Menu

Filter op
content
Omgevingsweb

Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet vrijwel identiek aan huidige vergunningvrije bouw uit Bijlage II Bor

"Tot eind vorig jaar lagen de Invoeringsbesluiten onder de Omgevingswet ter consultatie. De Minister streeft er naar om de Invoeringsbesluiten in het voorjaar van 2019 bij de Kamers in voorhangprocedure te brengen. In de Invoeringsbesluiten is nu ook voor het eerst te lezen hoe het nieuwe vergunningstelsel onder de Omgevingswet is uitgewerkt. Zo ook het nieuwe vergunningvrije bouwen. Het vergunningvrij bouwen, dat door middel van een knip is opgesplitst in bouwtechnisch vergunningvrij bouwen en het planologisch/esthetisch vergunningvrij bouwen en gebruiken, de omgevingsplanactiviteit genoemd, is opgenomen in het Besluit Bouwwerken leefomgeving."

10 januari 2019

Het afgelopen jaar is er veel gesproken over hoe het nieuwe vergunningvrije bouwen in de Omgevingswet zou moeten worden opgenomen. Zou het via een instructieregel een plek moeten gaan krijgen in het Omgevingsplan? Zou het via de bruidsschat aan de gemeenten worden overgedragen of zou het toch uniform, landelijk een plek gaan krijgen in één van de Besluiten onder de Omgevingswet? In het invoeringsbesluit lezen we nu dit laatste. En dat is ook wel te begrijpen. Als het namelijk via een instructieregel zou worden verplicht om op te nemen in het Omgevingsplan, zou er namelijk een enorm lange overgangsperiode zijn omdat het nog jaren duurt voordat alle gemeenten hun huidige bestemmingsplannen en beleidsregels hebben omgebouwd tot één gemeentelijk dekkend omgevingsplan. Als het vergunningvrij bouwen was opgenomen in de bruidsschat was de uniformiteit waar juist de architect, ontwerper en uitvoerende bouw zo veel profijt bij heeft, in één keer zijn verdwenen doordat iedere gemeente dan zelf zou kunnen bepalen wat wel of niet vergunningvrij te bouwen en te gebruiken is.

Het nieuwe vergunningvrije bouwen vinden we dus nu terug in de consultatieversie van het invoeringsbesluit Bouwwerken leefomgeving en is voor wat betreft de bouw- en gebruiksmogelijkheden inhoudelijk gelijk aan het huidige vergunningvrij bouwen uit bijlage II van het Besluit omgevingsrecht onder de Wabo.

Wat er wel in de regeling is veranderd is dat de vergunningvrije bouw- en gebruiksmogelijkheden door middel van de knip, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de bouwtechnische afweging en de planologisch/esthetische afweging of de activiteit zonder voorafgaande toestemming (vergunning) mag worden gerealiseerd, zijn opgenomen.

In Afdeling 2.3 van het Besluit bouwwerken leefomgeving is de afbakening van het wel of geen vergunning nodig hebben geregeld.

Paragraaf 2.3.2 regelt de vergunningplichtige gevallen bouwactiviteit, hetgeen kan worden vertaald als de Bouwtechnische toetsing van de activiteit. Het wat verwarrende hierbij is dat in artikel 5.1 lid 2 van de Omgevingswet staat dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten voor zover het gaat om een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geval. Hiermee staat er, dat alleen de vergunningplichtige bouwactiviteiten in de AMvB worden opgenomen. In paragraaf 2.3.2. lezen we echter in artikel 2.15d het volgende. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten geldt voor een bouwactiviteit, tenzij deze betrekking heeft op een van de volgende bouwwerken. Door het op deze manier op te schrijven in de AMvB is het voor zover uit de wet in de AMvB weer omgedraaid naar tenzij en lezen we vervolgens een aantal activiteiten die zonder bouwtechnische vergunning kunnen worden uitgevoerd. Te beginnen met de huidige vergunningvrije bouwactiviteit bijbehorend bouwwerk uit artikel 3 lid 1 van bijlage II Bor met het verschil dat hier het woord achtererfgebied uit is gehaald. Hierdoor maakt het geen verschil meer of een bijbehorend bouwwerk in de achtertuin, aan de zijkant van de woning of als erker aan de voorkant wordt gebouwd. Bouwtechnisch zijn deze activiteiten vergunningvrij te realiseren zonder een bouwtechnische preventieve toets met vergunning als verplicht positief resultaat van deze toets. Het bouwtechnisch vergunningvrije bijbehorende bouwwerk wordt in dit artikel 2.15d verder opgevolgd door een hele lijst met activiteiten die we 1 op 1 herkennen uit artikel 2 en artikel 3 van bijlage II Bor. Maar let op dan ben je er nog niet. Om echt te kunnen vaststellen of het zonder vergunning mag worden gerealiseerd moet je ook het volgende toetsen.

In artikel 2.15e wordt deze lijst met activiteiten nog specifiek beperkt voor wat betreft cultureel erfgoed hetgeen kan worden vertaald naar alle beschermde en voorbeschermde monumenten.

In paragraaf 2.3.3. lezen we het andere deel van de knip. Namelijk de vergunningvrije gevallen omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot bouwwerken. In deze paragraaf lezen we in artikel 2.15f de activiteiten die zonder planologische/esthetische vergunning kunnen worden gerealiseerd. Voor een groot deel een kopie van de huidige artikel 2 activiteiten uit Bijlage II Bor, maar zonder de in artikel 2 lid 3 uitgewerkte bijbehorende bouwwerken. Die komt later in de AMvB terug.

Veel van de genoemde activiteiten in artikel 2.15f zijn exact het zelfde opgenomen in artikel 2.15d. Dat betekent dan ook dat als een activiteit zowel in artikel 2.15d (bouwtechnisch vergunningvrij) als in 2.15f (planologisch/esthetisch vergunningvrij) te vinden is, deze activiteit geheel zonder vergunning kan worden gerealiseerd. Vind je de activiteit slechts terug in één van deze artikelen of met andere kenmerken in dat artikel, dan is of een bouwtechnische vergunning nodig of een omgevingsplanactiviteit vergunning. Als voorbeeld noem ik hier een dakkapel aan de voorzijde van de woning. In artikel 2.15d lid d staat een dakkapel waardoor iedere dakkapel bouwtechnisch vergunningvrij wordt, maar in artikel 2.15f lid b zien we dat alleen een dakkapel die aan bepaalde voorwaarden zoals in het achterdakvlak of een niet naar openbaar toegankelijke gebied gekeerd zijdakvlak planologisch/esthetisch vergunningvrij kan zijn. Voor een te bouwen dakkapel op het voordakvlak blijft dan ook volgens de AMvB een vergunning nodig op grond van artikel 5.1 lid 1 van de Omgevingswet.

En dan nog de derde categorie vergunningvrij bouwen. Dit zijn de vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot kenmerken van bouwwerken. En hier vinden we 1 op 1 het huidige artikel 2.3 bijlage II Bor bijbehorende bouwwerken terug. Inclusief achtererfgebied, bebouwingsgebied en het aantal vierkante meters die ik in het bebouwingsgebied mag bouwen ten opzichte van het oorspronkelijke hoofdgebouw.

De reden waarom dit apart is opgenomen in artikel 2.15j is dat vergunningvrij bouwen zoals nu geregeld in artikel 2.3 bijlage II Bor het gehele bestemmingsplan opzij zet. Als die lijn zou worden doorgetrokken naar het omgevingsplan zijn echter in potentie veel regels niet van toepassing op vergunningvrij bouwen. Voor veel activiteiten is dit in de praktijk geen probleem, deze zijn opgenomen in artikel 2.15h. Voor twee activiteiten, het bouwen van bijbehorende bouwwerken en huisvesting in verband met mantelzorg, is het onwenselijk om het hele omgevingsplan uit te zetten. Het Omgevingsplan regelt straks namelijk veel meer dan nu het huidige bestemmingsplan, zoals de welstandstoets. Het is namelijk gewenst dat deze bouwwerken bijvoorbeeld wel moeten voldoen aan de eisen gesteld aan het uiterlijk van bouwwerken in het omgevingsplan. Daarom worden deze activiteiten niet geheel vergunningvrij gemaakt, maar slechts bepaalde kenmerken daarvan. Voor het overige moeten de bouwwerken wel voldoen aan het omgevingsplan, en moet er zo nodig een vergunning worden aangevraagd, bijvoorbeeld als het bouwwerk in het voorerfgebied wordt geplaatst. Of uiteindelijk wel of geen vergunning nodig is op grond van het Omgevingsplan dient de gemeente zelf te regelen in het Omgevingsplan. Denk hier bijvoorbeeld aan welstandsvrije gebieden die dan in het Omgevingsplan dienen te worden aangewezen, en waarbij de esthetische toets ook niet aan een vergunning onderhevig is.

Ook de bijzondere bepalingen uit bijlage II Bor zoals artikel 5 lid 1 (alleen vergunningvrij als het een legale situatie betreft) en het huidige artikel 7 (bijbehorend bouwen op meer en minder dan vier meter van het oorspronkelijke hoofdgebouw) en alle anderen vinden we terug in het nieuwe Besluit Bouwwerken leefomgeving.

Ik wil dan ook de conclusie trekken uit de consultatieversie Invoeringsbesluit bouwwerken leefomgeving dat het vergunningvrij bouwen vrijwel gelijk blijft ten opzichte van het huidige stelsel. Dat we wel even zullen moeten wennen aan het toepassen van de knip waarbij er situaties zullen zijn waarbij het bouwtechnisch vergunningvrij is, maar op planologisch/esthetische gronden wel een omgevingsplanactiviteit speelt die vergunningplichtig is. En dat we uiteraard zullen moeten wennen aan de nieuwe artikelnummers. Maar als het bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt ingevoerd zoals nu opgenomen in de consultatieversie, dan zal de gene die het huidige (best wel ingewikkelde, en dus niet eenvoudiger wordende) stelsel begrijpt en kan toepassen dit zonder problemen ook onder de Omgevingswet.