In deze uitspraak stipte de Afdeling (weer eens) aan dat de verlenging van de begunstigingstermijn in afwachting van een gerechtelijke procedure gemotiveerd moet gebeuren. Het college van Heemskerk verlengde voorafgaand aan de zitting de begunstigingstermijn tot 6 weken na de uitspraak van de Afdeling. Zij deden dit alleen onder verwijzing naar hun beleid, waarin stond dat het college de begunstigingstermijn ‘kan’ verlengen in afwachting van een procedure.
De Afdeling stelt allereerst vast dat het beleid niet uitwerkt hoe de belangen (van overtreder en derde belanghebbende) concreet afgewogen moeten worden. Dit had dus in het besluit gemotiveerd moeten worden. Nu dit niet was gebeurd, was de verlenging van de begunstigingstermijn onvoldoende gemotiveerd en werd dit besluit vernietigd.
Overigens vond de Afdeling het dan toch niet wenselijk dat de overtreder onmiddellijk de dwangsommen verbeurde, dus trof het een voorlopige voorziening. De Afdeling schorste het dwangsombesluit met terugwerkende kracht tot 4 weken na de uitspraak. Onder aan de streep heeft overtreder dus 2 weken korter om de overtreding te beëindigen.