De zaak draait om een bestemmingsplan dat is vastgesteld door de raad van de gemeente Echt-Susteren (hierna: ‘raad’). Dit plan maakt het mogelijk om maximaal 120 arbeidsmigranten te huisvesten op een locatie nabij het vakantiepark Resort Limburg. Dit resort heeft beroep ingesteld tegen dit bestemmingsplan, omdat het vreest voor negatieve gevolgen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘Afdeling’) beoordeelt in deze uitspraak de verschillende beroepsgronden van Resort Limburg. In deze samenvatting worden de beroepsgronden, de verweren en de beoordeling van de Afdeling kort samengevat.
Sociale effecten van de huisvesting van arbeidsmigranten
Resort Limburg vreest dat de komst van 120 arbeidsmigranten zal leiden tot sociale overlast, zoals alcohol- en drugsgebruik en verstoring van de recreatieve functie van het vakantiepark.
De raad stelt dat er weinig klachten zijn over de bestaande situatie, waarin 40 arbeidsmigranten reeds gehuisvest zijn. Daarnaast zijn er maatregelen getroffen om overlast tegen te gaan. Zo dient de Wet goed verhuurderschap nageleefd te worden, dient er een toezichthouder aanwezig te zijn, en dient er een hek rondom het terrein geplaatst te worden.
De Afdeling concludeert dat de raad voldoende maatregelen heeft genomen om overlast te beperken. Indien er sprake is van overlast, is dit een kwestie van handhaving. Dit komt in de bestemmingsplanprocedure niet aan de orde. De beroepsgrond slaagt niet.
Structuurvisie
Resort Limburg stelt dat de huisvesting van arbeidsmigranten niet past binnen de gemeentelijke Structuurvisie, die recreatie en toerisme stimuleert.
De raad stelt dat de structuurvisie ook ruimte biedt voor andere ontwikkelingen, zoals hergebruik van leegstaande agrarische gebouwen, waartoe dit plan behoort. Daarnaast ligt de locatie niet in een primaire toeristische zone.
De Afdeling concludeert dat hetgeen Resort Limburg aanvoert geen aanleiding is voor het oordeel dat het bestemmingsplan in strijd met de Structuurvisie is vastgesteld.
Verkeer
Resort Limburg stelt dat het extra verkeer zal leiden tot verkeersoverlast, een slechtere doorstroming en gevaar voor de verkeersveiligheid op de Hommelweg.
De raad stelt dat de toename van het verkeer beperkt is en binnen acceptabele normen blijft. De verkeersbewegingen zullen namelijk van 206,5 naar 959,6 per dag toenemen. De Hommelweg kan 3000 verkeersbewegingen per dag afwikkelen. Daarnaast heeft Resort Limburg niet onderbouwd waarom de toename van verkeersbewegingen zou leiden tot gevaar voor de verkeersveiligheid.
De Afdeling ziet hierin geen reden waarom de raad het bestemmingsplan niet had mogen vaststellen.
Schade
Resort Limburg stelt dat de huisvesting van arbeidsmigranten leidt tot een waardedaling van hun vakantiepark en een daling in exploitatieopbrengsten.
De Afdeling concludeert dat Resort Limburg niet aannemelijk heeft gemaakt waarom de eventuele schade zo groot is dat de raad hieraan een groter gewicht had moeten toekennen. Indien er daadwerkelijk schade ontstaat kan Resort Limburg een verzoek om planschadevergoeding indienen.
Maximaal aantal appartementen
Resort Limburg stelt dat het aantal personen dat op een locatie mag verblijven, in dit geval 120, moeilijk handhaafbaar is. Daarom zou het aantal appartementen dat aan arbeidsmigranten mag worden verhuurd, gemaximeerd moeten worden.
De raad is het op zitting eens geworden dat een maximum aantal toegelaten appartementen een goede manier is om te waarborgen dat het maximum aantal verblijvende personen niet wordt overschreden. Nu dit op dit moment nog niet is opgenomen in het bestemmingsplan, concludeert de Afdeling dat het bestemmingsplan op dit punt een gebrek bevat.
Parkeren
Resort Limburg stelt dat de parkeernormen in de plantoelichting afwijken van de normen in de planregels.
De Afdeling concludeert dat er hierdoor sprake is van rechtsonzekerheid en dat dit daarom gecorrigeerd moet worden.
De planologische situatie na het beëindigen van de huisvesting van arbeidsmigranten
Het plan voorziet alleen in tijdelijke huisvesting voor 10 jaar op deze locatie, maar er is geen regeling voor wat er daarna met de locatie gebeurt. De plantoelichting vermeldt dat de locatie hierna gebruikt kan worden voor recreatieve doeleinden, echter volgt dit niet uit de planregels. Met het huidige bestemmingsplan is er daarom nagenoeg geen gebruik meer mogelijk na verloop van de periode van 10 jaar.
De Afdeling oordeelt dat dit niet van goede ruimtelijke ordening getuigt en dat dit daarom gecorrigeerd moet worden.
Rechtszekerheid
Resort Limburg voert tot slot aan dat het bestemmingsplan in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, nu de begrippen ‘onzelfstandige wooneenheden’ en de definitie van het begrip ‘onzelfstandige woningen’ in samenhang gelezen onduidelijk zijn. Daarnaast voert Resort Limburg aan dat de bewoordingen ‘tijdelijke bewoning’ en ‘verblijf met een duurzaam karakter’ onder de definitie van ‘woning’ in onderling verband onduidelijk zijn.
Wat betreft het gebruik van de term ‘onzelfstandige wooneenheden’ overweegt de Afdeling dat het niet direct duidelijk is wat hiermee bedoeld wordt. De raad heeft ter zitting aangegeven dat deze term gedefinieerd had moeten worden, maar dat dit foutief niet gebeurd is. De Afdeling concludeert dat er op dit punt strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. De bewoordingen ‘tijdelijke bewoning’ en ‘verblijf met een duurzaam karakter’ onder de definitie van ‘woning’ acht de Afdeling wel voldoende duidelijk.
Nu de Afdeling heeft vastgesteld dat er gebreken in het bestemmingsplan zitten, krijgt de gemeente 26 weken om deze te herstellen.