Menu

Zoek op
rubriek
Omgevingsweb
0

APV biedt geen ruimte voor beoordeling aanvraag evenementenvergunning aan natuurbelang en Habitatrichtlijn

De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in haar uitspraak van 11 mei 2023 (ECLI:NL:RBNNE:2023:1962) dat de burgemeester de gevolgen voor de natuur in het algemeen en de eventuele significante effecten op de beschermde waarden in een Natura 2000-gebied in het bijzonder terecht niet  in zijn besluit tot verlening van een evenementenvergunning heeft betrokken.

24 mei 2023

Samenvatting

Samenvatting

Daartoe overweegt de rechtbank dat de Algemene plaatselijke verordening (“APV”) hiervoor geen ruimte biedt, nu het hierin opgenomen toetsingskader bepaalt dat de evenementenvergunning slechts moet worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. Voor wat betreft de laatstgenoemde toetsingsgrond oordeelt de rechtbank dat daaronder niet de bescherming van het natuurbelang wordt gerekend, maar – binnen de context van een evenementenvergunning – wordt gedoeld op de bescherming van het woon- en leefklimaat van mensen als onderdeel van de openbare orde. Volgens de rechtbank heeft art. 6, derde lid, Habitatrichtlijn (“Hrl”) in dit geval geen rechtstreekse werking, aangezien de vraag naar rechtstreekse werking van een richtlijn alleen kan rijzen in gevallen van incorrecte implementatie ervan of indien de volledige toepassing ervan niet daadwerkelijk is verzekerd (vgl. de Afdelingsuitspraak van 25 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX2543). Daarvan is volgens de rechtbank geen sprake. Hoewel de APV geen grondslag biedt voor toetsing van de evenementenvergunning aan het natuurbelang, vindt die toets (wel) plaats in het kader van de beoordeling van de vraag of een vergunning als bedoeld in art. 2.7 Wet natuurbescherming (“Wnb”) is vereist (in welk geval een passende beoordeling moet worden gemaakt). De rechtbank oordeelt dit stelsel, waarin een procedurele koppeling tussen de verlening van een evenementenvergunning op grond van de APV en een eventueel vereiste natuurvergunning op grond van de Wnb ontbreekt, niet in strijd met art. 6, derde lid, Hrl. Op de burgemeester rustte daarom niet de verplichting om de aanvraag evenementenvergunning rechtstreeks aan de Hrl te toetsen.

Artikel delen