Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet elk raadslid de schijn van belangenverstrengeling vermijden. Het verbod van vooringenomenheid (artikel 2:4, eerste lid Awb) is immers niet alleen van toepassing op ambtenaren, maar ook op leden van bestuursorganen (zoals gemeenteraadsleden).Artikel 2:4 Awb geeft invulling aan het fair play beginsel. Het bestuursorgaan moet immers open en eerlijk (objectief) optreden.
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet elk raadslid de schijn van belangenverstrengeling vermijden. Het verbod van vooringenomenheid (artikel 2:4, eerste lid Awb) is immers niet alleen van toepassing op ambtenaren, maar ook op leden van bestuursorganen (zoals gemeenteraadsleden).
Artikel 2:4 Awb geeft invulling aan het fair play beginsel. Het bestuursorgaan moet immers open en eerlijk (objectief) optreden.
Wanneer het verbod van vooringenomenheid wordt overtreden, dan deinst de Afdeling er niet voor terug een bestemmingsplan te vernietigen.
Wat een raadslid dus niet moet doen
In deze zaak ging een raadslid in de fout, omdat hij tijdens de raadsvergadering over het bestemmingsplan veelvuldig het woord had gevoerd. Ook had hij namens zijn fractie een aantal amendementen ingediend en voorgelezen. Het raadslid woonde en werkte op een bedrijventerrein en hiervoor stond een nieuw bestemmingsplan op de agenda. Zijn amendementen hadden tot gevolg dat zijn woon- en leefklimaat werd verbeterd en de positie van de appellanten werd verslechterd.
Daarmee werd in ieder geval de schijn gewekt dat zijn persoonlijk belang invloed had op de besluitvorming.
Vergaande gevolgen
Wees ervan bewust dat dit standpunt van onze hoogste bestuursrechter vergaande gevolgen kan hebben. Ook als je met de beste bedoelingen als raadslid deelneemt aan de besluitvorming, dan kan - bijvoorbeeld - je lidmaatschap van een locale stichting of vereniging, een schijn van belangenverstrengeling wekken.
Ben dus extra alert bij besluiten die mogelijk je persoonlijke belangen raken. Ben je dat niet, dan zijn de consequenties vernietigend voor het besluit waar je juist helemaal achter staat.
Bron: ABRvS 22 juni 2011, 201007983/1, Tijdschrift voor praktisch bestuursrecht, oktober 2011
Door Max Seelen (Patres)