De rechtbank heeft terecht overwogen dat [appellant] zelf is begonnen met bouwen zonder een omgevingsvergunning. Dat komt voor zijn risico. De omstandigheid dat het college na de controle van 1 september 2020 niet direct een bouwstop heeft opgelegd, maakt dat op zich niet anders.
Bovendien heeft het college op de zitting toegelicht dat de kapschuur op 1 september 2020 optisch gezien al bijna af leek, en er daarom geen aanleiding bestond om nog een bouwstop op te leggen. Verder is onder 7.2 reeds vastgesteld dat [appellant], op basis van de aangeleverde tekeningen van de afbakening van het achtererfgebied, kon weten dat de plek waar de kapschuur werd gebouwd niet in het achtererfgebied lag. Hij had dan ook kunnen weten dat het (verder) bouwen buiten het gemarkeerde achtererfgebied het risico op verwijdering van de kapschuur met zich zou brengen. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat het handhavend optreden van het college niet onevenredig was.