Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Update Gelders Plussenbeleid

Het op 12 juli 2016 door Gedeputeerde Staten vastgestelde ontwerp-actualisatieplan Omgevingsverordening Gelderland bevat een ontwerp voor het Gelders Plussenbeleid. Op 15 februari 2017 vergaderen Provinciale Staten hier weer over. Met het Gelders Plussenbeleid zet de provincie Gelderland, in navolging van onder meer de provincies Noord-Brabant (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) en Groningen (Groninger Verdienmodel), in op 'verduurzaming van de veehouderij'.

3 februari 2017

Het op 12 juli 2016 door Gedeputeerde Staten vastgestelde ontwerp-actualisatieplan Omgevingsverordening Gelderland bevat een ontwerp voor het Gelders Plussenbeleid. Op 15 februari 2017 vergaderen Provinciale Staten hier weer over. Met het Gelders Plussenbeleid zet de provincie Gelderland, in navolging van onder meer de provincies Noord-Brabant (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) en Groningen (Groninger Verdienmodel), in op 'verduurzaming van de veehouderij'.

Kern van het ontwerpbeleid

Kern van het Gelders Plussenbeleid is dat groei van bestaande niet-grondgebonden veehouderijen alleen mogelijk is als wordt voldaan aan 'extra kwalitatieve ruimtelijke randvoorwaarden' op het terrein van dierenwelzijn, landschappelijke inpassing en/of milieu. Uitbreidingen die leiden tot een niet-grondgebonden veehouderijbedrijf van meer dan 1,5 hectare zullen in bestemmingsplannen uitsluitend door middel van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk mogen worden gemaakt. Daarnaast wordt een zogenaamde 'omgevingsdialoog' verplicht gesteld. Een veehouder zal bij een voorgenomen uitbreiding tijdig de dialoog moeten zoeken met de omgeving, om zo het maatschappelijk draagvlak voor de sector te behouden.

Gevolgen nog niet helder

Tot en met 30 september 2016 heeft het ontwerp-actualisatieplan voor zienswijzen ter inzage gelegen. Over het Gelders Plussenbeleid zijn veertig zienswijzen ingediend. Hieruit komt vooral naar voren dat nog onduidelijkheid bestaat over de inhoud en de gevolgen van het beleid. Naar aanleiding hiervan hebben Gedeputeerde Staten het voorstel verduidelijkt en nader toegelicht. De Commissie m.e.r. heeft op 1 december 2016 een advies uitgebracht met betrekking tot de (aangevulde) plan-MER, die (onder meer) de milieugevolgen van het Gelders Plussenbeleid in kaart brengt. De Commissie m.e.r. komt, kort gezegd, tot de conclusie dat vooral voor het landschap nog onduidelijk is hoe het nieuwe beleid negatieve effecten voorkomt. Zij adviseert daarom het rapport op dit punt aan te passen alvorens te besluiten over het nieuwe beleid.

Stand van zaken

Begin dit jaar heeft de Statencommissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk Gebied en Wonen het gewijzigde voorstel van Gedeputeerde Staten voor het actualisatieplan waarvan het Gelders Plussenbeleid dus onderdeel is behandeld. Dit heeft, in lijn met het advies van de Commissie m.e.r., geleid tot de afspraak het Gelders Plussenbeleid op een aantal onderdelen te verduidelijken en uit te werken in een vervolgvoorstel. Gedeputeerde Staten zijn voornemens begin februari 2017 met een vervolgvoorstel te komen. Nadat de Statencommissie dit voorstel heeft besproken, zijn Provinciale Staten aan zet.

Effecten voor projecten

Als de nieuwe Omgevingsverordening door Provinciale Staten wordt vastgesteld, hoeft dat voor een concreet project niet meteen directe gevolgen te hebben. Dat geldt althans voor zover het project in overeenstemming is met een actueel bestemmingsplan. Gemeenten zullen eerst het beleid uit de verordening moeten vertalen naar hun bestemmingsplannen. In het ontwerp-actualisatieplan geeft de provincie gemeenten in beginsel een periode van maximaal tien jaar om hun bestemmingsplannen aan te passen.

Voor bestemmingsplannen die reeds ouder zijn dan tien jaar en waarbij op het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingsverordening nog geen nieuw (ontwerp)bestemmingsplan ter inzage is gelegd, geldt de ruime implementatietermijn niet. In deze bestemmingsplannen zijn volgens de provincie doorgaans onvoldoende stappen gezet op weg naar verduurzaming van de niet-grondgebonden veehouderij. Deze bestemmingsplannen dienen binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Omgevingsverordening in overeenstemming te worden gebracht met het Gelders Plussenbeleid.

Opgemerkt dient nog te worden dat het Gelders Plussenbeleid wél directe gevolgen kan hebben voor iedere uitbreiding van een bouwperceel die niet binnen een vigerend bestemmingsplan past. Indien een partiële planherziening (postzegelplan) nodig is, dient hierin het Gelders Plussenbeleid al te worden geïmplementeerd.

Eerder blogde ik ook al over het

Gelders Plussenbeleid

en

Duurzaamheidsregels in de ruimtelijke ordening

. Voor vragen hierover kunt u

contact

met mij opnemen.

Artikel delen