Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ontslakken voor duurzaamheidsprojecten

Veel bewoners, al dan niet in comités georganiseerd, zijn bezig om diverse duurzame ontwikkelingen op touw te zetten: gezamenlijke energieopwekking/-opslag, stadslandbouw, invliegopeningen voor zwaluwen in de gevels van gebouwen, noem maar op. Opvallend vaak zijn gemeenten nog zelden op dergelijke projecten voor duurzaamheid ingericht. Initiatiefnemers lopen tegen diverse zaken aan; de normale gang van zaken wanneer een initiatiefnemer zich bij een gemeente meldt met een idee is dat er wordt getoetst.

Michiel Mosterman 26 april 2016

Past het idee wel in het bestemmingsplan, een structuurvisie of een beeldkwaliteitsplan? Dit is vaak niet het geval, omdat duurzame initiatieven relatief nieuw zijn. Er is in het vastgestelde ruimtelijke beleid nog niet aan gedacht. Als uiteindelijk de gemeente overtuigd is van de meerwaarde van een initiatief, dan volgt een lange procedure om vergunningen te krijgen en moeten er leges afgedragen worden. Deze leges kunnen behoorlijk oplopen. Veel duurzame projecten komen door deze lange tijdsduur en hoge (procedure)kosten dan ook niet van de grond.

Er zijn mogelijkheden om duurzaamheidinitiatieven vanuit de markt en maatschappij eenvoudiger realiseerbaar te maken. Overheden hebben meer mogelijkheden om duurzaamheid te stimuleren via hun beleid en regelgeving dan ze zelf denken. Het Project voor de zon is een mooi voorbeeld van een methode om duurzaamheidsprojecten gemakkelijker realiseerbaar te maken. In

deze reportage

wordt dit nader toegelicht. Een dure en tijdrovende vergunningprocedure is niet meer nodig, met gebruikmaking van de

Crisis- en herstelwet, Afdeling 2, Innovatie

. Met toepassing van de Chw is voor de deelnemende gemeenten een innovatief traject begonnen. Voor zonneprojecten kunnen bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte worden gemaakt. De gemeente kan plekken aanwijzen waar zonneprojecten vergunningvrij zijn, als aan een aantal kwaliteitscriteria wordt voldaan. Hiermee kan op een kwalitatief hoogwaardige manier invulling gegeven worden aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen.

Dat in bestemmingsplannen vaak zo weinig is geregeld voor duurzaamheid komt doordat vaak wordt gedacht dat duurzaamheid niet als ruimtelijk doel kan worden vastgelegd. Als aanleiding kan worden gewezen op de uitspraak op het bestemmingsplan IJ-oevers van Amsterdam (ABRvS 9 juni 1998, nr. E01.95.0148 BR 1998, 936). In het betreffende plan waren regels opgenomen ten aanzien van energieprestaties van gebouwen. Dit mocht niet, omdat de Woningwet daar al volledig in voorzag. Het onderdeel energieprestatie' in de uitspraak is in de vakwereld echter snel verbasterd naar de bredere begrippen energie en duurzaamheid'. Dat duurzaamheid wel degelijk onderdeel kan (en soms zelfs moet) zijn van de ruimtelijke ordening is uit latere uitspraken duidelijk geworden.

Eerder schreven we daar al over

.

Nu weer terug naar de duurzame initiatieven. We weten inmiddels dat ook duurzame projecten om ruimte vragen en daarmee in aanraking komen met de weerbarstige praktijk van de ruimtelijke ordening. Dit kan om verschillende projecten gaan, bijvoorbeeld een woonwijk met gezamenlijke

energieopslag over de seizoenen heen

. We kunnen vooraf nadenken over wat er nu technisch en financieel haalbaar is. Daarvan kunnen de ontwikkelingen die ook ruimtelijk passend zijn bij voorbaat worden toegestaan in plannen en beleid. Voor de initiatieven waar we nu nog geen of onvoldoende kennis over hebben (innovatie gaat soms sneller dan beleid), kunnen doelen worden geformuleerd. Op deze manier kunnen we ook voor duurzame projecten ontslakken.

Drs. Michiel Mosterman

Klik hier voor meer artikelen van BügelHajema Adviseurs b.v.

Artikel delen