Door de coronacrisis spenderen we tijdelijk het overgrote deel van de dag tussen de vier muren van ons huis. Werken aan de keukentafel of op een speciale thuiswerkplek is inmiddels volledig geïntegreerd. De een wil niet meer anders, terwijl de ander alweer smacht naar de terugkeer op kantoor. Welke effecten heeft de coronacrisis op het werk van professionals die werkzaam zijn binnen het domein van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid, en hoe gaan zij om met de nieuwe situatie? Deze keer een bijdrage van Gerben van den Hurk, adviseur omgevingsmanagement en communicatie.
Ik heb met twee vennoten een adviesbureau. Zelf ben ik als adviseur communicatie betrokken bij een project van de gemeente Amsterdam en als adviseur omgevingsmanagement bij Rijkswaterstaat. Die projecten, zeker bij Rijkswaterstaat, lopen eigenlijk op volle kracht door. Bij de gemeente is wel wat geschoven in de planning, omdat je inspraaktrajecten zorgvuldig wilt laten doorlopen en mensen in de gelegenheid wilt stellen om mee te denken over bijvoorbeeld de herinrichting van een straat. Dat wordt dus wat uitgesmeerd. Voor onze overige klanten geldt ook dat sommige projecten doorlopen en andere worden uitgesmeerd, omdat besluiten worden uitgesteld. Al met al kunnen we ons werk best goed doen op afstand. Tien jaar geleden zouden we een groter probleem hebben gehad. Bij De Selectie (eigen adviesbureau, red.) zijn we met z’n zevenen. We werken vanuit huis. Elke ochtend starten we met een soort stand-up via MS Teams. Even de lopende dingen doorspreken. Dat is ook het moment waarop we kunnen bijpraten. Sommigen van ons komen af en toe naar kantoor, maar nooit allemaal tegelijk. Ook hebben we het geluk dat we in een groot verzamelgebouw zitten dat momenteel nauwelijks gebruikt wordt. Daardoor kunnen we ons makkelijk verspreiden.
Normaal gesproken werkte ik ook regelmatig vanuit huis, maar meestal had ik afspraken bij opdrachtgevers en nam ik de trein of de auto. De trein heb ik al even niet meer van binnen gezien en de auto staat praktisch werkeloos in de garage. Soms mis ik het om de deur uit te gaan, maar zoveel als ik gewend was heen en weer te crossen dat hoeft voor mij ook niet meer. Ik geniet van de voordelen van thuis werken: ik lunch lekkerder, ik drink betere koffie en thee en ik maak regelmatig tussendoor even een wandelingetje. Dat zou ik erg gaan missen als alles weer wordt als voorheen.
Ik kan natuurlijk alleen spreken vanuit mijn eigen situatie, maar we proberen bij De Selectie zoveel mogelijk ‘gewoon’ door te werken met behulp van alle online mogelijkheden. Daaraan zijn we inmiddels allemaal behoorlijk gewend geraakt natuurlijk. We adviseren onze opdrachtgevers ook over wat mogelijk is op het gebied van online participatie, informatiebijeenkomsten, enzovoort. Daarvoor houden we de ontwikkelingen goed in de gaten. Zo ben ik voor de gemeente Amsterdam nu een alternatief aan het bedenken voor de informatiebijeenkomst die we eigenlijk hadden gepland in april. Daar konden omwonenden hun voorkeur aangeven voor de verschillende varianten die we voor de inrichting van de straat hebben uitgewerkt. Er is veel mogelijk en ik vind het echt leuk om de mogelijkheden te onderzoeken.
Ik hoop dat we van deze nieuwe manier van werken leren dat we echt niet voor ieder overlegje het halve land door hoeven te reizen. Daar kan veel winst mee worden behaald, qua duurzaamheid, efficiency en files op de wegen. Ik merk dat telefonische of online overleggen vaak efficiënter en korter zijn.
Dat is best een lastige vraag, omdat er geen generiek antwoord is. Maar wij proberen het contact met elkaar warm te houden door dagelijks te starten met een call. Dan spreken we elkaar in ieder geval dagelijks even. Videobellen in plaats van gewoon telefoneren werkt ook afstand verkleinend. Bijna alsof er niks aan de hand is!