Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Smart mobility oplossingen voor mobiliteitsuitdagingen: experimenteer, begeer, en creëer

De verkeersdrukte neemt toe, verkeersveiligheid neemt af, en de mobiliteitssector voldoet bij lange na niet aan de doelen uit het klimaatakkoord. We horen weer regelmatig dit soort geluiden in het nieuws en dit zijn nog maar een paar van de vele uitdagingen. Optimalisaties zijn niet voldoende; de verschillende mobiliteitsuitdagingen vragen om een fundamentele verandering, een transitie, in de manier waarop we in mobiliteit voorzien.

12 december 2018

Smart mobility wordt in dit kader vaak genoemd als een mogelijke oplossingsrichting. Smart mobility bestaat uit allerlei innovaties: van autodelen en multi-modale reisplatforms tot real-time verkeersinformatie en zelfrijdende autos. Leuk, maar op welke manier kan smart mobility een oplossing bieden? Welke rol kan je als lokale overheid spelen in het matchen van mobiliteitsuitdagingen met smart mobility opties? Dit is nog niet zo gemakkelijk, maar vanuit transitietheorie kunnen we de volgende leidraden formuleren: experimenteer, begeer, en creëer ruimte.

Weten wat potentie heeft: Experimenteer

Het is vrijwel onmogelijk te voorspellen welke smart mobility innovaties succesvol zullen zijn en welke niet. Daarnaast hebben innovaties de kans nodig om zich te ontwikkelen voordat hun echte potentie duidelijk wordt. Het is daarom belangrijk om te experimenteren. Wat echter vaak misgaat, is dat dit soort experimenten worden opgezet in de vorm van een pilot of een demonstratieproject, waarbij een bepaalde technologie wordt getest. Bijvoorbeeld: kan er in onze regio een zelfrijdend busje succesvol van A naar B rijden? Vervolgens wordt gedacht dat wanneer de techniek is bewezen, de innovatie kansrijk is. Maar kansrijk waarvoor? Hier begint de uitdaging en het belang van experimenteren pas. Experimenteren zou zoveel mogelijk in een real-life setting moeten gebeuren, waarin niet alleen over de technologie wordt geleerd, maar ook over sociale aspecten, juridische aspecten, etc. De nadruk zou daarnaast moeten liggen op reflexief leren: niet alleen op

doen we de dingen juist?

, maar vooral op

doen we de juiste dingen?

. Het helpt om het experiment te koppelen aan een maatschappelijke uitdaging. In het geval van het zelfrijdende busje, bijvoorbeeld het langer mobiel houden van ouderen in de gemeente. Wanneer je met die gedachte het experiment opzet, zul je over meerdere aspecten leren dan alleen het technische succes. Het stimuleert daarnaast reflexief leren: om ouderen langer mobiel te houden, is een zelfrijdend busje dan een goede oplossing? Wanneer wel en wanneer niet? Door een experiment op deze manier op te zetten, kan er maximaal geleerd worden.

Weten wat je wilt: Begeer

Om experimenten te kunnen koppelen aan maatschappelijke uitdagingen is het belangrijk om te weten wat je wilt. Visies helpen daarbij. Een visie biedt houvast en geeft richting. Wat nu echter misgaat rondom smart mobility innovaties is dat de visie vaak gevormd wordt op basis van een

waarschijnlijke

toekomst. Verschillende lokale overheden zien bijvoorbeeld de opkomst van de zelfrijdende auto en krijgen het idee dat ze hier op moeten anticiperen. Enerzijds is het goed om te blijven testen op basis van een waarschijnlijke toekomst, maar op die manier kan je weinig sturen. Dit in tegenstelling tot een visie op basis van een

gewenst

toekomstbeeld. Hoe willen we leven, wonen, en werken in onze regio en wat zijn belangrijke waarden hierin? Vervolgens kan er gekeken worden op welke manier de zelfrijdende auto past in dit toekomstbeeld. In plaats van een reactieve houding kunnen er vanuit een gewenst toekomstbeeld actief randvoorwaarden en condities gecreëerd worden voor smart mobility innovaties.

Weten wat je niet wilt: Creëer

Soms is het moeilijk om te weten wat je wilt. Vaak is het makkelijker om te weten wat je in ieder geval niet wilt. Door te weten wat je niet wilt en dit uit te spreken, kan er gestuurd worden. Bijvoorbeeld: in onze gemeente willen we geen fijnstofwaardes meer die boven de Europese norm uitkomen. Hier kun je vervolgens op een softe manier op acteren door bewustzijnscampagnes of het zetten van targets. Het kan ook op een harde wijze door bepaalde regelgevingen aan te passen, of een fysieke aanpassing van de openbare ruimte. Het is dus belangrijk om niet alleen maar te experimenteren en het bestaande in stand te houden. Bijvoorbeeld: het willen implementeren van mobility-as-a-service (MaaS) diensten in de gemeente, maar vervolgens OV-concessies op dezelfde manier blijven vormgeven. De nieuwe logica van het aanbieden van mobiliteit als dienst staat namelijk lijnrecht tegenover de oude logica, waardoor er weinig ruimte is voor MaaS. Richt je daarom ook op het creëren van ruimte voor alternatieven.

Dus, hoe kan je de potentie vergroten van smart mobility innovaties? Allereerst, experimenteer en zorg dat je hier op de juiste manier van leert door het te koppelen aan een maatschappelijke uitdaging. Ten tweede, weet wat je begeert en wat je belangrijk vindt voor je regio en kijk hoe smart mobility innovaties in dit toekomstbeeld passen. Tot slot, kijk ook naar wat je niet wilt. Een focus op experimenteren is goed, maar net zo belangrijk is het creëren van ruimte.

Artikel delen