"Recent stuurde de Minister van EZK een brief (1) aan de Tweede Kamer over de gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame energieprojecten. Steeds vaker kan duurzaam opgewekte elektriciteit niet worden getransporteerd over het elektriciteitsnet. Netbeheerders voorzien op verschillende plekken in Nederland een toenemende transportschaarste, ofwel congestie, op het elektriciteitsnet."
Bij een voortschrijdende energietransitie is dit problematisch. De groei aan duurzame energieprojecten zal alsmaar forser worden. Men voorziet hierdoor zelfs stroomfiles op het elektriciteitsnet. Dit raakt aan de betrouwbaarheid van dat net. Om dit te ondervangen zetten netbeheerders de komende jaren sterk in op grootschalige verzwaringen van het elektriciteitsnet. Dat vergt echter tijd en investeringen. In de tussentijd verlangt de Minister van hen dat zij de congestie op het elektriciteitsnet managen.
Wat houdt dit congestiemanagement in voor ontwikkelaars en financiers van duurzame energieprojecten? Voor hen is het cruciaal om over een tijdige netaansluiting en voldoende transportcapaciteit te kunnen beschikken. Maar dienen bestaande afnemers dan verplicht mee te werken aan dat congestiemanagement? In deze blog gaan wij hier nader op in.
Netbeheerders hebben een wettelijke aansluit- en transportplicht
Op basis van de Elektriciteitswet 1998 zijn netbeheerders verplicht om eenieder die daarom verzoekt aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Daarnaast zijn zij conform die wet verplicht om aan diegene die daarom verzoekt transportcapaciteit op dat net ter beschikking te stellen. De aansluitplicht is een harde verplichting, die ook geldt bij onvoldoende transportcapaciteit op het elektriciteitsnet. Het recht op een aansluiting betekent evenwel niet dat men ook steeds recht heeft op transport. De transportplicht geldt namelijk niet absoluut. De Elektriciteitswet 1998 bevat daarop een uitzondering.
Als de netbeheerder
redelijkerwijs geen transportcapaciteit beschikbaar heeft
gaat de transport-plicht niet op. Weigeren van een verzoek om transportcapaciteit mag dus, echter niet zomaar, gezien het woord
redelijkerwijs
. Uit de Elektriciteitswet 1998 met bijbehorende wetgeschiedenis blijkt niet onder welke omstandigheden daarvan sprake. Recente rechtspraak verschaft meer duidelijkheid.
Vergaande inspanningen van netbeheerders gevraagd bij congestie
Noemenswaardig is het geschilbesluit van de Autoriteit Consument en Markt van 6 december 2018 (
link
). Daaruit blijkt dat van netbeheerders vergaande inspanningen mogen worden verwacht om aan de transportplicht te voldoen. Voormelde uitzonderingsgrond moet restrictief worden geïnterpreteerd. Netbeheerders kunnen daar slechts een geslaagd beroep op doen als zij alle middelen uit hun bedrijfsvoering hebben ingezet teneinde aan het verzoek om transport te kunnen voldoen. Dit betekent (onder meer) dat zij nadrukkelijk moeten onderzoeken of congestiemanagement uitkomst biedt.
Relevant hierbij is dat de Rechtbank Gelderland laatst heeft beslist (
link
) dat
contractuele
congestie geen weigeringsgrond is bij de uitzondering op de transportplicht. Weigering omdat de netbeheerder al voor de volledige netcapaciteit heeft gecontracteerd is discriminatoir. Voormelde uitzonderingsgrond is niet bedoeld om bestaande afnemers
te beschermen tegen aantasting van hun rechten door het toekennen van transportrechten aan nieuwe partijen
. Pas bij
fysieke
congestie (waartoe
contractuele
congestie kan leiden) op het elektriciteitsnet kan worden gesteld dat er geen transportcapaciteit meer beschikbaar is en komt een weigering van een verzoek op transportcapaciteit in beeld.
Aldus lijkt het pas aannemelijk te zijn dat de netbeheerder
redelijkerwijs geen transportcapaciteit
meer ter beschikking heeft, als de toepassing van congestiemanagement geen oplossing biedt voor een herverdeling van de beschikbare transportcapaciteit bij
fysieke
congestie op het elektriciteitsnet.
Toepassing congestiemanagement conform de Netcode elektriciteit
Via congestiemanagement hebben netbeheerders de mogelijkheid om, als het elektriciteitsnet niet volledig wordt gebruikt, op dagbasis te bepalen welke afnemers dat net willen gebruiken en als daarvoor geen transportcapaciteit beschikbaar is, hen daarvoor een vergoeding te betalen. Dit gaat via een systeem waarin kort gezegd telkens
veiling van beschikbare transportcapaciteit plaatsvindt. Die veiling dient te waarborgen dat de verdeling van de schaarste op non-discriminatoire wijze plaats- vindt.
In dit systeem ligt besloten dat ontwikkelaars en financiers van duurzame energieprojecten via
congestiemanagement mee kunnen dingen naar verdeling van de schaars beschikbare transportcapaciteit, zoals ook de bestaande afnemers. Geen van alle krijgt met voorrang elektriciteit getransporteerd. Dat dit ertoe kan leiden dat netbeheerders niet steeds al de contractuele verplichtingen met de be- staande afnemers kunnen nakomen, ligt besloten in voorgeschreven wijze van congestiemanagement in de Netcode elektriciteit (
link
), aldus ook de Rechtbank Gelderland in voornoemde uitspraak.
Daarbij is in de Netcode elektriciteit bepaald dat netbeheerders de bestaande afnemers eerst moeten verzoeken vrijwillig mee te werken aan congestiemanagement, alvorens zij diegene met een nader te bepalen gecontracteerd vermogen kunnen verplichten daaraan een bijdrage te leveren (
link
). Het enkele feit dat bestaande afnemers niet vrijwillig wensen mee te werken aan congestiemanagement, vormt voor netbeheerders dus geen reden om van de toepassing daarvan af te kunnen zien.
Onduidelijkheid in Netcode elektriciteit leidt tot vragen
Nu het elektriciteitsnet in hoog tempo vol raakt en congestiemanagement daardoor weer in beeld is, klemt het dat de bepalingen daarover in de Netcode elektriciteit niet altijd uitblinken in helderheid. De Minister van EZK constateert dit ook in voormelde brief en benoemt dat hieraan in de aanstaande Energiewet aandacht zal worden besteed.
Duidelijker zal worden omschreven wanneer netbeheerders een beroep kunnen doen op de uitzonderingsgrond bij de transportplicht en aan wie transport kan worden geweigerd bij capaciteitsproblemen. Zo zijn de omstandigheden waaronder bestaande afnemers kunnen worden gedwongen om aan congestiemanagement mee te werken, vaak onderwerp van discussie. Ook blijft het voor ontwikkelaars en financiers van duurzame energieprojecten veelal onduidelijk of en in hoeverre zij op basis van congestiemanagement daadwerkelijk over voldoende transportcapaciteit kunnen beschikken.
In dit kader verwijst de Minister van EZK in zijn brief alvast naar de door de Autoriteit Consument en Markt recentelijk opgestelde
Q&A Transportschaarste
(
link
). Enkele onduidelijkheden over de toepassing van congestiemanagement die wij hiervoor ook beschrijven, worden daarin kort gesignaleerd.
(1)
Kamerbrief over gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame elektriciteitsprojecten
Door Tijn Slegers en Michelle de Rijke