Met de invoering van de Wabo zijn de regels voor vergunningvrij bouwen verruimd. Het is er niet eenvoudiger op geworden, zo blijkt in de praktijk. Bovendien wringt het soms met andere regelgeving.
ROm besteedt in de serie WaboWijs elk nummer aandacht aan de Wabo. In dit nummer een aflevering over vergunningvrij bouwen. Dit is de laatste aflevering van WaboWijs.
Verwarring alom
Door Marieke Vos
Met de invoering van de Wabo zijn de regels voor vergunningvrij bouwen verruimd. Het is er niet eenvoudiger op geworden, zo blijkt in de praktijk. Bovendien wringt het soms met andere regelgeving.
Voor burgers en bedrijven is het vast plezierig dat men een schuurtje of dakkapel mag plaatsen zonder dat men daarvoor een omgevingsvergunning nodig heeft. Het verruimen van het vergunningvrij bouwen past in de filosofie van dit kabinet, dat veel aan de eigen verantwoordelijkheid van de burger wil overlaten. De praktijk blijkt echter weerbarstig. Aanvragers van een omgevingsvergunning weten vaak niet wat er precies onder de nieuwe regels vergunningvrij gebouwd mag worden en ook vergunningverleners hebben er moeite mee. Het was voor Edwin Kort, initiatiefnemer van nieuws- en kenniswebsite OmgevingsWeb, reden om een aparte website over vergunningvrij bouwen te maken. "Onder de oude wet was vergunningvrij bouwen al lastig, maar het Besluit omgevingsrecht is nog vele malen complexer omdat vergunningvrij bouwen nu ook afhankelijk is van het bestemmingsplan en welstand. Daardoor is er feitelijk sprake van een deels lokale regeling", zegt Kort. Om erachter te komen of voor een bepaalde activiteit een vergunning nodig is, kan men de vergunningencheck op het Omgevingsloket doen. Kort: "De uitkomst geeft echter niet altijd het goede antwoord en fouten blijven er vaak lang in staan, omdat het loket slechts een paar keer per jaar wordt bijgewerkt." In de praktijk nemen aanvragers bij twijfel contact op met de gemeente, om te overleggen of iets vergunningvrij is of niet. In lastige gevallen moet jurisprudentie uitkomst bieden, maar volgens Kort valt het aantal uitspraken over dit onderwerp tot nu toe tegen. "Ik denk dat aanvragers de materie zo ingewikkeld vinden dat ze de discussie niet aan gaan, laat staan dat ze naar de rechter stappen."
Grote zorgen
Ook vanuit de hoek van architecten klinkt kritiek op het vergunningvrije bouwen. Op zich niet zo gek, omdat deze beroepsgroep door de verruiming minder opdrachten krijgt: als er geen vergunning aangevraagd hoeft te worden, dan hoeft er ook geen bouwkundige tekening gemaakt te worden, denken veel aanvragers. "Natuurlijk is het niet in mijn belang dat dat gebeurt. Maar los daarvan maak ik mij grote zorgen, want ik denk dat er gevaarlijke situaties gaan ontstaan", zegt Marcel Abeling van bouwkundig- en architektenburo Abeling te Lisse. Abeling werkt als klein bureau vooral voor opdrachtgevers die kleine aanpassingen willen laten uitvoeren, zoals een aanbouw of een renovatie. "Een aanvrager denkt dat er voor zo'n eenvoudige ingreep geen tekening nodig is en stapt direct naar een aannemer. De goedkoopste aannemer mag meestal bouwen en dat is vaak niet de beste." De gevolgen: "Ik zie regelmatig een aanbouw waarin geen of een minimale staalconstructie is toegepast. Of een verbouwing waarbij de dragende muur tussen woonkamer en keuken is doorgebroken, zonder deugdelijke constructie. Het huis zal daardoor niet meteen instorten, maar het risico wordt wel groter." Hetzelfde ziet hij gebeuren op het gebied van brandveiligheid (een brandwerende deur wordt vervangen door een mooiere, maar niet brandwerende deur) en ventilatie (geen ventilatieroosters in nieuwe kozijnen). Het Bouwbesluit mag dan eisen stellen, als er geen vergunning aangevraagd hoeft te worden, kan een gemeente lastig controleren, stelt Abeling. Er is nog iets: "Ik zie in mijn praktijk steeds vaker dat niet opdrachtgevers, maar aannemers mij vragen om bouwtekeningen te maken. Een deel van het werk van de architect is echter het controleren van de aannemer. Dat kan dan niet meer."
Verwarrend
Sommige aspecten van het vergunningvrije bouwen zijn lastig uit te leggen. Abeling noemt het weghalen van een gevel voor het maken van een aanbouw, dat binnen bepaalde afmetingen vergunningvrij is, terwijl het weghalen van een gevel om er bijvoorbeeld een raam in te plaatsen wel vergunningsplichtig is. Ook Kort signaleert veel van dit soort onvolkomendheden. "Door de complexiteit en ingewikkeldheid van de wettekst zie je bovendien dat elke gemeente en zelfs individuele ambtenaren hun eigen interpretatie vormen, zodat bij de ene gemeente een bepaalde activiteit vergunningvrij is en bij een andere gemeente niet." Tot slot blijkt dat de verruiming van de regels soms botst met andere regelgeving, zoals die voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Marnix Duinkerken, medewerker Beleid en Kwaliteit bij het vakteam Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Delft: "Gemeenten moeten bouwaanpassingen in de BAG registreren, maar als er geen vergunning is verleend weten wij niet van een aanpassing af." Aan de ene kant legt de overheid de verantwoordelijkheid dus steeds meer bij de opdrachtgever voor de bouw, aan de andere kant zijn er regels zoals die voor de BAG, die een intensivering van het toezicht op de gebouwde omgeving inhouden. De wetgever is van koers aan het veranderen, maar creërt daarmee verwarrende situaties voor zowel gemeenten als vergunningaanvragers, zo blijkt.
Een (voor ambtenaren gratis) abonnement op ROmagazine? Schrijf u in op
www.romagazine.nl