De uitspraak ABRvS 30 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4242 is een mooie illustratie van hoe een legaliserende ontwerp-omgevingsvergunning in een handhavingsprocedure getoetst wordt. Dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat is alleen aan de orde indien op voorhand duidelijk is dat de omgevingsvergunning geen rechtskracht zal verkrijgen. Deze uitspraak is een voorbeeld van hoe deze toetsing verloopt.
[appellante] betoogt dat ten tijde van het besluit van
25 oktober 2023 geen concreet zicht op legalisatie bestond, omdat de omgevingsvergunning voor de splitsing van de woonboerderij ten onrechte is verleend. Zij wijst onder andere op diverse strijdigheden met het provinciaal en gemeentelijk beleid en op de beroepsgronden die zij ook in de procedure over de omgevingsvergunning bij de rechtbank heeft aangevoerd.
Voor concreet zicht op legalisatie van met het bestemmingsplan strijdig gebruik moet ten minste al een begin zijn gemaakt met de voor verlening van die vergunning vereiste procedure wat niet mogelijk is zonder een aanvraag. Aan die voorwaarde werd ten tijde van het nemen van het besluit van 25 oktober 2023 voldaan. Er lag toen immers een ontwerp-omgevingsvergunning ter inzage.
Zoals de Afdeling ook eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 9 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:594, laat dit onverlet dat er toch geen concreet zicht op legalisatie bestaat, indien op voorhand duidelijk is dat de omgevingsvergunning geen rechtskracht zal verkrijgen. Dat een besluit tot verlening van de omgevingsvergunning mogelijk kan worden vernietigd, is onvoldoende om dit aan te nemen. Er bestaat in een procedure zoals deze enige ruimte voor een beoordeling van die aangevraagde omgevingsvergunning, maar uitsluitend in die zin of op voorhand duidelijk is dat de omgevingsvergunning geen rechtskracht zal verkrijgen.
In het besluit van 25 oktober 2023 staat dat het college bereid en voornemens is de gevraagde omgevingsvergunning voor de splitsing van de woonboerderij te verlenen. Bij besluit van 27 oktober 2023 is die omgevingsvergunning ook verleend. Aan de ontwerp-omgevingsvergunning van 17 april 2023 ligt een uitgebreide ruimtelijke onderbouwing ten grondslag. Daarin is onder meer geconcludeerd dat de voorgenomen splitsing van de bestaande beeldbepalende woonboerderij past binnen de door de provincie Noord-Brabant vastgestelde beleidskaders. Ook is overeenkomstig de beleidsregel Maatwerk omgevingskwaliteit Noord-Brabant een maatwerktitel van € 62.500 aangekocht. In wat [appellante] heeft aangevoerd, ziet de ABRvS daarom geen aanknopingspunten voor het oordeel dat ten tijde van de besluiten van 25 oktober 2023 op voorhand moest worden geconcludeerd dat de gevraagde omgevingsvergunning geen rechtskracht zou verkrijgen.