"In het “concept Besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en diverse andere algemene maatregelen van bestuur in verband met het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht” zijn enkele wijzigingen op het gebied van het vergunningvrij bouwen opgenomen die grote effecten zullen hebben op met name de dichtbebouwde (oude) binnenstedelijke gebieden. In dit memo is bekeken wat het effect van het voorstel zal zijn voor de situatie in de binnentuinen van stadsdeel Zuid. Er wordt alleen ingegaan op de gevolgen van de voorgestelde aanpassingen van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, in het bijzonder artikel 2 onderdeel 3; het vergunningsvrije bouwen."
In het concept Besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en diverse andere algemene maatregelen van bestuur in verband met het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht zijn enkele wijzigingen op het gebied van het vergunningvrij bouwen opgenomen die grote effecten zullen hebben op met name de dichtbebouwde (oude) binnenstedelijke gebieden. In dit memo is bekeken wat het effect van het voorstel zal zijn voor de situatie in de binnentuinen van stadsdeel Zuid. Er wordt alleen ingegaan op de gevolgen van de voorgestelde aanpassingen van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, in het bijzonder artikel 2 onderdeel 3; het vergunningsvrije bouwen.
Samenvatting
In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de binnentuinen in stadsdeel Zuid door het voorstel in gevaar komen, waar deze al jarenlang als rust- en stiltegebieden dienen ter compensatie van de vaak drukke voorkant. Dit is niet in het belang van de bewoners die in de overgrote meerderheid vaak boven de begane grondlaag woonachtig zijn.
De drie meest opvallende wijzigingen betreffen:
1. het uitbreiden van de grens van 2,5 naar 4 meter om aan te bouwen aan de oorspronkelijke achtergevel en te verhogen van 4 meter naar 5 meter hoog;
2. het totaal op te richten oppervlak voor vergunningsvrije ( en vergunde) bouwwerken tot maximaal 100 m², mits 50% van het perceel onbebouwd blijft, en;
3. een toename van de maximale bouwhoogte van 3 naar 5 meter voor een bijgebouw met een kap (buiten de 4 meter grens).
Het probleem doet zich vooral voor bij gesloten bouwblokken met achtertuinen die groter zijn dan van 90 m²(uitgaande van een beukmaat van 6 m). Er zijn in het stadsdeel echter weinig tuinen bij gesloten bouwblokken die groter zijn dan 90 m². Het gevolg dat een groter oppervlak kan worden bebouwd doet zich naar verwachting dan ook niet op grote schaal voor. De verruimde mogelijkheden voor een uitbouw ten dienste van het hoofdgebouw van 4 meter diep en 5 meter hoog heeft tot gevolg dat er naar verwachting eerder gebruik van wordt gemaakt om dat het economisch gezien aantrekkelijker is, vooral voor niet-woonfuncties.
De in stedelijk gebied voorkomende functiemenging kan juist door een planwetgever goed in kaart kan worden gebracht, waarbij de diverse vaak uiteenlopende belangen dienen te worden afgewogen. Hoewel de grotere uitbouw in een vraag voorziet betekent het ook dat mensen die nu nog niet overgaan tot een uitbouw dat straks wel gaan doen. Het vergunningvrij bouwen wordt met de vergrote mogelijkheden economisch aantrekkelijker en zal naar verwachting op grotere schaal benut worden. Tot slot geldt dat de bijgebouwenregeling op het achtererfgebied tot handhavingsproblemen zal leiden, veel meer dan de huidige regeling met zich meebrengt, juist vanwege de mogelijkheid veel grotere en hogere bijgebouwen toe te staan.
Als het ontwerp besluit uiteindelijk blijft zoals het nu voorligt, is het voor het stadsdeel voor bepaalde achtererfgebieden noodzakelijk om maatregelen te nemen om het groene woon- en leefklimaat te beschermen. Dit zou (volgens de Nota van Toelichting bij het ontwerp) kunnen door de betreffende achtererven anders te bestemmen zodat het niet als achtererfgebied behorende bij het hoofdgebouw kan worden gezien, waardoor niet meer voldaan wordt aan de voorwaarde om er vergunningsvrij op te kunnen bouwen. Deze laatste oplossing vergt veel planologisch maatwerk, een tijdrovende inventarisatie, grote inzet van middelen waarbij het effect ook nog onzeker is. Bovendien is het twijfelachtig of deze laatste oplossing tijdig kan worden doorgevoerd en of deze stand zal houden bij de Raad van State.
Hierna wordt in dit memo verder ingegaan op enkele onderdelen.
Lees verder door het Word document te downloaden.
Bijlagen: