Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nieuw omgevingsbeleid dreigt technocratische exercitie te worden

Het omgevingsbeleid staat in de steigers. Dat beleid voegt voorheen gescheiden beleidssectoren als ruimtelijke ordening, natuur en milieu samen. Er komt een Omgevingswet, en op de ministeries wordt hard gewerkt aan een Omgevingsvisie. Maar het nieuwe omgevingsbeleid dreigt een technocratische exercitie te worden, stelt Ries van der Wouden in de PBL policy brief ‘Omgevingsbeleid op een tweesprong’. De discussie gaat vooral over beleidssectoren, transities en systemen. Terwijl het voor alles een maatschappelijke opgave is en zou moeten gaan over de leefwereld van de burgers in Nederland.

PBL 28 september 2017

Omgevingsbeleid is maatschappelijke opgave

Deze maatschappelijke opgave is groter dan ooit, gezien de groei van het maatschappelijk onbehagen. Voor een deel van de bevolking is het beleidssysteem te ver af komen te staan van hun leefwereld. Het risico van gescheiden werelden groeit: gescheiden naar onder meer opleiding, inkomen, regio en etnische achtergrond. Dit heeft gevolgen voor het omgevingsbeleid omdat die gescheiden werelden ook geografisch zichtbaar worden.

Het risico van gescheiden werelden pleit voor andere, aanvullende themas op de beleidsagenda. Zo verdienen culturele identiteit, gemeenschap en ruimtelijke selectiviteit meer aandacht in het omgevingsbeleid, dat nu wordt gedomineerd door langetermijnopgaven op het gebied van de economie, het klimaat, landbouw, infrastructuur en verstedelijking. De huidige situatie biedt daarvoor kansen. Zo heeft de politieke aandacht voor de gevolgen van de aardgaswinning in Groningen niet alleen geleid tot een aanpassing daarvan, maar ook tot een gestegen regionaal bewustzijn en culturele identiteit onder de Groningers.

Omgevingsbeleid niet beperken tot Rijk

De ambitie van het omgevingsbeleid zou moeten zijn om te zoeken naar de themas die de verschillende agendas verbinden. Die van de centrale en decentrale overheden, van burgers en bedrijven, over maatschappelijke scheidslijnen heen.

Het is een uitdaging om hier een echte nationale visie van te maken, en die visie niet te beperken tot het takenpakket van de rijksoverheid alléén. Daarvoor is aandacht nodig voor de positie van de decentrale overheden. Die hebben door decentralisatie hun takenpakket de afgelopen decennia zien groeien, maar zijn voor hun inkomsten nog grotendeels afhankelijk van de rijksoverheid. Een aanpassing van het systeem van belastingheffing kan daar meer evenwicht in brengen.

Regiodeals sluiten

Het regionale schaalniveau tussen provincies en gemeenten is gestaag in belang toegenomen, onder meer vanwege de schaalvergroting van het

daily urban system

. Er zijn grote verschillen tussen de regios, die in het openbaar bestuur nu geen positie hebben.

Om het bestuurlijke regionale gat te dichten lijkt niet zozeer bestuurlijke reorganisatie, maar een flexibele en opgavegerichte invulling van regionale governance de best begaanbare weg. Naar analogie van de city deals zou moeten worden overwogen om regiodeals af te sluiten, afspraken tussen centrale en decentrale besturen en maatschappelijke organisaties met het doel de regionale beleidsruimte te vergroten.

--

Omgevingsbeleid op een tweesprong

De policy brief 'Omgevingsbeleid op een tweesprong' verkent de maatschappelijke, politieke en bestuurlijke context van het omgevingsbeleid. Deze verkenning mondt uit in aanbevelingen voor de Omgevingsvisie en een voorstel voor een kennisagenda voor het omgevingsbeleid.

Kansen voor beleidsvernieuwing

Het nieuwe omgevingsbeleid voegt voorheen gescheiden beleidsterreinen samen zoals de ruimtelijke ordening, het natuur- en milieubeleid, cultureel erfgoed, verstedelijking, infrastructuur en waterbeleid.

De geplande invoering van de Omgevingswet in 2020 of later en het opstellen van een Nationale Omgevingsvisie (NOVI) bieden daarmee veel kansen voor vernieuwing. Die dreigen nu ten dele te worden gemist; door een concentratie op de opgaven in de fysieke leefomgeving (klimaat, circulaire economie, infrastructuur, landbouw en landschap) lijkt te worden vergeten dat omgevingsbeleid in de eerste plaats ook een maatschappelijke opgave is. Het groeiend maatschappelijk onbehagen en het risico op maatschappelijke en ruimtelijke scheidslijnen maken die opgave urgent. De

policy brief

is een pleidooi om daar rekening mee te houden en deze themas in het omgevingsbeleid mee te nemen.

Omgevingsbeleid niet beperken tot Rijksoverheid

Het Planbureau voor de Leefomgeving ziet het als een uitdaging om van de Omgevingsvisie een echte nationale visie van te maken, en die visie niet te beperken tot het takenpakket van de Rijksoverheid. Dat is geen pleidooi voor centralisering van het beleid. De ambitie zou moeten zijn om te zoeken naar de themas die de verschillende agendas verbinden. Die van de centrale en decentrale overheden, van burgers en bedrijven, over maatschappelijke scheidslijnen heen. Dat begint bij de maatschappelijke zoektocht naar gezaghebbende beleidsconcepten, die het toekomstig beleid kunnen dragen.

Het is nu de tijd om keuzes voor de toekomst te maken. Het omgevingsbeleid staat op een tweesprong: business as usual of ruimte maken voor nieuwe themas en strategieën, kiezen voor een technocratische of een maatschappelijke oriëntatie?

Auteur(s)

Ries van der Wouden

Rapportnr.

2963

Publicatiedatum

28-09-2017

Pagina's

49

Artikel delen