Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Programma Aanpak Stikstof: Vergelijking met Duitsland en België

Bij de aanpak van stikstof hebben wij in Nederland gekozen voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Een systematiek die ons niet vreemd was als we kijken naar het toetsingskader en de aanpak van de fijnstof problematiek. Maar wat opmerkelijk is, is dat we er wederom een heel nauwkeurig bouwwerk van hebben gemaakt. Een model – een gedachtegang achter een model – dat een deel van de ruimte die wordt creëert doordat maatregelen worden getroffen weer teruggeeft met de zogenaamde “ontwikkelruimte”. We proberen een dalende lijn van stikstof te bewerkstelligen, waarbij we een deel van die stikstof daling als het ware weer terug geven aan de economie. Hier hebben we een heel bouwwerk – een heel systeem – omheen gebouwd met AERRIUS (een rekeninstrument speciaal ontwikkeld voor de PAS), een monitoring model en een registratie systeem.

20 januari 2016

Nieuws

Het doet een beetje denken aan hoe we met Natura 2000 zelf zijn omgegaan. Waarbij vanuit een nationaal doelen document werd bekeken welk deel van de doelen aan welke gebieden konden worden toegewezen, zodat met de instandhoudingsdoelstellingen de nationale doelen kunnen worden bereikt. Wij zijn heel goed in Nederland in het bedenken van systemen en proberen dat ook allemaal goed, netjes en verantwoord te doen.

Duitsland

Dat is een schril contrast als je kijk naar hoe men het in het buitenland om ons heen doen. Ik wil niet zeggen dat men daar minder nadenkt, maar men heeft vaak wel een wat praktischere aanpak en/of insteek. Zo wordt in Duitsland gekeken naar wat de depositie is die wordt veroorzaakt door een bepaald project. Daarbij gaat men uit van een foutmarge in het model, waarbij een uitstoot/depositie wordt gehanteerd van 20 mol of meer per hectare per jaar. Pas dan kan men een causaal verband aannemen tussen een project dat stikstof uitstoot veroorzaakt en de neerslag van de stikstof in een gebied/bepaald habitattype.

In Duitsland wordt stikstof dus pas aangerekend als een project meer dan 20 mol depositie per hectare per jaar veroorzaakt. In andere deelstaten van Duitsland geldt dezelfde gedachtegang (al dan niet met een depositiewaarde van 7 mol). Men gaat uit van een model en een foutmarge, wat gecombineerd maakt dat er een causaal verband is tussen a en b; uitstoot/depositie van stikstof en neerslag. Er wordt dan pas gerekend als deze foutmarge ook daadwerkelijk voorbij wordt gegaan. In Nederland heb je al een probleem als je meer dan 0,05 mol per hectare depositie veroorzaak. Dit grote verschil wordt veroorzaakt door het rekeninstrument AERRIUS. Wij verklaren de uitkomsten van het model heilig. In andere landen ligt de nadruk op de beperkingen van het model.

Ik wil niet zeggen dat het een beter is dan het ander, maar als men kijkt naar het Nederlandse bouwwerk van de PAS, waarbij het model centraal wordt gesteld, kan worden gezegd dat het wellicht té complex is. Er staan veel mikado stokjes tegen elkaar, waarvan het maar de vraag is en waarbij we moeten hopen dat al die stokjes ook daadwerkelijk blijven staan.

Belgi

ë

In België rekent men nog steeds met een drempelwaarde van drie procent van de Kritische Depositie Waarde. Dat hebben wij in Nederland natuurlijk ook geprobeerd, maar daar heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak een streep door gehaald. In België is men nog opzoek naar een ander systeem, waarbij toch een beetje met een schuin oog wordt gekeken naar het Nederlandse PAS. Ook wetende dat die generieke drempels mogelijk lastig liggen bij het Hof van Justitie.

Als men door de oogharen naar al die systemen kijkt, kan men zich afvragen of het nu allemaal zo moeilijk moet binnen de PAS, met de toedeling van depositieruimte, ontwikkelingsruimte en vergunningverlening. Kan het wellicht niet makkelijker of eenvoudiger? Ik denk dat dat laatste best mogelijk is, als men het goede behoud van het systeem PAS, namelijk de herstelmaatregelen die men voor de natuur wil maken. Denk hierbij aan stalmaatregelen zoals betere luchtwassers, andere vloersystemen, etc., waardoor de emissie teruggebracht wordt. Mogelijk kan dan de toestemming- en vergunningverlening ook makkelijker worden.

Stel dat we in Nederland een systeem zoals in Duisland zouden hanteren met die 7 of 20 mol, maar we zouden ook alle goede natuurmaartregelen doorvoeren. Misschien zou dat tot een simpeler systeem leiden en mogelijk ook tot een goed houdbaar en te verdedigen systeem.

Ik ben bang dat de PAS uiteindelijk zal sterven in de schoonheid. Het is een prachtig doordacht systeem, maar er zitten heel veel knoppen aan waar aan kan worden gedraaid. De vraag is of dat systeem uiteindelijk niet te kwetsbaar zal blijken.

Lees meer in het Magazine Programmatische Aanpak Stikstof

Artikel delen