Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

RvS: Hoogte erfafscheiding moet gemeten worden vanaf natuurlijk terreinhoogte bij vergunningvrij bouwen

Gemeente heeft handhavend opgetreden tegen een erfafscheiding in de voortuin omdat deze hoger is dan 1 meter. Volgens de eigenaar is de erfafscheiding vergunningvrij op grond van het Besluit Omgevingsrecht omdat de gemeente verkeerd meet. De erfafscheiding is wel lager dan 1 meter.Aan de straatzijde is de erfafscheiding 1,6 meter hoog. Aan de andere zijde is de hoogte 0,8 meter. De grond is hier echter opgehoogd met funderingsbalken met een terras. Deze ophoging is noodzakelijk voor onder andere de fundering van de woonwagen. De erfafscheiding is volgens de eigenaar nu lager dan 1 meter en dus vergunningvrij.

5 April 2013

Gemeente heeft handhavend opgetreden tegen een erfafscheiding in de voortuin omdat deze hoger is dan 1 meter. Volgens de eigenaar is de erfafscheiding vergunningvrij op grond van het Besluit Omgevingsrecht omdat de gemeente verkeerd meet. De erfafscheiding is wel lager dan 1 meter.

Aan de straatzijde is de erfafscheiding 1,6 meter hoog. Aan de andere zijde is de hoogte 0,8 meter. De grond is hier echter opgehoogd met funderingsbalken met een terras. Deze ophoging is noodzakelijk voor onder andere de fundering van de woonwagen. De erfafscheiding is volgens de eigenaar nu lager dan 1 meter en dus vergunningvrij.

De erfafscheiding moet inderdaad gemeten worden op het perceel waar deze geplaatst wordt. Zie de begripsbepaling

artikel 1 lid 2 en 3 bijlage II Bor

.

De grond mag echter niet kunstmatig worden opgehoogd. Volgens RvS is daar nu sprake van:

1.3. Volgens de nota van toelichting op het Bor (Stb. 2010, 143, blz. 139) leidt het criterium in artikel 1, tweede lid, onder b, van bijlage II van het Bor, dat niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk buiten beschouwing moeten blijven, er toe dat gronden niet eerst vrijelijk (en ongelimiteerd) opgehoogd kunnen worden, waarna vervolgens vanaf dat nieuwe peil de hoogtebepaling van het vergunningvrije bouwwerk kan plaatsvinden. Indien ophogingen of verdiepingen zijn aangebracht die niet bij het natuurlijk verloop van de grond passen, behoren deze bij het meten van de hoogte van het bouwwerk buiten beschouwing te worden gelaten. In dat geval dient te worden gemeten vanaf de oorspronkelijke, voor de plaatsgevonden ophoging of verdieping aanwezige, als natuurlijk aan te merken terreinhoogte. Een uitzondering hierop is opgenomen voor situaties waarin ophogingen of verdiepingen noodzakelijk zijn om het bouwwerk te kunnen realiseren.

Deze uitzonderingssituatie doet zich hier niet voor, omdat de ophoging van de grond niet noodzakelijk was voor het realiseren van de erfafscheiding. De rechtbank heeft derhalve terecht het college gevolgd in het standpunt dat voor de bepaling van de hoogte van de erfafscheiding gemeten dient te worden vanaf de voet van de erfafscheiding waarbij de verhoging van het terras en de verhoogde ligging van de woonwagen buiten beschouwing dienen te worden gelaten, omdat dit een kunstmatig verhoogd peil betreft. Dat het terras, zoals [appellante] stelt, oplopend is aangelegd voor het afvoeren van hemelwater doet daaraan, wat daar verder van zij, niet af. Nu de erfafscheiding hoger is dan 1 m, is daarvoor ingevolge artikel 2.1, eerste lid, onder a, gelezen in verbinding met artikel 2.3a, eerste lid van de Wabo een omgevingsvergunning vereist. Het college was bevoegd tot handhavend optreden, omdat de erfafscheiding zonder omgevingsvergunning is gebouwd en in stand gelaten.

Lees hier de volledige uitspraak

Artikel delen