluit geschiedt op basis van andere motieven dan het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 31 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1442, onder 9.1). De Afdeling acht het voorbereiden en bekendmaken van een huisnummerbesluit met toepassing van de gemeentelijke coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, van de Wro dan ook onjuist. Gelet hierop is ten onrechte toepassing gegeven aan de gemeentelijke coördinatieregeling.