Een perceelseigenaar procedeert tegen het bestemmingsplan “Oostflank” van de gemeenteraad van Brunssum d.d. 2 november 2021: opeens is haar milieucategorie 4.2 weggehaald. Maar is dat wel zo opeens? Het recyclingbedrijf dat er zat, was op 18 februari 2020 failliet verklaard. Dat bedrijf was al actief geweest onder de eerdere beheersverordening Bedrijventerreinen.
Dat voorzag ook al niet in categorie 4.2, maar regelde wel dat “bestaande” bedrijfsactiviteiten mochten worden voortgezet, mits de afwijking niet werd vergroot. Bestaand was: “feitelijk duurzaam legaal aanwezig op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening.” Was dit overgangsrecht op 2 november 2021 al uitgewerkt? Als het overgangsrecht nog niet uitgewerkt was, had de gemeenteraad categorie 4.2 als bestaand legaal gebruik positief moeten bestemmen.
Van 18 januari 2020 tot en met 31 januari 2022 zijn er op het perceel geen activiteiten waargenomen. Een onderbreking van het gebruik betekent op zichzelf nog niet dat dit gebruik, na hervatting ervan, niet langer is aan te merken als voortgezet gebruik, zo overweegt de Afdeling. Of daarvan sprake is hangt af van de duur en de oorzaak van de onderbreking en de door de betrokkene getoonde intentie het gebruik voort te zetten. Hier is de periode van inactiviteit zo lang dat er in beginsel geen voortgezet gebruik meer is. Alleen onder bijzondere omstandigheden kun je bij zo’n onderbreking toch nog spreken van blijvend voortgezet gebruik. Die bijzondere omstandigheden ziet de Afdeling hier niet. Ok, faillissement e.d, maar de perceelseigenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij de activiteiten weer zo snel mogelijk wilde hervatten nadat ze weer toegang tot haar perceel had gekregen. Kortom, overgangsrecht uitgewerkt. Dan moet er vervolgens nog een motivering zijn om niet aan de wensen van de perceelseigenaar tegemoet te komen. Die motivering was hier deugdelijk. Details, zie AbRvS 5 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:859
