Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Handhaving geluid warmtepomp: aan verkeerde norm getoetst

In de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:1471 was de beoordeling van een handhavingsverzoek inzake het geluid van een warmtepomp aan de orde. In artikel 3.8 Bouwbesluit 2012 is in artikel 3.8 hieromtrent het volgende opgenomen.

27 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Artikel 3.8, lid 1 Bouwbesluit 2012 bepaalt dat een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een installatie voor warmte- of koudeopwekking, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift veroorzaakt in een op een aangrenzend perceel gelegen verblijfsgebied een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB. Dit geldt niet voor een op een aangrenzend perceel gelegen lichte industriefunctie of een overige gebruiksfunctie.

Artikel 3.8, lid 2 Bouwbesluit 2012 bepaalt dat een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, veroorzaakt op de perceelgrens met een perceel voor een andere woonfunctie een geluidsniveau van ten hoogste 40 dB, bepaald volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai.

Eisers stellen zich op het standpunt dat het geluid van de bij het zwembad geplaatste warmtepomp niet voldoet aan het maximale geluidsniveau uit het Bouwbesluit 2012. Zij betwisten het standpunt van het college dat geen sprake is van een overtreding.

Deze beroepsgrond slaagt. Aan het besluit om het handhavingsverzoek af te wijzen heeft het college ten grondslag gelegd dat uit geluidmetingen die op 28 september 2021 zijn gedaan blijkt dat de grenswaarde die is opgenomen in artikel 3.8, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012 niet wordt overtreden.

Op zitting heeft het college zich op het standpunt gesteld dat de warmtepomp valt onder artikel 3.8, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 en het tweede lid niet van toepassing is.

In artikel 3.8, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 staat een andere norm voor geluid dan in het tweede lid.

Gelet op het op zitting door het college ingenomen standpunt bestaat onduidelijkheid over de van toepassing zijnde norm en of het college aan de juiste norm heeft getoetst. Het college geeft zelf aan dat het ten onrechte heeft getoetst aan artikel 3.8, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012.

Bij besluiten over handhaving moet duidelijk zijn welke norm van toepassing is. De rechtbank stelt vast dat dit in deze zaak niet het geval is. Ter zitting heeft het college nog wel aangegeven dat het verwacht dat de warmtepomp ook zal voldoen aan de grenswaarde uit artikel 3.8, eerste lid, van het Bouwbesluit. Het college heeft dat echter niet onderzocht. Gelet op deze onduidelijkheid is de rechtbank van oordeel dat het college het bestreden besluit onzorgvuldig heeft voorbereid en niet draagkrachtig gemotiveerd.

Artikel delen