Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nooit meer instortingen en ernstige ongevallen

Een regievoerder, coördinerend constructeur en een flinke cultuurverandering moeten de bouw in de toekomst veel veiliger maken. Deze maatregelen plus een uitgebreid actieplan zijn het antwoord op het kritische rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vorig jaar publiceerde over de ineenstorting van de parkeergarage bij Eindhoven Airport. Directeur Fries Heinis: “We rekenen af met de uitspraak dat er in de bouwsector nu eenmaal ongelukken kunnen gebeuren.”

Reina Uittenbogaard, Bouwend Nederland 15 januari 2020

Het schaamrood stond menig bestuurder van Bouwend Nederland op de kaken op 18 oktober 2018. De instortingen en bouwongevallen die Nederland in de afgelopen jaren deden opschrikken, zijn ontstaan door een combinatie van gebrekkige coördinatie van werkzaamheden, diffuse verdeling van verantwoordelijkheden, onvoldoende veiligheidsbesef en onvoldoende toetsing van risico’s, zo bleek uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat die dag gepubliceerd werd. Extra pijnlijk: de aanbevelingen waren precies dezelfde als die uit een eerder onderzoek in 2012.

Het lerend vermogen van de bouwsector was duidelijk tekortgeschoten. Bovendien werd duidelijk dat onveilige situaties veelal ontstaan, omdat tùssen organisaties die samen aan een project werken onduidelijkheid bestaat. Om daar nu echt verandering in te brengen werd het rapport ‘Bouwen aan constructieve veiligheid; lessen uit instorting parkeergebouw Eindhoven Airport’ vorig jaar overhandigd aan de voorzitters van Bouwend Nederland, het Opdrachtgeversforum in de bouw, VNconstructeurs en de Governance Code Veiligheid in de Bouw. “Het is cruciaal dat de aanbevelingen sectorbreed worden opgepakt. De aangeschreven partijen, plus Koninklijke NLingenieurs die zich bij ons heeft aangesloten, hebben een verbindende en aanjagende rol. Wij moeten de bouwsector bewegen tot verandering”, verklaart Heinis.

Bouwimago

Een jaar na dato hebben de partijen gezamenlijk de Onderzoeksraad per brief geïnformeerd over de ingezette acties om de omgevingsveiligheid, bouwplaatsveiligheid (Arbo) en bouwwerkveiligheid te vergroten. Om afspraken over verantwoordelijkheidbeter te regelen hebben ze elkaar nodig. Het afgelopen jaar werd dan ook benut om de lessen uit het rapport te delen, de achterban te mobiliseren en uiteindelijk tot een aantal goed onderbouwde en breed gedragen voorstellen te komen. “Wij zetten ons maximaal in om van het imago af te komen dat er in de bouw nu eenmaal ongelukken gebeuren”, zegt Heinis. “En we gaan de verantwoordelijkheid voor veiligheid bij bouwprojecten verduidelijken en leerervaringen delen. Ons doel: geen onveilige bouwwerken of instortingen en geen dodelijke ongevallen of ongevallen met ernstig letsel.”

Safety first

Om de veiligheid in de bouwsector structureel te verbeteren, focust het actieplan op drie punten. Ten eerste moet de initiatiefnemer van een bouwwerk altijd de regie gaan voeren op het proces met betrekking tot veiligheid. Hij moet dus bewaken of alle betrokken partijen hun (wettelijke) verantwoordelijkheid nemen op het gebied van veiligheid. Hierbij geldt ‘safety first’. Heinis: “De regievoerder kan bij een (mogelijk) onveilige situatie ingrijpen in het bouwproces. Als hij op de spreekwoordelijke rode knop drukt, moeten project- en procesmanagers daarnaar handelen.”

Daarnaast stelt elke partij in een bouwproject een veiligheidsregisseur aan die zorgt dat de eigen organisatie voldoende aandacht aan veiligheid besteed. Vanaf 2020 gaat een aantal koplopers al aan de slag met de nieuwe principes. Het proces en de precieze taken worden in overeenkomsten van nieuwe projecten vastgelegd. Regie op veiligheid betekent ook dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen, veiligheid aantoonbaar meer centraal stellen in hun handelen en zorgen dat het veiligheidsbewustzijn toeneemt in hun organisaties.

Coördinerend constructeur

Het tweede actiepunt houdt in dat er gedurende alle fasen van ontwerp en bouw één constructeureindverantwoordelijk is voor de constructieve veiligheid van het gehele bouwwerk. Tijdens het proces wisselt deze verantwoordelijkheid zo min mogelijk van persoon. “Die coördinerend constructeurnieuwe stijl komt in de lead”, legt Heinis uit. “Hij wordt resultaatverantwoordelijk en het eerste aanspreekpunt voor de veiligheid van ontwerpen detailuitwerking, hoofddraagconstructie en bouwkundige en hulpconstructies.”

Het doel van de coördinerend constructeur is het voorkomen van calamiteiten en instortingen door onduidelijkheid over verantwoordelijkheden. Opdrachtgevers dienen geschikte, gekwalificeerde constructeurs te contracteren. Constructeurs toetsen op hun beurt weer de veiligheidsaanpak van de opdrachtgever. Zij maken passende aanbiedingen, leveren professionele tegenspraak indien nodig en accepteren slechts opdrachten waarvoor zij zijn gekwalificeerd.

Cultuurverandering

Het derde focuspunt is het vergroten van het lerend vermogen in de bouw. Eén van de aanbevelingen uit het rapport was namelijk: ‘het maken van de overstap van een schuldcultuur naar een leercultuur’. Als er in het bouwproces iets misgaat, wordt dat momenteel al gauw beleefd als falen. “Dat vormt een barrière om te leren van fouten en al helemaal om die informatie te delen met collega’s in de sector”, legt Heinis uit. “Om de beoogde cultuurverandering in gang te zetten, moeten we een veilig klimaat creëren en twijfels of incidenten bespreekbaar te maken. Het moet gewoon worden om dat soort zaken op regelmatige basis met elkaar te bespreken en het leren van elkaar moet worden beloond in plaats van afgedaan als tijdverspilling en zwakte.”

Een leercyclus moet verschillende niveaus in de eigen organisatie helpen om die cultuuromslag te maken. Ook gaan breed samengestelde groepen – met bouwplaatsmedewerkers, maar ook ketenpartners, opdrachtgevers en ontwerpers – het onderwerp veiligheid bespreken. Voorvallen, incidenten en best practices kunnen in die gesprekken aan bod komen. Op sectorniveau wordt daarnaast straks structureel de veiligheidskennis geanalyseerd en gedeeld met organisaties in de bouwketen, het onderwijsveld en de overheid. Ook komt er een centraal meldpunt voor veiligheidsvoorvallen en wordt er deskresearch gedaan naar achterliggende oorzaken van bouwincidenten.

Vastberaden

Deze drie voorstellen vragen in de praktijk om nieuwe afspraken over taken en rollen, om nieuwe richtlijnen en protocollen en om aanpassing van opleidingen. De nieuwe afspraken zullen vastgelegd worden in overeenkomsten en bestaande systemen. Heinis: “Er is een jaar verstreken sinds het rapport van de Onderzoeksraad verscheen. Alle partijen zijn vastberaden om de veiligheidsacties snel en goed op te pakken. Er ligt nu een stevige basis om de veiligheid in de bouw te verhogen. Want zo’n incident als in Eindhoven, dat willen we natuurlijk nooit meer zien gebeuren.”

Artikel delen