Nederland heeft in het nationaal plan tot het bevorderen van bijna-energieneutrale gebouwen aangegeven wat het begrip bijna-energieneutraal gebouw inhoudt: een gebouw met een EPC (energieprestatiecoëfficiënt) van bijna 0. Hiermee voldoet Nederland aan de eis uit de herziene Richtlijn energieprestatie gebouwen (2010/31/EU), afgekort EPBD, om deze definitie vast te leggen.
Nederland heeft in het nationaal plan tot het bevorderen van bijna-energieneutrale gebouwen aangegeven wat het begrip bijna-energieneutraal gebouw inhoudt: een gebouw met een EPC (energieprestatiecoëfficiënt) van bijna 0. Hiermee voldoet Nederland aan de eis uit de herziene Richtlijn energieprestatie gebouwen (2010/31/EU), afgekort EPBD, om deze definitie vast te leggen.
Nieuwe gebouwen moeten volgens de richtlijn EPBD vanaf 31 december 2020 bijna-energieneutraal zijn. Overheidsgebouwen moeten dat vanwege hun voorbeeldfunctie al vanaf 31 december 2018 zijn. Nederland gaat hiervoor de term
BENG
(
b
ijna-
e
nergie
n
eutrale
g
ebouwen) hanteren.
Energieprestatiecoëfficiënt
Bijna-energieneutraal betekent volgens de EPBD: het gebouw vereist een zeer lage hoeveelheid energie, die in belangrijke mate wordt geleverd door hernieuwbare bronnen, en die ter plaatse of dicht bij het gebouw wordt geproduceerd. Nederland gaat het energiegebruik van bijna-energieneutrale gebouwen bepalen aan de hand van de EPC (energieprestatiecoëfficiënt), de maat voor de energieprestatie die Nederland sinds 1995 gebruikt. De bepaling hiervan is vastgelegd in norm NEN 7120 Energieprestatie van gebouwen (EPG). Kenmerkend hiervoor is dat het energiegebruik wordt bepaald onder standaardgebruiks- en -klimaatcondities. Het gaat daarbij om het gebouwgebonden energiegebruik.
EPC bijna 0
Een volledig energieneutraal gebouw heeft een EPC van 0. Bijna-energieneutraal is het niveau waarbij de EPC bijna 0 is. Op dit moment kan nog geen exacte inschatting worden gemaakt van een EPC van bijna 0. Er is nog onvoldoende bekend welke technieken voor het realiseren van een EPC van (bijna) 0 in 2018 of 2020 voldoende marktrijp zijn en voldoen aan gestelde randvoorwaarden, zoals een goed binnenklimaat en kosteneffectiviteit. Op dit moment is een EPC van maximaal 0,6 verplicht voor woningen, voor utiliteitsgebouwen verschilt de eis per gebruiksfunctie.
Energie uit hernieuwbare bronnen en gebiedsmaatregelen
Om bijna-energieneutrale gebouwen te kunnen realiseren is de inzet van hernieuwbare energie noodzakelijk. Deze mag op het eigen perceel worden opgewekt of daarbuiten. Denk aan collectieve voorzieningen als stadverwarming of collectieve zonnepanelen. Sinds 1 juli 2012 is het mogelijk collectieve oplossingen te waarderen via een aanvullende norm: NVN 7125 - Energieprestatienorm voor maatregelen op gebiedsniveau (EMG). Hiermee kan de bijdrage van collectieve maatregelen buiten een gebouw worden bepaald en meegenomen in de energieprestatie.
Samenwerking overheid en markt
Op dit moment wordt al op verschillende manieren ervaring opgedaan met zeer energiezuinige nieuwbouw en met renovatie van bestaande gebouwen die worden getransformeerd tot bijna-energieneutrale gebouwen. Overheid en marktpartijen werken daarbij samen. Dat gebeurt via het Lenteakkoord Energiezuinige Nieuwbouw. Zo moet het overheid en markt gezamenlijk lukken om er in 2020 voor te zorgen dat alle gebouwen bijna-energieneutraal ofwel BENG zijn.
Meer informatie over energieneutraal bouwen en voorbeelden:
Infoblad Energieneutraal bouwen: definitie en ambitie
Beleid overheid bijna energieneutraal bouwen
Nationaal Plan bijna-energieneutrale gebouwen
Door AgentschapNL