Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Sterke groei in steden en randgemeenten verwacht

"Nederland zal in 2035 naar verwachting 18,3 miljoen inwoners hebben, 1 miljoen meer dan nu. Vooral de grote en middelgrote steden zullen groeien, evenals diverse randgemeenten rondom de grote steden. Tegelijk zal 1 op de 5 gemeenten krimpen, vooral aan de randen van Nederland. Deze gemeenten zullen ook sneller vergrijzen dan de steden. Ook wonen steeds meer mensen alleen. Dat blijkt uit de Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2019-2050 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)."

PBL 10 september 2019

De prognose beschrijft de meest waarschijnlijke ontwikkeling, maar kent ook onzekerheden. Meer hierover staat in de laatste alinea.

Groei grote steden zet door

Bijna drie kwart van de nationale groei met 1 miljoen mensen komt volgens de prognose terecht in de grote en middelgrote steden (gemeenten met ten minste 100.000 inwoners). Rondom de grote steden groeien ook diverse andere gemeenten, zoals Almere en Haarlemmermeer bij Amsterdam, Zuidplas bij Rotterdam en Rijswijk bij Den Haag. Deze gemeenten ontvangen door hun nieuwbouw veel jonge stellen uit de grote stad.

Amsterdam krijgt er de meeste inwoners bij, naar verwachting ruim 150.000 tot 2035. Dit betekent een groei van bijna 20% ten opzichte van 2019. De stad zal daardoor in 2035 1 miljoen inwoners tellen. Voor Utrecht voorziet de prognose een groei van ruim 20%. In Rotterdam en Den Haag stijgt het aantal inwoners wat minder, met elk 15%.

De grote steden zijn relatief jong en groeien vooral doordat er meer kinderen geboren worden dan er mensen overlijden. Ook hebben steden een grote aantrekkingskracht op immigranten, waaronder arbeidsmigranten uit de EU, expats en internationale studenten.

In Noord-Brabant zijn het de steden Eindhoven, Tilburg, s-Hertogenbosch en Breda die meer inwoners krijgen. Ook steden in het noorden zoals Groningen en Assen en steden in het oosten zoals Zwolle, Arnhem en Nijmegen, zullen verder groeien.

Krimp vooral aan de randen van het land

Kleinere gemeenten aan de randen van het land krijgen de komende decennia te maken met verdere krimp. Het gaat vooral om gemeenten in het noordoosten van Groningen, Drenthe, de Achterhoek, Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Na 2035 wordt de krimp nog sterker doordat de bevolking van Nederland dan minder hard groeit.

Ook vergrijzing in de steden

Nederland vergrijst verder. Op dit moment is ongeveer 19% van de bevolking 65 jaar of ouder, in 2035 zal dat zijn opgelopen tot een kwart. De grote steden zijn minder vergrijsd dan de kleinere gemeenten, maar ook hier neemt de vergrijzing de komende jaren naar verwachting toe, van 13 naar 20% 65-plussers in 2035.

De vergrijzing elders in Nederland gaat echter sneller, waardoor het verschil tussen stad en platteland toeneemt. Vooral in de krimpgemeenten zal het aandeel ouderen in 2035 naar verwachting groot zijn, dikwijls 30% of meer. De vergrijzing is hier een belangrijke oorzaak van de bevolkingskrimp.

Na 2035 nemen de regionale verschillen in vergrijzing naar verwachting weer wat af. In gemeenten die nu sterk vergrijsd zijn, zal het aantal ouderen ten opzichte van de rest van de bevolking weer wat dalen, doordat er meer mensen uit de grote groep babyboomers overlijden. In de meer stedelijke gebieden neemt de vergrijzing dan nog toe.

Meer alleenstaanden, vooral in grote en middelgrote steden

In 2035 telt Nederland naar verwachting een half miljoen meer alleenwonenden dan nu. Dan zal bijna 20% van de bevolking alleen wonen, nu is dat ruim 17%. In kleinere, vergrijzende gemeenten zullen vooral meer ouderen alleen wonen, nadat hun partner is overleden of na een scheiding. Dat geldt ook voor middelgrote gemeenten. In bijvoorbeeld de voormalige groeikern Almere zullen veel mensen die er destijds als jong gezin zijn komen wonen, tegen die tijd alleen wonen.

In de 4 grote steden is het percentage alleenwonenden al hoog (vooral door de toestroom van studenten en werkende jongeren) en zal het verder stijgen doordat hier de vergrijzing ook sterker wordt.

Prognose kent onzekerheid

De PBL/CBS regionale prognose 2019-2050 beoogt de meest waarschijnlijke ontwikkeling te beschrijven, rekening houdend met nieuwe inzichten en recente ontwikkelingen op nationaal en regionaal niveau.

Toch zijn de cijfers altijd met onzekerheden omgeven. Immigratie en woningbouw zijn bijvoorbeeld moeilijk exact te voorspellen. De onzekerheid wordt bovendien groter naarmate er verder naar de toekomst gekeken wordt. Daarom zijn onzekerheidsintervallen rond de uitkomsten van de regionale prognose opgesteld, waarbij de kans 2 op 3 is dat de gemeentelijke bevolkingsgroei binnen deze bandbreedte zal blijven. Het blijkt dat ook als de bevolkingsgroei lager is dan verwacht, de grote steden nog steeds zullen groeien. Kleinere gemeenten aan de randen van het land zullen, als de bevolkingsgroei hoger is dan verwacht, nog steeds krimpen of vrijwel gelijk blijven in bevolkingsomvang.

PBL/CBS regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2019

oe ontwikkelen de bevolking en huishoudens zich in de komende drie decennia? In welke regios zien we groei of juist krimp? Waar zal de vergrijzing van de bevolking het sterkst zijn, waar gaat het aantal mensen op werkzame leeftijden toenemen en waar lopen scholierenaantallen het sterkst terug? De regionale bevolkings- en huishoudensprognose van 2019 geeft een toekomstbeeld van de ontwikkeling van de bevolking en het aantal huishoudens per gemeente in de periode 2019-2050. Deze informatie is van belang voor besluitvorming in beleidsdomeinen als wonen, werken, zorg en onderwijs.

Bevolkingsgroei naast krimp

In 2050 telt Nederland naar verwachting 18,5 miljoen inwoners tegen 17,3 in 2019. De bevolkingsgroei concentreert zich in de Randstad. Tegelijkertijd is er ook sprake van bevolkingskrimp, vooral aan de randen van Nederland.

Vergrijzing zet door

In de komende decennia neemt het aantal (en aandeel) AOW-ers in de bevolking verder toe. Tot 2035 krijgen alle regios te maken met verdere vergrijzing, maar aan de randen van Nederland gaat dit sneller dan in de Randstad.

Omvang potentiële beroepsbevolking

Samenhangend met het opschuiven van de AOW-gerechtigde leeftijd groeit het aantal mensen op de werkzame leeftijden eerst nog licht, maar gaat na 2030 toch dalen. In de grote steden en studentensteden is de groei het sterkst.

Jongeren vooral in steden

Landelijk gezien daalt tot 2025 het aantal basisschoolleerlingen en gaat daarna weer stijgen. Regionaal zijn er echter verschillen. Zo zien we in de grote steden en hun randgemeenten een structurele toename van de leerlingaantallen. Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs daalt de komende 15 jaar vrijwel overal, wederom met uitzondering van de grote steden.

Meer huishoudens

Het aantal huishoudens blijft verder groeien. Hierdoor zal er tot 2035 woonruimte bij moeten komen voor driekwart miljoen huishoudens. De toename van het aantal huishoudens geldt voor bijna elke regio, op een enkele gemeente na. , maar nNa 2035 gaat aan de randen van Nederland het aantal huishoudens toch afnemen.

Auteur(s)

Andries de Jong

Publicatiedatum

10-09-2019

Artikel delen