Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Procesbelang bij (hoger) beroep handhavingszaak als handhavingsverzoeker reeds is verhuisd, speelt hierbij een rol dat het illegale bouwwerk voor een lagere verkoopprijs zou hebben gezorgd?

Deze rechtsvraag kwam aan de orde in de uitspraak ABRvS 4 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3585.

4 september 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

[appellant] heeft het college op 26 oktober 2020 verzocht handhavend op te treden tegen een bouwwerk op het perceel aan de [locatie 1] in Oisterwijk dat zonder omgevingsvergunning is gebouwd. Ten tijde van het handhavingsverzoek woonde [appellant] op het aangrenzende perceel aan de [locatie 2] in Oisterwijk (hierna: de woning). Hangende de procedure in hoger beroep heeft [appellant] de woning verkocht en is hij verhuisd naar [plaats].

Het college betoogt dat [appellant] door zijn verhuizing en de verkoop van de woning niet langer belang heeft bij een inhoudelijke behandeling van het hoger beroep.

[appellant] heeft op zitting gesteld dat hij nog steeds belang heeft bij een uitspraak op het hoger beroep, omdat hij als gevolg van de handhavingsprocedure gezondheidsschade heeft geleden. Volgens [appellant] heeft de gezondheidsschade, in combinatie met een burenconflict en de houding van het college, ertoe bijgedragen dat hij de woning heeft verkocht en is verhuisd.

De bestuursrechter is niet gehouden tot een inhoudelijke beoordeling van een bij hem ingesteld hoger beroep over een besluit van een bestuursorgaan als de indiener daarbij geen actueel en reëel belang heeft. Als iemand stelt schade te hebben geleden, kan dat betekenen dat hij belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep. De Afdeling verwijst bij wijze van voorbeeld naar haar uitspraak van 22 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2282. Het moet wel enigszins aannemelijk zijn dat schade is geleden als gevolg van het besluit.

De Afdeling overweegt dat [appellant] door zijn verhuizing geen last meer heeft van het bouwwerk waarover het verzoek om handhaving gaat. Hij heeft dus om die reden geen actueel en reëel belang meer bij beoordeling van het hoger beroep tegen de rechtbankuitspraak die daarover gaat.

[appellant] heeft bovendien geen begin van bewijs geleverd voor de door hem gestelde gezondheidsschade.

Ook heeft [appellant] niet aannemelijk gemaakt dat de weigering tot handhaving enig nadelig effect heeft gehad op de verkoopprijs van de woning en hij in die zin schade heeft geleden. [appellant] heeft op de zitting verklaard dat hij de koper van de woning en de bij de verkoop betrokken makelaar niet in kennis heeft gesteld van zijn verzoek om handhaving en de weigering van het college om dat verzoek in te willigen. Enige schade is dus niet aannemelijk. Naar het oordeel van de Afdeling heeft [appellant] ook daarom geen actueel en reëel belang bij een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde hoger beroep.

Artikel delen