"Als Europese zitkampioenen krijgen wij Nederlanders vaak te horen dat wij minder moeten zitten. Maar dit wordt ons nog lang niet altijd makkelijk gemaakt. Onze banen zijn over het algemeen nog steeds het beste te bereiken met de auto, onze favoriete films en series duren al gauw een uur en ook het weer besluit regelmatig om te slaan, net wanneer wij een wandeling willen maken. Om die reden heb ik geprobeerd te achterhalen in welke situaties het ons wel makkelijk wordt gemaakt om minder zitgedrag te vertonen. Ik heb namelijk onderzocht in hoeverre de inrichting van onze woonomgeving (en specifiek de beloopbaarheid van deze omgeving) van invloed is op de hoeveelheid tijd die wij in een zittende houding doorbrengen."
Waarom moeten we eigenlijk minder zitten?
Zitgedrag of
sedentair gedrag
, zoals het in de medische wetenschap wordt genoemd kan onze gezondheid erg schadelijk beïnvloeden. Zo hebben verschillende onderzoeken al aangetoond dat langdurig zitgedrag kan leiden tot onder andere overgewicht, diabetes, hart- en vaatziekten en specifieke vormen van kanker. Veel mensen denken hun zitgedrag te kunnen compenseren door voldoende te sporten en bewegen, maar zo werkt het helaas niet. Zitgedrag is niet hetzelfde als lichamelijke inactiviteit; zelfs wanneer je iedere avond fanatiek sport, loop je gezondheidsschade op door te veel te zitten.
Welke woonomgeving lokt dan minder zitgedrag uit?
Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, is het zitgedrag van volwassenen die wonen in hoog-beloopbare omgevingen vergeleken met het zitgedrag van volwassenen die wonen in laag-beloopbare omgevingen. De beloopbaarheid van de woonomgeving was per volwassene objectief gemeten aan de hand van een geografisch informatie systeem (GIS). De resultaten laten zien dat volwassenen die wonen in laag-beloopbare omgevingen niet significant meer zitten dan volwassenen die wonen in hoog-beloopbare omgevingen. In andere woorden, de beloopbaarheid van de woonomgeving lijkt geen bepalende factor te zijn voor het zitgedrag van volwassenen.
Daarentegen is gevonden dat het opleidingsniveau, het wel of niet hebben van betaald werk en het in bezit zijn van een rijbewijs
wel
degelijk het zitgedrag van volwassenen beïnvloed. Deze vondsten zijn van waarde voor iedereen die aan een gezonder stedelijk leven werkt en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van interventies die gericht zijn op het verminderen van ons zitgedrag.
Gezondheid is een belangrijk thema binnen de Omgevingswet. Hoe leg je de link tussen gezondheid en de fysieke leefomgeving? Voor onze jonge ambtenaren is dit eigenlijk heel vanzelfsprekend.
