In deze procedure strijden partijen over de omvang van het normaal maatschappelijk risico. Meer specifiek gaat het over de vraag of woningbouw past binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving. Onder het oude regime was ter plaatse ook al woningbouw mogelijk, maar waren er minder woningen toegestaan. Appellanten betogen dat de nieuwe ontwikkeling niet past binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving, omdat het plangebied in het oude bestemmingsplan naast de bestemming ‘woningbouw’ tevens de aanduiding ‘open ruimte’ had.
De Afdeling overweegt dat voor het antwoord op de vraag wat de ruimtelijke structuur van de omgeving inhoudt, als uitgangspunt geldt wat het planologische regime is dat, onmiddellijk vóór de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan, van toepassing was voor de directe omgeving van het plangebied. Anders dan appellanten betogen komt hierbij geen betekenis toe aan de planologische mogelijkheden van het plangebied onder het oude planologische regime. De Afdeling concludeert dat het plangebied grenst aan de bestaande bebouwing van het dorp Oppenhuizen. De omliggende percelen hebben veelal een woonbestemming met ruim opgezette woningen. De nieuwe woningen passen daarmee in de structuur van de omgeving. AbRvS 5 februari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:405 (Súdwest-Fryslân).